Inhoudsopgave
Advertenties
3.
Klik op [Default] en selecteer vervolgens de printer. Zorg ervoor dat [Kind] is ingesteld
op [Bonjour].
4.
Zorg ervoor dat de productnaam verschijnt in het veld [Name] en klik vervolgens op
[Add].
Als u een optie wilt gebruiken, selecteert u de optie in [Installable Options] en klikt u vervolgens op
[Continue].
De naam van de toegevoegde printer verschijnt in [Print & Fax].
5.
Klik op [Quit System Preferences].
De printer via een netwerkverbinding toevoegen aan [Print & Fax Preferences]
• Sluit het apparaat vooraf aan op het netwerk en zet het apparaat aan.
• Geef het IP-adres van het apparaat vooraf op via het bedieningspaneel.
1.
In het [Apple]-menu klikt u op [System Preferences...] en vervolgens klikt u op [Print &
Fax].
2.
Klik op [ ].
3.
Klik op [IP].
4.
Selecteer in het menu [Protocol:] de optie [HP Jetdirect - Socket].
5.
In het veld [Address:] voert u het IP-adres of de hostnaam in van de printer die u wilt
gebruiken.
6.
Selecteer [Select Printer Software...] in het veld [Print Using:].
In Mac OS X 10.5.x selecteert u [Select a driver to use...] in het veld [Printer Using:].
7.
Selecteer de naam van de gewenste printer in de lijst, klik op [OK] en klik vervolgens op
[Add].
In Mac OS X 10.5.x selecteert u de naam van de gewenste printer in de lijst en klikt u op [Add].
Als u een optie wilt gebruiken, selecteert u de optie in [Installable Options] en klikt u vervolgens op
[Continue].
Het IP-adres van de toegevoegde printer wordt getoond in [Print & Fax].
8.
Klik op [Quit System Preferences].
• Als het afdrukken te langzaam gaat met protocol [LPD (Line Printer Daemon)], selecteer dan
protocol [HP Jetdirect - Socket].
Het apparaat gebruiken in combinatie met een Macintosh
151
Advertenties
Inhoudsopgave
