7. Instellingenmenu's van het apparaat
23.
Druk op [Com.test] om te controleren of het pad goed is ingesteld.
Als de verbindingstest mislukt, controleer dan de instellingen en probeer het opnieuw.
24.
Druk op [Afsluiten].
25.
Druk op de toets [Escape].
26.
Druk op [Afsluiten].
27.
Druk op [OK].
28.
Druk op de toets [Escape].
• U kunt maximaal 20 tekens invoeren voor de gebruikersnaam.
• U kunt tot maximaal 20 karakters invoeren voor het wachtwoord.
• Zie Pag. 139 "Tekens invoeren" voor informatie over het invoeren van tekst.
De map handmatig zoeken
1.
Druk op [ ] of [ ] om [Handmatige invoer] weer te geven en druk vervolgens op de
[OK]-knop.
2.
Voer het pad in en druk vervolgens op de [OK]-toets.
Voorbeeld: als de naam van de bestemmingscomputer "User" is en de naam van de map is
"Share", dan is het pad \\User\Share.
Als de notatie van het ingevoerde pad niet juist is, verschijnt er een melding. Druk op [Afsluiten] en
voer het pad opnieuw in.
• Voer het pad zo in: "\\Servernaam\Deelnaam\Padnaam".
• U kunt ook een IPv4-adres invoeren.
• U kunt het pad invoeren met maximaal 128 tekens.
• Zie Pag. 139 "Tekens invoeren" voor informatie over het invoeren van tekst.
De map zoeken met Blader netwerk
1.
Druk op [ ] of [ ] om [Blader netwerk] weer te geven en druk vervolgens op de [OK]-
knop.
De computers van de klant op hetzelfde netwerk als het apparaat, verschijnen.
Netwerk toont alleen clientcomputers waartoe u toegang heeft.
2.
Selecteer met de scroll toetsen een werkgroep en druk vervolgens op de [OK]-toets.
294