Pagina 1
Printer/Scanner Unit Type 1350 Gebruiksaanwijzing Printerhandleiding De machine voorbereiden Het printerstuurprogramma instellen Andere afdrukbewerkingen Opslaan en afdrukken met de Document Server De functie en instellingen van het apparaat Bijlage Lees, voordat u dit apparaat gebruikt, deze handleiding zorgvuldig en bewaar deze op een handige plaats voor toekomstig gebruik. Voor veilig...
Pagina 2
Het Bluetooth woordmerk en de logo’s zijn het bezit van de Bluetooth SIG Inc. en het gebruik van die merken door Ricoh Company Ltd. is onder licentie. UPnP is een handelsmerk van UPnP Implementers Corporation. NetWare is een geregistreerd handelsmerk van Novell Inc.
Pagina 3
Handleidingen voor dit apparaat Raadpleeg de handleidingen die betrekking hebben op de handelingen die u wilt uitvoeren. ❖ Informatie over dit apparaat Lees eerst de Veiligheidsinformatie in deze handleiding voordat u het appa- raat gebruikt. Deze handleiding bevat een inleidend overzicht van de functies van het ap- paraat.
INHOUDSOPGAVE Handleidingen voor dit apparaat ................i Verklaring van symbolen in deze handleiding ............1 Symbolen ........................1 Displaypaneel......................2 Normale weergave ..................... 2 Vereenvoudigde weergave ..................3 Taaklijst........................4 Scherm Taaklijst......................4 Taken in de afdrukwachtrij controleren ..............5 De taakvolgorde wijzigen ................... 6 Afdruktaken uitstellen....................
Pagina 6
2. Het printerstuurprogramma instellen PCL - De printereigenschappen bewerken............55 Windows 95/98/Me - De printereigenschappen bewerken........55 Windows 2000 - De printereigenschappen bewerken..........57 Windows XP, Windows Server 2003 - De printereigenschappen bewerken....59 Windows NT 4.0 - De printereigenschappen bewerken...........61 RPCS - De printereigenschappen bewerken ............. 63 Windows 95/98/Me - De printereigenschappen bewerken........63 Windows 2000 - De printereigenschappen bewerken..........65 Windows XP, Windows Server 2003 - De printereigenschappen bewerken....67...
Pagina 7
Tabblad ....................... 128 Z-vouw ........................ 129 Vouwposities ......................129 Opmerkingen over de functie Z-vouw ..............130 4. Opslaan en afdrukken met de Document Server De Document Server openen................131 5. De functie en instellingen van het apparaat Mainframe ......................133 Functies........................133 Interface .........................133 Lijst met instellingsitems ..................
Verklaring van symbolen in deze handleiding Symbolen In deze handleiding worden de volgende symbolen gebruikt: Duidt op belangrijke veiligheidsopmerkingen. Het negeren van deze opmerkingen kan ernstig letsel of zelfs de dood tot gevolg hebben. Lees deze opmerkingen zorgvuldig. U vindt ze in de paragraaf “Veilig- heidsinformatie”...
Displaypaneel In dit hoofdstuk wordt de configuratie met het weergavescherm beschreven, wanneer de printerfunctie is geselecteerd. Normale weergave Belangrijk ❒ Het apparaat gaat off-line wanneer u instellingen aanmaakt, zelfs wanneer deze eerst on line was. Wanneer u de instelling heeft aangemaakt, gaat het ap- paraat automatisch naar on-line.
[Takenlijst spoolen] [Afdruktaken] Druk hierop om de afdruktaken weer te Druk hierop om de gespoolde taken weer geven die vanaf een computer zijn ver- te geven. stuurd. Statusindicatoren papierlade [Foutenlogboek] De instellingen van de papierlade ver- Druk hierop om de foutlogboeken van af- schijnen.
Taaklijst Taken die zijn afgedrukt via de Kopieer-, Document Server- of Printerfunctie worden tijdelijk opgeslagen op het apparaat en vervolgens uitgevoerd. Met de functie Taaklijst kunt u deze taken beheren. U kunt bijvoorbeeld onjuiste taak- instellingen annuleren of een spoedeisend document afdrukken. Opmerking ❒...
❖ Wanneer [Taakopdracht] is geselecteerd: De taaklijst wordt weergegeven voor alle functies en gesorteerd op afdruktaak. NL APG018S Taaklijsten weergeven van geselecteerde functie. [Huidige / In wachtrij takenlijst] of [Taakhistorie] weergeven. Gereserveerde taaknummers weergeven. De functie weergeven voor het afdrukken van taken. : Taak afgedrukt met kopieerfunctie.
De taakvolgorde wijzigen U kunt de uitvoeringsvolgorde van afdruktaken in de taaklijst als volgt wijzigen: Druk op [Takenlijst]. Selecteer de taak waarvan u de volgorde wilt wijzigen. Druk op [Volgorde wijzigen]. Wijzig de volgorde met [B], [Vorige] of [Volg.]. Druk op [OK].
Afdruktaken uitstellen U kunt een taak die zich in de wachtrij bevindt of die momenteel wordt afge- drukt, laten uitstellen. Druk op [Takenlijst]. Selecteer een of meer taken die u wilt uitstellen. Druk op [Afdr. onderbr.]. Taken verwijderen U kunt een taak verwijderen die zich in de wachtrij bevindt of momenteel wordt afgedrukt.
Taakhistorie controleren U kunt de historie van afgedrukte taken bekijken. Druk op [Takenlijst]. Druk op [Taakhistorie]. Een lijst met voltooide afdruktaken wordt weergegeven. Druk op [Details] om de inhoud van de weergegeven taken te controleren. Druk op [Afsluiten].
Menu Printereigenschappen Hieronder worden de instellingen en functies van Printereigenschappen uitgelegd. Het scherm Printereigenschappen verschijnt wanneer u op de toets {Gebruikersinstellingen} drukt. Zie voor meer informatie de Bedieningshandleiding Standaardinstellingen. ❖ Lijst- / Proefafdruk Menu Beschrijving Meerdere lijsten U kunt de configuratiepagina afdrukken en het foutenlogbestand.
Pagina 18
❖ Systeem Menu Beschrijving Foutenlogboek afdrukken U kunt een foutrapport afdrukken wanneer een printer- of geheugenfout optreedt. Automatisch doorgaan U kunt deze optie selecteren om Automatisch door- gaan in te schakelen. Wanneer het Aan is, wordt na een systeemfout het afdrukken hervat. Geheugenoverloop Selecteer deze optie om een foutrapport geheugen- overflow af te drukken.
Pagina 19
Menu Beschrijving Handinvoer instellingsprioriteit U kunt opgeven welke van de twee opties, Printerstuur- programma/Opdracht of Apparaatinstellingen priori- teit heeft ten aanzien van het papierformaat voor de Multi-handinvoerlade (lade 7). Deze optie wordt alleen gebruikt wanneer de Mul- ti-handinvoerlade (lade 7) is geïnstalleerd. Afdrukken van rand tot rand U kunt instellen of u op de hele bladzijde afdrukt of niet.
Pagina 20
❖ PS-menu (optioneel) Menu Beschrijving Gegevensnotatie U kunt een gegevensindeling selecteren. Resolutie U kunt de resolutie van de afdruk instellen in dots per inch. ❖ PDF-menu (optioneel) Menu Beschrijving PDF wachtwoord wijzigen U kunt het wachtwoord instellen voor het PDF-bestand dat PDF Direct Print uitvoert. PDF Groepswachtwoord U kunt het groepswachtwoord instellen dat al is gespecificeerd met DeskTopBinder Lite.
1. De machine voorbereiden De verbindingmethode bevestigen Het apparaat ondersteunt netwerk- en lokale verbindingen. Controleer hoe het apparaat is aangesloten, voordat u het printerstuurprogram- ma installeert. Voer de installatieprocedure voor het stuurprogramma uit die van toepassing is op deze verbindingsmethode. Netwerkverbinding Het apparaat kan worden gebruikt als een Windows-afdrukpoort of netwerk- printer.
Pagina 22
De machine voorbereiden ❖ Windows Me Verbindingsmethode Beschikbare poorten Ethernet / IEEE 802.11b DeskTop Binder-SmartDeviceMonitor for Client-poort IEEE 1394 (IPv4 over 1394) DeskTop Binder-SmartDeviceMonitor for Client-poort ❖ Windows 2000 Verbindingsmethode Beschikbare poorten Ethernet / IEEE 802.11b DeskTop Binder-SmartDeviceMonitor for Client-poort Standaard TCP/IP LPR-poort IEEE 1394 (IPv4 over 1394)
Pagina 23
De verbindingmethode bevestigen Verwijzing Lees de uitleg over de installatie van het printerstuurprogramma voor elk poort- type. Voor de DeskTop Binder-SmartDeviceMonitor for Client-poort, zie Pag.19 “De DeskTop Binder-SmartDeviceMonitor for Client-poort gebruiken”. Voor de standaard TCP/IP-poort, zie Pag.26 “De standaard TCP/IP-poort gebruiken”.
De machine voorbereiden Lokale verbinding Lokale verbindingen kunt u maken via de parallelle USB, IEEE 1394 (SCSI-print) en Bluetooth-verbindingen. De versie van het Windows-besturingssysteem bepaalt de beschikbare verbin- dingsmethoden. • Windows 95: Parallelle verbindingen • Windows 98: Parallelle verbindingen • Windows 98 SE/Me: USB- en parallelle verbindingen •...
Het printerstuurprogramma installeren Het printerstuurprogramma installeren In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u het printerstuurprogramma installeert. U kunt het printerstuurprogramma op twee manieren installeren: via Snelle in- stallatie (waarmee de instellingen direct worden gemaakt) of door het betreffen- de stuurprogramma te installeren op de poort die u wilt gebruiken. Quick Install (Snelle installatie) Gebruikers van Windows 95/98/Me/2000/XP, Windows Server 2003 en Win- dows NT 4.0 kunnen deze software op een eenvoudige wijze installeren met ge-...
Pagina 26
De machine voorbereiden Klik op [Installeren]. De installatie van het printerstuurprogramma start. Klik op [Voltooien]. Er wordt een bericht weergegeven waarin u wordt gevraagd de computer op- nieuw te starten. Start de computer opnieuw om de installatie te voltooien. Klik in het eerste dialoogvenster van de installer op [Afsluiten] en neem de CD-ROM uit de lade.
Het printerstuurprogramma installeren Het printerstuurprogramma installeren voor de geselecteerde poort De DeskTop Binder-SmartDeviceMonitor for Client-poort gebruiken Belangrijk ❒ Om in Windows 2000/XP Professional, Windows Server 2003 en Windows NT 4.0 DeskTop Binder-SmartDeviceMonitor for Client te installeren, moet u een account met een machtiging als printerbeheerder hebben.
Pagina 28
De machine voorbereiden De poortinstellingen wijzigen voor DeskTop Binder-SmartDeviceMonitor for Client Volg de onderstaande procedure om de DeskTop Binder-SmartDeviceMonitor for Client-instellingen te wijzigen zoals TCP/IP time-out, herstel/parallel af- drukken en printergroepen. Windows 95/98: Open het venster [Printers] vanuit het [Start] menu. In het venster [Printers] klikt u op het pictogram van de printer die u wilt gebruiken.
Pagina 29
Het printerstuurprogramma installeren Windows XP, Windows Server 2003: Open het venster [Printers en faxapparaten] vanuit het menu [Start]. Het venster [Printers en faxapparaten] verschijnt. Klik op het pictogram van de printer die u wilt gebruiken. In het menu [Bestand] klikt u op [Eigenschappen.]. Het dialoogvenster Printereigenschappen wordt weergegeven.
Pagina 30
De machine voorbereiden Het PCL- of RPCS-printerstuurprogramma (TCP/IP) installeren Belangrijk ❒ Om het printerstuurprogramma in Windows 2000/XP Professional, Win- dows Server 2003 en Windows NT 4.0 te installeren, moet u een account met een machtiging als printerbeheerder hebben. Meldt u aan als lid van de be- heerders- of hoofdgebruikersgroep.
Pagina 31
Het printerstuurprogramma installeren Controleer of de poort van de geselecteerde printer wordt weergegeven in [Poort:]. Stel een gebruikerscode in, indien nodig. U kunt maximaal 8 numerieke tekens invoeren. Het is niet mogelijke letter- en symbooltekens in te voeren. Schakel het selectievakje [Standaardprinter] in om de printer als standaard- printer te configureren.
Pagina 32
De machine voorbereiden Het PCL- of RPCS-printerstuurprogramma (IPP) installeren Belangrijk ❒ Om het printerstuurprogramma in Windows 2000/XP Professional, Win- dows Server 2003 en Windows NT 4.0 te installeren, moet u een account met een machtiging als printerbeheerder hebben. Meldt u aan als lid van de be- heerders- of hoofdgebruikersgroep.
Pagina 33
Het printerstuurprogramma installeren Voer een naam in die de printer identificeert, in [IPP-poortnaam]. Gebruik een unieke naam voor de poort, die afwijkt van alle andere poortnamen. Als hier geen naam is gespecificeerd, wordt het adres dat is ingevoerd in het vak [Printer-URL] de naam van de IPP-poort.
Pagina 34
De machine voorbereiden De standaard TCP/IP-poort gebruiken Hier wordt beschreven hoe u het PCL- of RPCS-printerstuurprogramma instal- leert via de TCP/IP-poort. Belangrijk ❒ Om dit printerstuurprogramma in Windows 2000/XP Professional en Windows Server 2003 te installeren, moet u een account hebben met een machtiging als printerbeheerder.
Pagina 35
Geef de printernaam of het IP-adres op in het vak [Printernaam of IP-adres]. In het tekstvak [Poortnaam] wordt automatisch een poortnaam geplaatst. Wij- zig, indien nodig, deze naam. Als de apparaatselectie opent, selecteert u “RICOH NetworkPrinter Driver C Model”. Klik op [Volgende >].
Pagina 36
De machine voorbereiden De LPR-poort gebruiken Hier wordt beschreven hoe u het PCL- of RPCS-printerstuurprogramma instal- leert via de LPR-poort. Belangrijk ❒ Om het printerstuurprogramma in Windows 2000/XP Professional, Win- dows Server 2003 en Windows NT 4.0 te installeren, moet u een account met een machtiging als printerbeheerder hebben.
Pagina 37
Het printerstuurprogramma installeren Typ het IP-adres van de printer in het vak [Naam of adres van de server die lpd biedt]. Geef “lp” op in het vak [Naam van printer of afdrukwachtrij op die server], en klik vervolgens op [OK]. De poort is toegevoegd.
De machine voorbereiden Een Windows-netwerkprinter gebruiken Hier wordt beschreven hoe u een PCL- of RPCS-printerstuurprogramma instal- leert wanneer u de printer als een Windows-netwerkprinter gebruikt. Om de printserver te gebruiken, installeert u het printerstuurprogramma door “Netwerk-printerserver” te selecteren, en door vervolgens de gedeelde printer van Windows 2000/XP, Windows Server 2003 of Windows NT 4.0 te selecteren.
Pagina 39
Een Windows-netwerkprinter gebruiken Klik op [Volgende >]. Schakel het selectievakje [Printernaam] in om de printermodellen te selecte- ren die u wilt gebruiken. U kunt de printernaam wijzigen in het vak [Wijzig instellingen voor ‘Printernaam’]. Dubbelklik op de printernaam om de printerinstellingen weer te geven. De details die worden weergegeven in [Opmerking:], [Stuurprogramma:] en [Poort:] zijn afhankelijk van het besturingssysteem, het printermodel en de poort.
De machine voorbereiden Gebruiken als een NetWare- printserver/externe printer Hier wordt beschreven hoe een Windows-computer als NetWare-client wordt geïnstalleerd. Belangrijk ❒ Om het printerstuurprogramma in Windows 2000/XP Professional, Win- dows Server 2003 en Windows NT 4.0 te installeren, moet u een account met een machtiging als printerbeheerder hebben.
Pagina 41
Gebruiken als een NetWare-printserver/externe printer Schakel het selectievakje [Printernaam] in om het printermodel te selecteren dat u wilt gebruiken. U kunt de printernaam wijzigen in het vak [Wijzig instellingen voor ‘Printernaam’]. Dubbelklik op de printernaam om de printerinstellingen weer te geven. De details die worden weergegeven in [Opmerking:], [Stuurprogramma:] en [Poort:] zijn afhankelijk van het besturingssysteem, het printermodel en de poort.
De machine voorbereiden Form Feed U kunt form feed niet met NetWare configureren. Form feed wordt aangestuurd door het printerstuurprogramma dat in Windows is geïnstalleerd. Als de form feed in NetWare is geconfigureerd, werkt de printer mogelijk niet correct. Volg de onderstaande procedure om form feed uit te schakelen via het bestu- ringssysteem dat wordt gebruikt: •...
Het USB-printerstuurprogramma installeren Het USB-printerstuurprogramma installeren In deze paragraaf leert u printerstuurprogramma’s via USB installeren. Verzeker u ervan, voordat u installeert, dat de computer alleen het besturings- systeem uitvoert en dat geen afdruktaken worden uitgevoerd. U kunt de printerstuurprogramma’s installeren vanaf de cd-rom die bij dit ap- paraat wordt geleverd.
Pagina 44
De machine voorbereiden Plaats het printerstuurprogramma. Klik op [Zoek het beste stuurprogramma voor uw apparaat. [aanbevolen]], en klik op [Volgende >]. Schakel het selectievakje [Geef een locatie op:], en klik vervolgens op [Bladeren...]. Het dialoogvenster [Map selecteren] wordt weergegeven. Plaats de cd-rom in het cd-romstation. Opmerking ❒...
Het USB-printerstuurprogramma installeren Windows 2000 - USB Belangrijk ❒ Om een printerstuurprogramma te installeren, is een beheerdersmachtiging vereist. Meldt u daarom aan met een beheerdersaccount. Wanneer u USB de eerste keer gebruikt, start de Wizard Nieuwe hardware ge- vonden, en wordt USB Printing Support automatisch geïnstalleerd. Als het printerstuurprogramma al is geïnstalleerd, is plug and play ingescha- keld en wordt het pictogram van de printer die is aangesloten op de “USB”- poort toegevoegd aan het venster [Printers].
De machine voorbereiden Klik op [Volgende >]. Klik op [Voltooien]. Als het printerstuurprogramma al is geïnstalleerd, is plug and play ingescha- keld en wordt het pictogram van de printer die is aangesloten op de “USB001”-poort toegevoegd aan het venster [Printers]. Opmerking ❒...
Pagina 47
Het USB-printerstuurprogramma installeren Schakel het selectievakje [Ook op deze locatie zoeken] in onder [Op de onder- staande locaties naar het beste stuurprogramma zoeken], en klik vervolgens op [Bladeren] om de locatie van het printerstuurprogramma te selecteren. Als aan het CD-ROM station de letter D is toegekend, zijn de bronbestanden opgeslagen in de volgende locatie: •...
De machine voorbereiden Afdrukken via een parallelle verbinding Hier wordt beschreven hoe u het PCL- of RPCS-printerstuurprogramma instal- leert via de parallelle poort. Om een apparaat te gebruiken dat via een parallelle interface is aangesloten, klikt u op [LPT1] wanneer u het printerstuurprogramma installeert. Belangrijk ❒...
Pagina 49
Afdrukken via een parallelle verbinding Schakel het selectievakje [Standaardprinter] in om de printer als standaard- printer te configureren. Klik op [Voltooien]. De installatie van het printerstuurprogramma start. Nadat de installatie is voltooid, selecteert u een van de opties om de com- puter nu of later opnieuw te starten.
De machine voorbereiden Het printerstuurprogramma installeren met gebruikmaking van IEEE 1394 (SCSI print) U kunt de printerstuurprogramma’s installeren vanaf de cd-rom die bij dit ap- paraat wordt geleverd. Belangrijk ❒ Sluit alle toepassingen af die momenteel worden uitgevoerd en voer tijdens de installatie geen afdruktaken uit.
Pagina 51
Het printerstuurprogramma installeren met gebruikmaking van IEEE 1394 (SCSI print) Als het bericht “Deze wizard zal de installatie voor dit apparaat voltooien: onbekend” wordt weergegeven, klikt u op [Geef een locatie op] en klik ver- volgens op [Volgende >]. Als het bericht “Stuurprogrammabestanden zoeken” wordt weergegeven, schakelt u het selectievakje [Optionele zoeklocaties.] in, en klikt u vervolgens op [Geef een locatie op] en klik vervolgens op [Volgende >].
De machine voorbereiden Opmerking ❒ Als u de printer niet wilt installeren wanneer de Wizard Nieuwe hardware gevonden start in een besturingssysteem dat SCSI-print ondersteunt, scha- kelt u het apparaat volgens de onderstaande procedure uit. Als het dialoogvenster [Wizard Nieuwe hardware gevonden] verschijnt, klikt u op [Volgende >].
Pagina 53
Het printerstuurprogramma installeren met gebruikmaking van IEEE 1394 (SCSI print) Plaats de cd-rom in het cd-romstation. Als Auto Run start, klikt u op [Annuleren], en vervolgens op [Afsluiten]. Om Auto Run uit te schakelen, drukt u op de linker {Shift}-toets wanneer u de CD-ROM in het station plaatst.
Pagina 54
De machine voorbereiden ❒ Als na installatie het afdrukken problematisch verloopt, verwijdert u de poort en installeert het printerstuurprogramma opnieuw. Zie Problee- moplossing voor meer informatie. ❒ Als u de printer niet wilt installeren wanneer de Wizard Nieuwe hardware gevonden start in een besturingssysteem dat SCSI-print ondersteunt, scha- kelt u het apparaat volgens de onderstaande procedure uit: Als het dialoogvenster [Wizard Nieuwe hardware gevonden] wordt geo- pend, controleert u of [Met deze wizard kunt u software installeren voor: On-...
Afdrukken via een Bluetooth-verbinding Afdrukken via een Bluetooth-verbinding Hier wordt beschreven hoe u kunt afdrukken met Bluetooth-apparaten. Profielen die worden ondersteund De volgende profielen worden ondersteund voor Bluetooth-verbindingen. ❖ SPP, HCRP • Een maximum van twee Bluetooth-adapters of computers met Bluetooth- apparatuur kunnen tegelijk worden aangesloten via de Bluetooth-inter- face: één door SPP, één door HCRP.
De machine voorbereiden Afdrukken via een Bluetooth-verbinding Om het printerstuurprogramma af te drukken, volgt u de procedure voor het in- stalleren van een parallelle interface. Belangrijk ❒ Om een printerstuurprogramma in Windows 2000/XP Professional of Windows Ser- ver 2003 te installeren, moet u een account met een machtiging als printerbeheerder hebben.
Afdrukken via een Bluetooth-verbinding Instellingen voor de veilige modi maken Hier wordt beschreven hoe u de instellingen voor veilige modus configureert. Start 3Com Bluetooth Connection Manager. Klik in het menu [Tool] op [Veilige modus]. Het dialoogvenster[Veilige modus] opent. Selecteer de beveiligingsmodus in de lijst [Veilige modus:]. Als u klikt op [High] of [Custom], en [Link] specificeert in het dialoogvenster [Custom Settings] dient u het wachtwoord voor Bluetooth in te voeren.
De machine voorbereiden Printeropties instellen Maak de instellingen voor de apparaatopties met gebruikmaking van het prin- terstuurprogramma als bidirectionele comunicatie is uitgeschakeld. Verwijzing Voor meer informatie over de instellingen voor printeropties, zie Pag.52 “Als bidirectionele communicatie is uitgeschakeld”. Condities voor bidirectionele communicatie Tijdens bidirectionele communicatie kan automatisch informatie over de het pa- pierformaat en -invoerrichting naar de printer worden gestuurd.
Pagina 59
Printeropties instellen ❖ Wanneer verbonden met het netwerk • Het apparaat dient bidirectionele communicatie te ondersteunen. • DeskTop Binder-SmartDeviceMonitor for Client op de CD-ROM moet worden geïnstalleerd, en eveneens is het gebruik van TCP/IP vereist. • In Windows 2000 moet u de optie [Bidirectionele ondersteuning inschakelen] selecteren, maar mag u de optie [Printerpooling inschakelen] niet selecteren op het tabblad [Poorten] van het RPCS-printerstuurprogramma.
De machine voorbereiden Als bidirectionele communicatie is uitgeschakeld Instellingen voor opties maken wanneer bidirectionele communicatie is uitge- schakeld. Belangrijk ❒ In Windows 2000/XP en Windows Server 2003 dient u printerbeheerder te zijn om de printereigenschappen te wijzigen in de map[Printers]. Meldt u aan als lid van de beheerders- of hoofdgebruikersgroep.
Font Manager 2000 installeren Font Manager 2000 installeren Belangrijk ❒ Om in Windows 2000/XP, Windows Server 2003, of Windows NT 4.0 met ge- bruikmaking van Auto Run toepassingen te installeren, heeft u beheerder- smachtigingen nodig. Om een printerstuurprogramma met gebruikmaking van Auto Run te installeren, maakt u gebruik van een beheerdersaccount.
De machine voorbereiden Adobe PageMaker Version 6.0, 6.5 of 7.0 gebruiken In Windows 95/98/Me/2000/XP, Windows Server 2003 of Windows NT 4.0 met Adobe PageMaker geïnstalleerd, dient u PPD-bestanden naar de map Page- Maker te kopiëren. PPD-bestanden, in de map “DRIVERS\PS\WIN9X_ME\(Taal)\DISK1” van de CD-ROM hebben de extensie .ppd.
2. Het printerstuurprogramma instellen PCL - De printereigenschappen bewerken Windows 95/98/Me - De printereigenschappen bewerken Er zijn twee manieren om het eigenschappenvenster van de printer te openen. Standaardinstellingen voor de printer maken Om de standaardinstellingen van de printer te maken, opent u het eigenschap- penvenster van de printer vanuit het venster [Printers].
Pagina 64
Het printerstuurprogramma instellen Vanuit een toepassing de instellingen van de printer maken U kunt printerinstellingen vanuit een specifieke toepassing maken. Om printerinstellingen vanuit een specifieke toepassing te maken, opent u het eigenschappenvenster van de printer van deze toepassing. Hieronder wordt uit- gelegd hoe u de instellingen maakt voor de toepassing WordPad van Windows 95/98/Me.
PCL - De printereigenschappen bewerken Windows 2000 - De printereigenschappen bewerken De standaardinstellingen van de printer maken - de printereigenschappen Belangrijk ❒ Om de standaardinstellingen van de printer te wijzigen inclusief de opties, dient u zich als een printerbeheerder aan te melden. Leden van de groepen Beheerders en Hoofdgebruikers hebben standaard een machtiging Printers beheren.
Pagina 66
Het printerstuurprogramma instellen Maak de noodzakelijke instellingen en klik op [OK]. Opmerking ❒ De hier gemaakte instellingen worden als standaardinstellingen voor alle toepassingen gebruikt. Verwijzing Raadpleeg voor meer informatie de Help van het printerstuurprogramma. Vanuit een toepassing de instellingen van de printer maken U kunt printerinstellingen vanuit een specifieke toepassing maken.
PCL - De printereigenschappen bewerken Windows XP, Windows Server 2003 - De printereigenschappen bewerken De standaardinstellingen van de printer maken - de printereigenschappen Belangrijk ❒ Om de standaardinstellingen van de printer te wijzigen inclusief de opties, dient u zich als een printerbeheerder aan te melden. Leden van de groepen Beheerders en Hoofdgebruikers hebben standaard een machtiging Printers beheren.
Pagina 68
Het printerstuurprogramma instellen Maak de noodzakelijke instellingen en klik op [OK]. Opmerking ❒ De hier gemaakte instellingen worden als standaardinstellingen voor alle toepassingen gebruikt. Verwijzing Raadpleeg voor meer informatie de Help van het printerstuurprogramma. Vanuit een toepassing de instellingen van de printer maken U kunt printerinstellingen vanuit een specifieke toepassing maken.
PCL - De printereigenschappen bewerken Windows NT 4.0 - De printereigenschappen bewerken De standaardinstellingen van de printer maken - de printereigenschappen Belangrijk ❒ Om de standaardinstellingen van de printer te wijzigen inclusief de opties, dient u zich aan te melden als volwaardige beheerder. Leden van de Beheer- dersgroep, Serveroperatorgroep, Printeroperatorgroep en Hoofdgebruikers- groep hebben standaard toegang met volledig beheer.
Pagina 70
Het printerstuurprogramma instellen In het menu [Bestand] klikt u op [Documentstandaarden]. Het dialoogvenster [Standaard] wordt weergegeven. Maak de noodzakelijke instellingen en klik op [OK]. Opmerking ❒ De hier gemaakte instellingen worden als standaardinstellingen voor alle toepassingen gebruikt. Verwijzing Raadpleeg voor meer informatie de Help van het printerstuurprogramma. Vanuit een toepassing de instellingen van de printer maken U kunt printerinstellingen vanuit een specifieke toepassing maken.
RPCS - De printereigenschappen bewerken RPCS - De printereigenschappen bewerken Windows 95/98/Me - De printereigenschappen bewerken Er zijn twee typen dialoogvensters voor het eigenschappenvenster van de printer. In deze handleiding wordt het type “Multi-tab” als voorbeeld gebruikt. Raad- pleeg de Help van het printerstuurprogramma voor informatie over het wijzi- gen van het venstertype.
Pagina 72
Het printerstuurprogramma instellen Vanuit een toepassing de instellingen van de printer maken U kunt printerinstellingen vanuit een specifieke toepassing maken. Om printerinstellingen vanuit een specifieke toepassing te maken, opent u het eigenschappenvenster van de printer van deze toepassing. Hieronder wordt uit- gelegd hoe u de instellingen maakt voor de toepassing WordPad van Windows 95/98/Me.
RPCS - De printereigenschappen bewerken Windows 2000 - De printereigenschappen bewerken Hier wordt beschreven hoe u de eigenschappen van het printerstuurprogramma opent. De standaardinstellingen van de printer maken - de printereigenschappen Belangrijk ❒ Om de standaardinstellingen van de printer te wijzigen inclusief de opties, dient u zich als een printerbeheerder aan te melden.
Pagina 74
Het printerstuurprogramma instellen Standaardinstellingen voor de printer maken - Afdrukvoorkeuren Belangrijk ❒ U kunt de standaardinstellingen van de printer niet voor afzonderlijke ge- bruikers wijzigen. De instellingen in het eigenschappenvenster van de printer zijn van toepassing op alle gebruikers. Wijs in het menu [Start], naar [Instellingen], en klik op [Printers]. Het venster [Printers] verschijnt.
RPCS - De printereigenschappen bewerken Windows XP, Windows Server 2003 - De printereigenschappen bewerken De standaardinstellingen van de printer maken - de printereigenschappen Belangrijk ❒ Om de standaardinstellingen van de printer te wijzigen inclusief de opties, dient u zich als een printerbeheerder aan te melden. Leden van de groepen Beheerders en Hoofdgebruikers hebben standaard een machtiging Printers beheren.
Pagina 76
Het printerstuurprogramma instellen Standaardinstellingen voor de printer maken - Afdrukvoorkeuren Belangrijk ❒ U kunt de standaardinstellingen van de printer niet voor afzonderlijke ge- bruikers wijzigen. De instellingen in het eigenschappenvenster van de printer zijn van toepassing op alle gebruikers. Klik in het menu [Start], op [Printers en faxapparaten]. Het venster [Printers en faxapparaten] verschijnt.
RPCS - De printereigenschappen bewerken Windows NT 4.0 - De printereigenschappen bewerken De standaardinstellingen van de printer maken - de printereigenschappen Belangrijk ❒ Om de standaardinstellingen van de printer te wijzigen inclusief de opties, dient u zich aan te melden als volwaardige beheerder. Leden van de Beheer- dersgroep, Serveroperatorgroep, Printeroperatorgroep en Hoofdgebruikers- groep hebben standaard toegang met volledig beheer.
Pagina 78
Het printerstuurprogramma instellen Standaardinstellingen voor de printer maken - Standaard Belangrijk ❒ Om de standaardinstellingen van de printer te wijzigen inclusief de opties, dient u zich aan te melden als volwaardige beheerder. Leden van de Beheer- dersgroep, Serveroperatorgroep, Printeroperatorgroep en Hoofdgebruikers- groep hebben standaard toegang met volledig beheer.
Pagina 79
RPCS - De printereigenschappen bewerken Vanuit een toepassing de instellingen van de printer maken U kunt printerinstellingen vanuit een specifieke toepassing maken. Om printerinstellingen vanuit een specifieke toepassing te maken, opent u het ei- genschappenvenster van de printer van deze toepassing. Hierna wordt uitgelegd hoe u de instellingen maakt voor de toepassing WordPad van Windows NT 4.0.
3. Andere afdrukbewerkingen Een PDF-bestand direct afdrukken U kunt PDF-bestanden naar het apparaat sturen om af te drukken zonder een PDF-toepassing te openen. Belangrijk ❒ Deze functie is alleen mogelijk wanneer de optionele PostScript 3-eenheid is geïnstalleerd. ❒ Deze functie kan alleen worden gebruikt voor echte Adobe PDF-bestanden. ❒...
Pagina 82
Andere afdrukbewerkingen Verbeterfuncties van DeskTopBinder Lite Voer de verbeterfunctie van DeskTopBinder Lite uit om PDF-bestanden direct af te drukken. Klik in het menu [Start] op [Alle programma’s], [DeskTopBinder] en op [Extended Features Wizard]. Wanneer [Extended Features Wizard] verschijnt, selecteert u [Start] en klikt u vervol- gens herhaaldelijk op [Volgende] totdat het scherm [Afdrukfunctie3] verschijnt.
Pagina 83
Een PDF-bestand direct afdrukken Met wachtwoord beveiligde PDF-documenten afdrukken Volg de onderstaande procedure om met wachtwoord beveiligde PDF-bestan- den af te drukken. Klik in het Windows-menu [Start] op [Alle programma’s], DeskTopBinder en op [Extended Features Wizard]. Wanneer [Extended Features Wizard] verschijnt, selecteert u [Start] en klikt u vervol- gens herhaaldelijk op [Volgende] totdat het scherm [Afdrukfunctie3] verschijnt.
Andere afdrukbewerkingen Eigensch. PDF directafdr. NL APK103S Naam instellen: Richting: Weergave van de configuratienaam van Geef de afdrukstand van het origineel op. de invoegtoepassing (maximaal 63 te- Aantal kopieën kens van één byte). Geef het aantal exemplaren op dat u wilt Pictogram wijzigen...
Bescherming tegen onbevoegd kopiëren Bescherming tegen onbevoegd kopiëren U kunt onder de afgedrukte tekst patronen en tekst afdrukken om te voorkomen dat het document zonder toestemming wordt gekopieerd. Bescherming tegen onbevoegd kopiëren bestaat uit twee functies: [Gegevensbeveiliging voor kopiëren] en [Mask type:]. Belangrijk ❒...
Pagina 86
Andere afdrukbewerkingen ❖ Een document afdrukken met gebruik van [Gegevensbeveiliging voor kopiëren] AJL030S Het patroon en de tekst die u Het document is onleesbaar ge- heeft ingesteld, worden afgedrukt. maakt door het grijs dat erover heen is gedrukt. Het document wordt gekopieerd of opgeslagen in een kopieerappa- raat of multifunctioneel apparaat waarop de optionele eenheid Be-...
Bescherming tegen onbevoegd kopiëren [Mask type:] gebruiken U kunt patronen en tekst insluiten in een document door het printerstuurpro- gramma in te stellen op het voorkomen van onbevoegd kopiëren. ❖ Stel [Mask type:] in in de het printerstuurprogramma • Kies een patroon van [Mask type:] en voer vervolgens de tekst in in het vak [Tekst:].
Andere afdrukbewerkingen Opmerking ❒ Alleen het RPCS-printerstuurprogramma wordt ondersteund. ❒ Er kan niet worden afgedrukt met 200 × 200 dpi. ❒ U kunt niet slechts een deel van patronen en tekst in een document insluiten. ❒ Als u het ingesloten patroon duidelijk wilt weergeven, moet u de tekengroot- te instellen op minimaal 50 pt (bij voorkeur 70 tot 80 pt) en de tekenhoek tus- sen 30 en 40 graden.
De Afdruktakenfunctie gebruiken De Afdruktakenfunctie gebruiken Hier wordt beschreven hoe u bestanden afdrukt die op het apparaat zijn opgeslagen. De volgende afdrukmethoden kunnen met het printerstuurprogramma worden geselecteerd: Testafdruk, Beveiligde afdruk, Uitgestelde afdruk en Opgeslagen afdruk. U kunt de afdruktaken die op het apparaat zijn opgeslagen, afdrukken of verwijderen. Als u Testafdruk, Beveiligde afdruk of Uitgestelde afdruk selecteert, worden de op het apparaat opgeslagen afdrukbestanden verwijderd nadat het afdrukken is voltooid.
Pagina 90
Andere afdrukbewerkingen Details [Alles wissen] Geeft informatie over een geselecteerd Heft alle selecties op. bestand. [Select. alle tk.] [UVorige] / [TVolg.] Selecteert alle bestanden die zijn op- Past de lijst met bestanden niet op het geslagen in het apparaat. scherm, beweeg dan naar beneden [Geselecteerd:] door de lijst.
Pagina 91
De Afdruktakenfunctie gebruiken ❖ Lijst per gebruiker-ID Het volgende scherm verschijnt als u [Lijst per gebr.ID] kiest van [Originele af- druktakenlijst] (zie Pag.84 “De Oorspronkelijke afdruktakenlijst kiezen”). NL APK150S Gebr.ID [Volledige lijst] Geeft de gebruiker-ID’s weer van ge- Geeft alle afdruktaken weer. bruikers die bestanden naar het appa- [Lijst per gebr.ID] raat hebben gestuurd.
Andere afdrukbewerkingen De Oorspronkelijke afdruktakenlijst kiezen Kies voor de afdruktakenlijst een van de twee soorten weergave: • Volledige lijst: geeft een lijst weer van opgeslagen afdruktaken. • Lijst per gebr.ID: geeft een lijst weer van gebruiker-ID’s. De Oorspronkelijke afdruktakenlijst kiezen Druk op de toets {Gebruikersinstellingen}.
Afdrukken vanuit het scherm Afdruktaken Afdrukken vanuit het scherm Afdruktaken In deze paragraaf wordt de werking uitgelegd van Testafdruk, Beveiligde af- druk, Uitgestelde afdruk en Opgeslagen afdruk. Testafdruk Gebruik deze functie om alleen de eerste set van een afdruktaak uit diverse sets af te drukken.
Pagina 94
Andere afdrukbewerkingen Een Testafdrukbestand afdrukken Gebruik de onderstaande procedure om een testafdrukbestand af te drukken met de PCL 6/5e en het RPCS-printerstuurprogramma. Zie PostScript 3 Supple- ment dat als PDF-bestand op de CD-ROM staat voor meer informatie over het afdrukken van een testafdrukbestand met gebruik van het PostScript 3-printer- stuurprogramma.
Pagina 95
Afdrukken vanuit het scherm Afdruktaken Druk op [Lijst vbl afdr.taken]. Er wordt een lijst weergegeven met testafdrukbestanden die zijn opgeslagen op het apparaat. Afhankelijk van de beveiligingsinstellingen, worden bepaalde afdruktaken mogelijk niet weergegeven. Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken en druk op [Afdrukken]. Voer het nieuwe aantal sets in met gebruikmaking van de cijfertoetsen.
Pagina 96
Andere afdrukbewerkingen Druk op [Ja]. De resterende sets worden afgedrukt. Druk op [Stoppen] om de afdruktaak te annuleren. Opmerking ❒ Als de afdruktaak is voltooid, wordt het opgeslagen bestand verwijderd. ❒ Als u de afdruktaak wilt stoppen nadat deze is gestart, drukt u op de toets {Onderbreken} totdat het scherm Printertaken verschijnt.
Afdrukken vanuit het scherm Afdruktaken Beveiligde afdruk Gebruik deze functie om de privacy te waarborgen wanneer u via een netwerk vertrouwelijke documenten afdrukt op het apparaat. Nadat af te drukken gege- vens zijn opgeslagen op het apparaat, is het normaal gesproken mogelijk gege- vens af te drukken met gebruikmaking van de display.
Pagina 98
Andere afdrukbewerkingen Een Beveiligd afdrukbestand afdrukken Gebruik de onderstaande procedure om een beveiligd afdrukbestand af te druk- ken met de PCL 6/5e en het RPCS-printerstuurprogramma. Zie PostScript 3 Supplement dat als PDF-bestand op de CD-ROM staat voor meer informatie over het afdrukken van een beveiligd-afdrukbestand met gebruik van het PostS- cript 3-printerstuurprogramma.
Pagina 99
Afdrukken vanuit het scherm Afdruktaken Druk op [Takenlijst Bev. afdruk]. Er wordt een lijst weergegeven met beveiligde afdrukbestanden die zijn op- geslagen op het apparaat. Afhankelijk van de beveiligingsinstellingen, worden bepaalde afdruktaken mogelijk niet weergegeven. Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken en druk op [Afdrukken]. Het wachtwoordscherm wordt weergegeven.
Pagina 100
Andere afdrukbewerkingen Druk op [Ja]. Het beveiligde bestand wordt afgedrukt. Druk op [Stoppen] om de afdruktaak te annuleren. Opmerking ❒ Als de afdruktaak is voltooid, wordt het opgeslagen bestand verwijderd. ❒ Als u de afdruktaak wilt stoppen nadat deze is gestart, drukt u op de toets {Onderbreken} totdat het scherm Printertaken verschijnt.
Afdrukken vanuit het scherm Afdruktaken Uitgestelde afdruk Gebruik deze functie om tijdelijk een bestand in het apparaat vast te houden en later af te drukken via de computer of het bedieningspaneel van het apparaat. Belangrijk ❒ Een Uitgesteld afdrukbestand kan niet worden opgeslagen als: •...
Pagina 102
Andere afdrukbewerkingen Afdrukken starten vanuit het dialoogvenster [Afdrukken] van de toepassing. De uitgestelde afdruktaak wordt naar het apparaat gestuurd en opgeslagen. Druk op het bedieningspaneel van het apparaat op de toets {Printer} om het Printerscherm te openen. Druk op [Afdruktaken]. Druk op [Lijst uitgest.
Pagina 103
Afdrukken vanuit het scherm Afdruktaken Druk op [Ja]. Het uitgestelde afdrukbestand wordt afgedrukt. Druk op [Stoppen] om de afdruktaak te annuleren. Opmerking ❒ Als de afdruktaak is voltooid, wordt het opgeslagen bestand verwijderd. ❒ Als u de afdruktaak wilt stoppen nadat deze is gestart, drukt u op de toets {Onderbreken} totdat het scherm Printer verschijnt.
Andere afdrukbewerkingen Opgeslagen afdrukbestanden Gebruik deze functie om een bestand in het apparaat op te slaan en het later af te drukken via de computer of het bedieningspaneel van het apparaat. Taken worden na het afdrukken niet verwijderd, dus als u meerdere exemplaren wilt afdrukken, hoeft u dezelfde taak niet opnieuw te versturen.
Pagina 105
Afdrukken vanuit het scherm Afdruktaken Een opgeslagen afdrukbestand afdrukken Gebruik de onderstaande procedure om een opgeslagen-afdrukbestand af te drukken met de PCL 6/5e en het RPCS-printerstuurprogramma. Zie PostScript 3 Supplement dat als PDF-bestand op de CD-ROM staat voor meer informatie over het afdrukken van een opgeslagen-afdrukbestand met gebruik van het PostScript 3-printerstuurprogramma.
Pagina 106
Andere afdrukbewerkingen Druk op [Lijst opgesl. afdr.tk.]. Er wordt een lijst weergegeven met opgeslagen afdrukbestanden die zijn op- geslagen in het apparaat. Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken en druk op [Afdrukken]. Het bevestigingsscherm verschijnt. Heeft u een wachtwoord ingesteld in het printerstuurprogramma, dan ver- schijnt er een wachtwoordbevestigingsscherm.
Pagina 107
Afdrukken vanuit het scherm Afdruktaken Voer het nieuwe aantal sets in met gebruik van de cijfertoetsen. Druk op [Ja]. Het opgeslagen afdrukbestand wordt afgedrukt. Druk op [Stoppen] om de afdruktaak te annuleren. Opmerking ❒ Wanneer meerdere afdrukbestanden zijn geselecteerd, wordt voor alle in- stellingen het minimum aantal sets gebruikt.
Pagina 108
Andere afdrukbewerkingen Opgeslagen afdrukbestanden verwijderen Druk op de {Printer}-toets om het Printer-scherm weer te geven. Druk op [Afdruktaken]. Er wordt een lijst weergegeven met afdrukbestanden die zijn opgeslagen in het apparaat. Druk op [Lijst opgesl. afdr.tk.]. Er wordt een lijst weergegeven met opgeslagen afdrukbestanden die zijn op- geslagen in het apparaat.
Afdrukken vanaf het scherm Taak per gebruiker-ID Afdrukken vanaf het scherm Taak per gebruiker-ID Hier wordt beschreven hoe u bestanden die in het apparaat zijn opgeslagen, af- drukt vanaf het scherm Gebruiker-ID. De geselecteerde afdruktaak afdrukken Druk op de toets {Printer}. Het printerscherm wordt weergegeven.
Pagina 110
Andere afdrukbewerkingen Druk op [Lijst per gebr.ID]. De afdruktakenlijst van het geselecteerde gebruiker-ID verschijnt. Selecteer de gewenste afdruktaken. Druk opnieuw op de gemarkeerde afdruktaak om een selectie ongedaan te maken. Druk op [Alles wissen] om alle selecties ongedaan te maken. Druk op [Afdrukken].
Afdrukken vanaf het scherm Taak per gebruiker-ID Alle afdruktaken afdrukken Druk op de toets {Printer}. Het printerscherm wordt weergegeven. Druk op het scherm Printer op [Afdruktaken]. Een lijst gebruiker-ID’s van wie de bestanden zijn opgeslagen op het appa- raat, wordt weergegeven. Druk op het gebruiker-ID van wie u de bestanden wilt afdrukken.
Pagina 112
Andere afdrukbewerkingen Kies het gewenste soort afdruktaak en druk vervolgens op [OK]. Het bevestigingsscherm verschijnt. Het bevestigingsscherm verschijnt niet als het geselecteerde ID maar een soort afdruktaak heeft. Druk op [Ja]. De geselecteerde bestanden worden afgedrukt. Opmerking ❒ Nadat het afdrukken is voltooid, worden testafdruk-, Opgeslagen afdruk- en Uitgestelde afdrukbestanden verwijderd.
Form Feed Form Feed Deze paragraaf bevat instructie voor het gebruik van het apparaat in geval er geen lade is geselecteerd voor het papierformaat of -type, of wanneer het papier van het apparaat op is. Belangrijk ❒ De lade kan niet worden gewijzigd als de volgende functies zijn ingesteld: •...
Andere afdrukbewerkingen Een afdruktaak annuleren Volg deze procedure om de afdruktaak te annuleren als het bericht voor form feed verschijnt. Druk op de toets {Printer}. Het printerscherm wordt weergegeven. Druk op [Taak reset]. Verwijder de opgeslagen afdruktaken, en annuleer form feed. Druk op [Reset taak] om alleen de huidige afdruktaak te annuleren, of op [Reset alle taken] om alle afdruktaken te annuleren.
Een afdruktaak annuleren Een afdruktaak annuleren In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u het afdrukken kunt stoppen via de computer of het bedieningspaneel. Een afdruktaak annuleren via het bedieningspaneel Druk op de toets {Printer}. Het printerscherm wordt weergegeven. Druk op [Taak reset]. Druk op [Reset taak] of [Reset alle taken].
Andere afdrukbewerkingen Windows - Een afdruktaak annuleren via de computer U kunt een afdruktaak annuleren via een computer als de overdracht van af- druktaken nog niet is voltooid. Dubbelklik op het printerpictogram op de taaklade van Windows. Een venster opent met alle afdruktaken die momenteel in de afdrukwachtrij staan.
Het foutenlogbestand controleren Het foutenlogbestand controleren Konden bestanden niet worden afgedrukt door afdrukfouten, probeer dan achter de oor- zaak van de fouten te komen door het foutenlog te controleren op het bedieningspaneel. Belangrijk ❒ De meest recente 50 foutenbestanden worden in het foutenlogboek opgesla- gen.
Andere afdrukbewerkingen Spoolafdrukken Met Spoolafdrukken kunt u afdruktaken die worden overgestuurd vanaf een computer, tijdelijk opslaan om ze af te drukken nadat ze zijn overgedragen. Spoolafdrukken bekort de afdruktijd en maximaliseert de printerefficiëntie. Belangrijk ❒ Tijdens Spoolafdrukken wordt de harde schijf gebruikt en knippert het lamp- je Data In.
Gebruikersgedefinieerde pagina Gebruikersgedefinieerde pagina Met deze functie kunt u de paginanummers instellen voor de afzonderlijke in- voerladen. Belangrijk ❒ Deze functie is alleen beschikbaar voor het PCL 6/5e-printerstuurprogramma. ❒ Als [Document Server] is geselecteerd onder [Job type:], kunt u Gebruikersge- definieerde pagina niet gebruiken.
Andere afdrukbewerkingen Afdrukken met gebruikmaking van de Finisher U kunt afgedrukt papier sorteren, nieten of perforeren door finishers te installe- ren. Lees de volgende voorzorgsmaatregelen zorgvuldig wanneer u finishers gebruikt. Belangrijk ❒ Maak de instellingen voor de apparaatopties met gebruikmaking van het printerstuurprogramma als bidirectionele comunicatie is uitgeschakeld.
Afdrukken met gebruikmaking van de Finisher Nieten Als u Finisher SR5000 of Booklet Finisher BK5000 heeft geïnstalleerd, kunnen sets afzonderlijk worden geniet wanneer u meerdere sets afdrukt. Nietpositie De gespecificeerde nietpositie is afhankelijk van het papierformaat, -type, hoe- veelheid en invoerrichting. In de volgende tabel worden de nietposities weerge- geven: NL APK100S Opmerking...
Pagina 122
Andere afdrukbewerkingen Voorzorgsmaatregelen bij nietprocedures Belangrijk ❒ U kunt alleen nieten indien de optionele finisher is geïnstalleerd. ❖ Afdrukken met nieten wordt geannuleerd onder de volgende voorwaarden: • Als het aantal te nieten pagina’s het maximum aantal overschrijdt. De volgende maximum aantallen vellen kunnen worden geniet: •...
Afdrukken met gebruikmaking van de Finisher Perforeren Als Finisher SR5000 is geïnstalleerd, kunt u sets afzonderlijk perforeren terwijl u diverse sets afdrukt. Perforeerpositie De gespecificeerde perforeerpositie is afhankelijk van de papierinvoer en de af- drukstand. In de volgende tabel worden de perforeerposities weergegeven: NL APK101S Opmerking ❒...
Pagina 124
Andere afdrukbewerkingen Voorzorgsmaatregelen bij perforatie Volg deze voorzorgsmaatregelen op wanneer u de perforatiefunctie gebruikt. Belangrijk ❒ Als u deze functie wilt gebruiken, moet Finisher SR5000 zijn geïnstalleerd. ❒ Deze functie is niet beschikbaar voor het 135 ppm-model. ❖ Afdrukken met perforaties wordt geannuleerd onder de volgende voorwaarden: •...
Afdrukken met gebruikmaking van de Finisher Sorteren Tijdens het afdrukken van diverse documenten zoals handouts voor vergaderin- gen, kunt u afzonderlijke sets ordelijk sorteren. Deze functie heet “Sorteren”. Bij deze functie wordt informatie opgeslagen die door een computer wordt ver- stuurd naar het printergeheugen of de harde schijf.
Pagina 126
Andere afdrukbewerkingen Geroteerd sorteren De sets worden om en om geroteerd, over een hoek van 90 graden. AEU017S Belangrijk ❒ De functie Geroteerd sorteren vereist twee papierladen met hetzelfde papier- formaat maar wel in verschillende afdrukstanden. ❒ Als de uitvoerlade beschikt over een staffelfunctie, wordt Gestaffeld sorteren toegepast, ook al is Geroteerd sorteren geselecteerd.
Pagina 127
Afdrukken met gebruikmaking van de Finisher Gestaffeld sorteren De optionele finisher is verplicht voor deze functie. De finisher staffeluitvoer beweegt voorwaarts en achterwaarts wanneer een taak of set wordt afgeleverd, zodat scheiding tussen de sets of taken wordt gereali- seerd. AEU018S...
Andere afdrukbewerkingen Voorbladen Met deze functie kunt u voor- en achterflappen invoegen die vanaf een andere lade naar die de hoofdlade worden gevoerd waarna ze worden bedrukt. Deze functie is beschikbaar bij het printerstuurprogramma voor RPCS, PCL 5e/6 of PostScript 3. In deze paragraaf wordt uitgelegd wanneer u het RPCS-printer- stuurprogramma gebruikt.
Pagina 129
Voorbladen • Blanco • Wanneer éénzijdig wordt afgedrukt AEV018S • Wanneer dubbelzijdig wordt afgedrukt AEV033S ❖ Achterblad De laatste pagina van het document wordt als achterblad afgedrukt. • Eenzijdig afdrukken Slechts één zijde van het voorblad bedrukken, zelfs wanneer dubbelzijdig afdrukken is geselecteerd.
Pagina 130
Andere afdrukbewerkingen • Afdrukken op beide zijden Afdrukken op beide zijden van het voorblad als dubbelzijdig afdrukken is geselecteerd. • Het achterblad met de bedrukte zijde naar binnen en een oneven aantal pagina’s. AMT203S • Het achterblad met de bedrukte zijde naar buiten en een oneven aantal pagina’s.
Pagina 131
Voorbladen • Blanco • Wanneer éénzijdig wordt afgedrukt AEV040S • Wanneer dubbelzijdig wordt afgedrukt AEV041S Opmerking ❒ Als “Automatische ladekeuze” is ingesteld als papierinvoerlade voor de rapportin- houd, wordt het papier aangeleverd vanaf een lade met papier in de K-richting. Als het voorblad is ingesteld op de L-richting, zijn derhalve de richtingen van het voorblad en documentinhoud niet hetzelfde.
Andere afdrukbewerkingen Hoofdstuk instellen De opgegeven bladzijde wordt afgedrukt op dezelfde kant als de eerste bladzij- de net als bij een boek. U kunt ook tussenbladen voor hoofdstukken invoegen voor opgegeven bladzijdes en opgeven of de tussenbladen moeten worden be- drukt.
Hoofdstuk instellen Tussenbladen voor hoofdstukken invoegen Met deze functie worden tussenbladen voor hoofdstukken ingevoegd voor de opgegeven bladzijde. • Afdrukken Drukt af op de tussenbladen voor hoofdstukken. Is dubbelzijdig afdrukken geselecteerd, dan worden beide kanten van de tussenbladen bedrukt. AJO023S •...
Andere afdrukbewerkingen Tussenblad Deze functie is beschikbaar bij het printerstuurprogramma voor RPCS, PCL 5e/6 of PostScript 3. Raadpleeg de Help van het betreffende printerstuurpro- gramma voor meer informatie. ❖ Een tussenblad invoegen tussen alle pagina’s • Afdrukken AEV019S • Blanco AEU023S ❖...
Pagina 135
Tussenblad Opmerking ❒ Sorteren kan niet worden ingesteld bij gebruik van tussenbladen. ❒ Wanneer het dubbelzijdig afdrukken of voorblad afdrukken aan staat, dan kunt u geen tussenbladen tussenvoegen. ❒ Het tussenblad dient hetzelfde formaat en richting te hebben als het basispa- pier.
Andere afdrukbewerkingen Tabblad Drukt af op tabbladen. APK105S Deze functie is uitsluitend beschikbaar bij het RPCS-printerstuurprogramma. Belangrijk ❒ Zorg dat de optionele tabbladhouder is geïnstalleerd wanneer u tabbladen in- stelt. Neem contact op met de servicevertegenwoordiger over installatie van de optionele tabbladhouder. ❒...
Z-vouw Z-vouw Deze functie is beschikbaar bij het printerstuurprogramma voor RPCS, PCL 5e/6 of PostScript 3. Raadpleeg de Help van het betreffende printerstuurpro- gramma voor meer informatie. U kunt Z-vouwen gebruiken als de optionele Z-vouweenheid is bevestigd. Vouwposities Wanneer u Z-vouw gebruikt, selecteert u de vouwposities voor de voorpagina via het printerstuurprogramma.
Andere afdrukbewerkingen Opmerkingen over de functie Z-vouw Volg deze voorzorgsmaatregelen op wanneer u de perforatiefunctie gebruikt. ❖ In de volgende situaties wordt de functie Z-vouw geannuleerd: • als de functie Z-vouw niet wordt ondersteund voor de geselecteerde pa- piersoort; • de functie Z-vouw wordt niet ondersteund voor OHP (transparanten), eti- ketten, dik papier, doorzichtig papier en tabbladpapier;...
4. Opslaan en afdrukken met de Document Server De Document Server openen Met de Document Server kunt u documenten opslaan op de harde schijf van het apparaat, zodat u deze kunt bewerken en afdrukken wanneer u dat wilt. Belangrijk ❒ Toepassingen met eigen stuurprogramma’s zoals PageMaker, ondersteunen deze functie niet.
Pagina 140
Opslaan en afdrukken met de Document Server...
5. De functie en instellingen van het apparaat Mainframe Netwerkhandleiding, PostScript 3 Supplement en UNIX Supplement voor alle modellen en bevatten daarom alle functies en instellingen. In dit hoofdstuk wor- den de functies en instellingen beschreven die van toepassing zijn op het door u gebruikte model.
De functie en instellingen van het apparaat Lijst met instellingsitems Web Image Monitor In de volgende tabellen worden Web Image Monitor-items weergegeven die kunnen worden weergegeven of gewijzigd, afhankelijk van de geselecteerde webbrowsermodus. Selecteer een van de volgende modi om u aan te melden op Web Image Monitor: •...
Pagina 143
Lijst met instellingsitems • Informatie Menu Gebruikermodus Beheerdermodus Machine onderhoud/herstel Lezen Lezen Sales Representative Lezen Lezen Verbruiksgoederen Lezen Lezen ❖ Document Server • Document Server Gebruikermodus Beheerdermodus Geen Lezen/Aanpassen ❖ Printer: Afdruktaak • Lijst met afdruktaken Gebruikermodus Beheerdermodus Lezen/Aanpassen Lezen/Aanpassen ❖...
Pagina 144
De functie en instellingen van het apparaat ❖ Configuratie • Apparaatinstell. Menu Gebruikermodus Beheerdermodus Systeem Lezen Lezen/Aanpassen Papier Lezen Lezen/Aanpassen Datum/Tijd Lezen Lezen/Aanpassen Timer Lezen Lezen/Aanpassen Logboeken Lezen Lezen/Aanpassen E-mail Lezen Lezen/Aanpassen Autom. E-mailmelding Geen Lezen/Aanpassen E-mailmelding op verzoek Geen Lezen/Aanpassen Bestandsoverdracht Geen...
Pagina 145
Lijst met instellingsitems • Netwerk Menu Gebruikermodus Beheerdermodus IPv4 Lezen Lezen/Aanpassen IPv6 Lezen Lezen/Aanpassen NetWare Lezen Lezen/Aanpassen AppleTalk Lezen Lezen/Aanpassen Lezen Lezen/Aanpassen SNMP Geen Lezen/Aanpassen SNMPv3 Geen Lezen/Aanpassen SSDP Geen Lezen/Aanpassen Bonjour Lezen Lezen/Aanpassen Systeemlogb. Lezen Lezen • Beveiliging Menu Gebruikermodus Beheerdermodus Netwerkbeveiliging...
Pagina 146
De functie en instellingen van het apparaat • Instellingen Uitgebreide eigenschap Menu Gebruikermodus Beheerdermodus Instelling Startup Geen Lezen/Aanpassen Informatie Uitgebreide ei- Geen Lezen/Aanpassen genschap Installeer Geen Lezen/Aanpassen Installatie ongedaan maken Geen Lezen/Aanpassen Allocatie wijzigen Geen Lezen/Aanpassen Beheerder toepassingen Geen Lezen/Aanpassen Uitgebreide eigenschappen Geen Lezen/Aanpassen...
Lijst met instellingsitems telnet De volgende telnetsoftware kan met dit apparaat worden gecombineerd: access, appletalk, authfree, autonet, bonjour (rendezvous), btconfig, devicena- me, dhcp, diprint, dns, domainname, help, hostname, ifconfig, info, ipp, ipv6, lpr, netware, passwd, prnlog, route, set, show, slp, smb, snmp, sntp, spoolsw, sprint, ssdp, ssh, status, syslog, upnp, web, wiconfig, wins Instellingen die samen met PostScript 3 kunnen worden gebruikt De volgende PostScript 3-instellingen worden door dit apparaat ondersteund:...
Pagina 148
De functie en instellingen van het apparaat...
Specificaties Opties Belangrijk ❒ De optionele IEEE 1394-interfacekaart, IEEE 802.11b-interface-eenheid, IEEE 1284-interfacekaart en Bluetooth interface-eenheid kunnen niet tegelijk wor- den geïnstalleerd. ❒ De ethernet- en USB-poorten van het apparaat zijn niet beschikbaar wanneer de Gigabit Ethernet-kaart aan het apparaat is bevestigd. In plaats daarvan kunt u de Ethernet-poort en USB-poort gebruiken die op de Gigabit Ethernet- kaart zijn bevestigd.
Pagina 152
Bijlage IEEE 1284 Interface Board Type A ❖ Transmissiespec.: IEEE 1284 ❖ Vereiste kabel: Standaard IEEE 1284 compatibel met Micro Centronics 36 pin kabel IEEE 802.11b Interface Unit Type H ❖ Transmissiespec.: Gebaseerd op IEEE 802.11b (wireless LAN) ❖ Protocol: TCP/IP, IPX/SPX, AppleTalk Opmerking ❒...
Pagina 153
Specificaties Bluetooth Interface Unit Type 3245 ❖ Profielen die worden ondersteund: • SPP (Serial Port Profile) • HCRP (Hardcopy Cable Replacement Profile) • BIP (Basic Imaging Profile) ❖ Frequentiebereik: 2,45 GHz ISM-band ❖ Snelheid gegevensverzending: 723 kbps Opmerking ❒ De verzendsnelheid is aangepast op basis van factoren zoals de afstand en obstakels tussen de apparaten, radiosignaalsterkte en Bluetooth-adapter.
INDEX Afdrukken via een Bluetooth-verbinding Handleidingen voor dit apparaat , i Windows , 47 Harde schijf , 141 Afdrukken via parallelle verbinding Het USB-printerstuurprogramma Windows 2000 , 40 installeren , 35 Afdrukmethode Hoofdstuk instellen , 124 PDF directafdr. , 73 geen tussenblad , 124 Afdruksnelheid , 141 tussenbladen voor hoofdstukken , 125...
Pagina 155
Resolutie , 141 Vereenvoudigde weergave , 3 Verklaring van symbolen in deze handleiding , 1 Voorbladen , 120 Scherm Taaklijst , 4 Sorteren , 117 Specificaties , 141 Spoolafdrukken , 110 Windows taak annuleren , 107 Windows 2000 printereigenschappen, PCL , 57 Taak annuleren printereigenschappen, RPCS , 65 Windows , 107...