Pagina 1
Gebruikers- Wat kunt u met dit apparaat? handleiding Snel aan de slag Kopiëren Faxen Afdrukken Scannen Web Image Monitor Papier en toner bijvullen Problemen oplossen Onderhoud Apparaatinformatie Voor een veilig en correct gebruik, dient u de Veiligheids- informatie in "Lees dit eerst" te lezen voordat u het apparaat gebruikt.
INHOUDSOPGAVE Hoe werken deze handleidingen?........................6 Symbolen in de handleidingen........................6 Modelspecifieke informatie..........................7 Namen van de belangrijkste onderdelen......................8 1. Wat kunt u met dit apparaat? Zoeken op wat u wilt doen..........................9 Ik wil kosten besparen............................9 Ik wil gescande bestanden op mijn computer gebruiken................. 10 Ik wil bestemmingen registreren.........................
Pagina 4
Functies in een programma registreren......................50 Het apparaat aan-/uitzetten.......................... 52 De hoofdstroom inschakelen........................52 De hoofdstroom uitschakelen........................52 Bij het apparaat inloggen..........................54 Wanneer het verificatiescherm wordt weergegeven................54 Gebruikerscodeverificatie op het bedieningspaneel................54 Inloggen via het bedieningspaneel......................54 Uitloggen via het bedieningspaneel......................55 Originelen plaatsen............................56 Originelen op de glasplaat plaatsen......................
Pagina 5
Een journaal handmatig afdrukken........................ 75 5. Afdrukken Snelle installatie..............................77 Snelle installatie via een netwerk........................77 Snelle installatie via een USB-verbinding....................78 De eigenschappen van het printerstuurprogramma weergeven..............79 Standaard afdrukken............................80 Wanneer u gebruikmaakt van het PCL 6-printerstuurprogramma............80 Afdrukken op beide zijden van het papier....................81 Wanneer u gebruikmaakt van het PCL 6-printerstuurprogramma............81 Meerdere pagina's op één pagina afdrukken....................
Pagina 6
8. Papier en toner bijvullen Workflow voor het plaatsen van papier en het configureren van papierformaat en -type....105 Papier plaatsen.............................. 106 Voorzorgsmaatregelen voor het plaatsen van papier................106 Papier in de papierladen plaatsen......................106 Papier in de handinvoer plaatsen......................112 Papier met vaste richting of dubbelzijdig papier..................
Pagina 7
Meldingen die op het bedieningspaneel worden weergegeven als u de scannerfunctie gebruikt... 167 Meldingen die worden weergegeven op de clientcomputer..............171 Wanneer er andere berichten verschijnen....................178 Wanneer de ID-kaartkopie/scan niet kan worden gebruikt..............179 Wanneer het adresboek wordt geüpdatet....................180 Wanneer gegevens niet verzonden kunnen worden vanwege een probleem met de bestemming..181 Wanneer er problemen optreden bij het inloggen................
Hoe werken deze handleidingen? Symbolen in de handleidingen De handleiding gebruikt de volgende symbolen: Geeft punten aan waar u rekening mee moet houden wanneer u het apparaat gebruikt en geeft een uitleg van mogelijke oorzaken voor het vastlopen van papier, schade aan originelen of gegevensverlies.
Modelspecifieke informatie In dit gedeelte wordt uitgelegd tot welke regio uw apparaat behoort. Op de achterkant van het apparaat bevindt zich een sticker op de plaats die hieronder wordt weergegeven. De sticker bevat gegevens waarmee de regio van uw apparaat wordt geïdentificeerd. Lees wat er op de sticker staat.
Namen van de belangrijkste onderdelen In deze handleiding wordt er als volgt verwezen naar de belangrijkste onderdelen van het apparaat: • Auto Document Feeder Automatische documentinvoer (ADF)
1. Wat kunt u met dit apparaat? U kunt naar een omschrijving zoeken op wat u wilt doen. Bovendien worden de onderscheidende functies van dit apparaat uitgelegd. Zoeken op wat u wilt doen U kunt een procedure zoeken op wat u wilt doen. U kunt de faxfunctie alleen op de SP C360SFNw/C361SFNw gebruiken.
1. Wat kunt u met dit apparaat? Ik wil gescande bestanden op mijn computer gebruiken BQX138S Scanbestanden verzenden Zie de handleiding Scannen. Scanbestanden opslaan in een gedeelde map Zie de handleiding Scannen. Scanbestanden opslaan op media Zie de handleiding Scannen.
Zoeken op wat u wilt doen Ik wil bestemmingen registreren BRL060S Het bedieningspaneel gebruiken om bestemmingen in het Adresboek te registreren Zie de handleiding Faxen. Zie de handleiding Scannen. Downloaden van bestemmingen geregistreerd in het apparaat in de bestemmingslijst van het LAN-faxstuurprogramma Zie de handleiding Faxen.
1. Wat kunt u met dit apparaat? Ik wil het apparaat efficiënter gebruiken BQX139S Veelgebruikte instellingen registreren en gebruiken (Programmeren) Zie de handleiding Handige functies. Vaak gebruikte instellingen als begininstellingen registreren (Program. als standaard(Kopieerapparaat/fax/scanner/snel kopiëren/snel faxen/snel scannen)) Zie de handleiding Handige functies. Vaakgebruikte printerinstellingen registreren in het printerstuurprogramma Zie de handleiding Afdrukken.
Wat kunt u met dit apparaat? Wat kunt u met dit apparaat? In dit onderdeel worden de functies van dit apparaat beschreven. U kunt de faxfunctie alleen op de SP C360SFNw/C361SFNw gebruiken. Het [Home]-scherm aanpassen De pictogrammen voor alle functies worden weergegeven op het [Home]-scherm. DUP860 NL •...
1. Wat kunt u met dit apparaat? Kopiëren met verschillende functies DUP814 • U kunt in kleur kopiëren. U kunt de kleurenkopieermodus wisselen, afhankelijk van het type origineel en de gewenste afwerking. Zie de handleiding Kopiëren. • U kunt de kleurtinten en de beeldkwaliteit van de kopieën aanpassen. Zie de handleiding Kopiëren.
Wat kunt u met dit apparaat? Met verschillende functies gegevens afdrukken CMQ004 • Dit apparaat ondersteunt netwerkverbindingen en lokale verbindingen. • U kunt een document in het geheugen van het apparaat opslaan door het document af te drukken via het printerstuurprogramma. Zie de handleiding Afdrukken.
1. Wat kunt u met dit apparaat? DUP816 • Om een fax te verzenden, selecteert u Afdrukken vanuit de Windows-toepassing waarin u werkt, kiest u vervolgens LAN-fax als printer en geeft u tot slot de bestemming op. • U kunt ook de verzonden afbeeldingsgegevens controleren. •...
Wat kunt u met dit apparaat? Zie de handleiding Faxen. Zie de handleiding Scannen. • U kunt scanbestanden direct naar mappen verzenden (scanbestanden verzenden met Scannen naar map). Zie Faxen. Zie de handleiding Scannen. U kunt identiteitskaarten scannen of de gescande afbeeldingen verzenden DUP815 •...
1. Wat kunt u met dit apparaat? • Het is mogelijk om het gebruik van het apparaat te beheren en te voorkomen dat de apparaatinstellingen zonder toestemming worden gewijzigd. • Door het instellen van wachtwoorden kunt u onbevoegde toegang via het netwerk voorkomen. •...
Pagina 21
Wat kunt u met dit apparaat? DQU010 Taken die u kunt uitvoeren op de Website met toepassingen • Toepassingen downloaden en installeren op apparaten • Een toepassing bijwerken die al op het apparaat is geïnstalleerd • De installatie van een toepassing ongedaan maken wanneer deze niet meer nodig is op het apparaat •...
2. Snel aan de slag In dit hoofdstuk worden de voorbereidingen voor het gebruik van het apparaat, de bedieningsinstructies en de tekeninvoermethoden beschreven. Namen en functies van onderdelen Onderdelenhandleiding • De ventilatieopeningen van het apparaat mogen niet geblokkeerd zijn. Als dit toch gebeurt, bestaat er kans op brand als gevolg van oververhitte interne elementen.
Pagina 24
2. Snel aan de slag Buitenkant: vooraanzicht 22 23 DUP802 1. ADF Laat de ADF zakken over de originelen die op de glasplaat liggen. Als u een stapel originelen in de ADF plaatst, zal de AFD automatisch de originelen één voor één invoeren. 2.
Pagina 25
Namen en functies van onderdelen 6. ADF-uitvoerlade Originelen die gescand zijn met de ADF worden hier uitgevoerd. 7. Glasplaat Plaats originelen hier met de bedrukte zijde naar beneden. 8. Afdekklep van de glasplaat Open deze klep om originelen op de glasplaat te plaatsen. 9.
Pagina 26
2. Snel aan de slag 21. Verlengstuk voor de handinvoer Trek dit verlengstuk uit als u vellen van A4 , 8 × 11 of groter in de handinvoer plaatst. 22. Bovenpaneel Open deze klep om toner of zwarte drumeenheid/kleurendrumeenheid te vervangen. 23.
Pagina 27
Namen en functies van onderdelen Binnenkant: vooraanzicht DUP834 1. Toner Wordt aan de achterkant van het apparaat geplaatst in de volgorde zwart (K), cyaan (C), magenta (M), geel (Y) en zwart (K). Er worden berichten op het scherm weergegeven als de tonercartridge moet worden vervangen of als een nieuwe moet worden voorbereid.
Pagina 28
2. Snel aan de slag 6. Tonerafvalfles Hierin wordt tonerafval verzameld, die door het afdrukken wordt gegenereerd. Er worden berichten op het scherm weergegeven als de tonerafvalfles dient te worden vervangen of als er een nieuwe tonerafvalfles moet worden voorbereid. Voor meer informatie over de berichten die op het scherm worden weergegeven als er verbruiksartikelen vervangen moeten worden, zie Onderhoud en specificaties.
Handleiding van functies van de apparaatopties Handleiding van functies van de apparaatopties DUP805 DUP804 1. Onderste papierladen U kunt één onderste papierlade aansluiten. Er zijn twee soorten lades die elk maximaal 250 of 500 vellen papier kunnen bevatten. 2. NFC-kaartlezer (voor SP C361SFNw) Hiermee kunt u een NFC-kaart lezen of beschrijven, en communiceren met een smartphone/tablet die is voorzien van een functie voor NFC-kaarten.
2. Snel aan de slag Namen en functies van het bedieningspaneel U kunt de faxfunctie alleen op de SP C360SFNw/C361SFNw gebruiken. DUP823 1. Display Dit is een touchscreen display dat pictogrammen, toetsen, snelkoppelingen en widgets weergeeft waarmee u door de schermen van de verschillende functies en toepassingen kunt navigeren en informatie wordt gegeven over zowel de operationele toestand van het apparaat als andere berichten.
Namen en functies van het bedieningspaneel 7. Mediasleuven Gebruik deze om een USB-geheugenopslagapparaat- of een SD-kaart aan te sluiten. Voor meer informatie, zie Snel aan de slag. • Om de bruikbaarheid te verbeteren, kunt u de hoek van het bedieningspaneel veranderen. Voor meer informatie, zie Pag.
2. Snel aan de slag De taal van het display wijzigen U kunt de taal die op het display wordt gebruikt, wijzigen. Engels is standaard ingesteld. Druk op [Home] ( ) onderaan in het midden van het scherm. Veeg het scherm naar links en druk vervolgens op [Talen wijzigen widget]. Selecteer de gewenste taal.
Gebruik van het [Home]-scherm Gebruik van het [Home]-scherm U kunt de faxfunctie alleen op de SP C360SFNw/C361SFNw gebruiken. Het [Home]-scherm is ingesteld als standaardscherm zodra het apparaat wordt ingeschakeld. Er is een pictogram aan elke functie toegewezen en deze worden weergegeven op het [Home]-scherm. U kunt snelkoppelingen naar veelgebruikte functies of internetpagina's toevoegen aan het [Home]- scherm.
Pagina 34
2. Snel aan de slag 4. [Energiesp.st.] Druk hierop om naar de slaapstand te gaan. Voor meer informatie over de standen, zie Het apparaat instellen. 5. Pictogram van toepassingenlijst Druk hierop om de lijst met toepassingen weer te geven. U kunt snelkoppelingen maken naar de toepassingen op het [Home]-scherm.
Gebruik van het [Home]-scherm • U kunt de achtergrond van het [Home]-scherm wijzigen. Voor meer informatie, zie Handige functies. • U kunt van modus wisselen door op pictogrammen op het [Home]-scherm te drukken. U kunt ook van modus wisselen door op de functietoetsen te drukken. Voor meer informatie over de functietoetsen, zie Snel aan de slag.
Pagina 36
2. Snel aan de slag DQC223 • Vingers spreiden (inzoomen) Plaats uw duim en wijsvinger op het scherm en spreid uw vingers uit elkaar om het scherm in te zoomen. Dubbeltikken kan ook effectief zijn voor deze bewerking. DQC224 • Vegen Veeg met uw vinger naar rechts of links op het scherm om tussen schermen te wisselen.
Gebruik van het [Home]-scherm DQC226 • Slepen Zet uw vinger op het scherm en sleep hem vervolgens over het scherm. U kunt een pictogram slepen naar de gewenste plek op het scherm. DNE111 • Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunnen sommige handelingen niet beschikbaar zijn. Pictogrammen aan het [Home]-scherm toevoegen nelkoppelingen aan het [Home]-scherm toevoegen U kunt snelkoppelingen toevoegen aan de functies van het apparaat.
2. Snel aan de slag Sleep het pictogram naar de gewenste plek in het scherm. Snelkoppelingen naar bladwijzers aan het [Home]-scherm toevoegen U kunt snelkoppelingen naar bladwijzers die zijn geregistreerd als favoriet in de internetbrowser toevoegen aan het [Home]-scherm. Druk op [Home] ( ) onderaan in het midden van het scherm.
Gebruik van het [Home]-scherm Widgets aan het [Home]-scherm toevoegen U kunt widgets aan het [Home]-scherm toevoegen om aan te geven hoeveel toner er nog is of u kunt de schermtaal wijzigen. Druk op [Home] ( ) onderaan in het midden van het scherm. Druk op Druk op het tabblad [Widget].
2. Snel aan de slag Overzicht van op het apparaat geïnstalleerde toepassingen U kunt de functieschermen openen door op pictogrammen zoals [Kopiëren], [Fax] of [Scanner] te drukken op het scherm [Home]. Twee soorten schermen ("scherm met standaardtoepassingen" en "scherm met overige toepassingen") kunnen door elke functie worden gebruikt.
Overzicht van op het apparaat geïnstalleerde toepassingen Scherm met standaardtoepassingen Het scherm [Kopiëren] In dit gedeelte wordt het scherm [Kopiëren] met bijbehorende functies beschreven. DUP451 NL Functie Beschrijving Kleurmodus Hier kunt u een kleurmodus selecteren. Verkl./Vergr. Hiermee kunt u afbeeldingen verkleinen of vergroten. Hier kunt u de papierlade opgeven die het papier bevat waarop Papierlade u wilt kopiëren.
Pagina 42
2. Snel aan de slag Functie Beschrijving De voorvertoning verandert op basis van de instellingen die u Voorbeeld opgeeft. Hier kunt u het origineelformaat opgeven wanneer u originelen Origineelformaat met een aangepast formaat kopieert. Hiermee kunt u kopieën sorteren in een set in opeenvolgende Sorteren volgorde.
Pagina 43
Overzicht van op het apparaat geïnstalleerde toepassingen Functie Beschrijving Origineelrichting Hier kunt u de richting van het origineel opgeven. Het scherm [Fax] (voor de SP C360SFNw/C361SFNw) In dit gedeelte wordt het scherm [Fax] met de bijbehorende functies beschreven. DUP551 NL Functie Beschrijving Verzendtype...
Pagina 44
2. Snel aan de slag Functie Beschrijving Met deze functie kunt u het nummer kiezen terwijl u via de Direct kiezen luidspreker naar de kiestoon luistert en de handset van het apparaat of de externe telefoon op de haak ligt. Het totaal aantal geselecteerde bestemmingen wordt weergegeven.
Pagina 45
Overzicht van op het apparaat geïnstalleerde toepassingen Functie Beschrijving Druk hierop om een bestemming toe te voegen. U kunt bestemmingen als volgt toevoegen: • Handmatig invoeren • In de verzendgeschiedenis selecteren Bestemming toevoegen • Een registratienummer uit het adresboek opgeven •...
Pagina 46
2. Snel aan de slag Functie Beschrijving Druk hierop om de belichting op te geven waarmee u het origineel wilt scannen. Belichting U kunt de belichting ook opgeven door op het pictogram te tikken en het naar rechts of links te slepen. Druk hierop om het scanformaat van het origineel te Scanformaat selecteren.
Pagina 47
Overzicht van op het apparaat geïnstalleerde toepassingen Functie Beschrijving Hier ziet u de opgegeven bestemming. Als u op de bestemming tikt, kunt u deze in het adresboek Bestemming(en) registreren of uit de bestemmingen verwijderen. specificeren Als u omhoog of omlaag veegt, kunt u de geselecteerde bestemmingen bevestigen.
Pagina 48
2. Snel aan de slag Functie Beschrijving Hier worden de bestemmingen in het adresboek getoond. Als een wachtwoord of beveiligingscode is ingesteld voor een Bestemmingstoetsen mapbestemming, voert u het wachtwoord of de beveiligingscode in op het scherm dat verschijnt nadat u op de mapbestemming heeft getikt.
Overzicht van op het apparaat geïnstalleerde toepassingen Functie Beschrijving Druk hierop om een origineeltype te selecteren dat past bij uw Origineeltype originelen. Bestandstype Druk hierop om een bestandstype te selecteren. Druk hierop om de resolutie te selecteren waarmee u het Resolutie origineel wilt scannen.
Pagina 50
2. Snel aan de slag 1. Selecteer de kleurmodus. 2. Selecteer een papierlade. 3. Geef het aantal afdrukken op. 4. Geef de kopieerinstellingen op zoals dubbelzijdig of combineren. U kunt ook de scaninstellingen opgeven. 5. Controleer de afgewerkte afbeelding. 6. Druk op deze toets om te beginnen met kopiëren. Het scherm [Snelle fax] (voor de SP C360SFNw/C361SFNw) In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de faxfunctie gebruikt met de snelle-faxtoepassing DUP550 NL...
Pagina 51
Overzicht van op het apparaat geïnstalleerde toepassingen Het scherm [Snelle scanner] DUP604 NL Selecteer een e-mail of mapbestemming. U kunt ook een e-mailbestemming handmatig invoeren. Selecteer een kleurmodus. Selecteer een scanresolutie en het bestandstype waarin u gescande gegevens wenst te verzenden.
2. Snel aan de slag Functies in een programma registreren Het aantal programma's dat kan worden geregistreerd, is afhankelijk per functie. Standaardtoepassingen • Kopie: 25 programma's • Fax: 100 programma's (voor de SP C360SFNw/C361SFNw) • Scanner: 100 programma's Snelle toepassingen •...
Pagina 53
Functies in een programma registreren Druk op [Menu] ( ) midden onderin het scherm. Druk op [Huidige inst. vr programma registr.]. Druk op het nummer van het programma dat u wilt registreren. Voer de programmanaam in. Selecteer het pictogram voor het programma. Druk op [OK].
2. Snel aan de slag Het apparaat aan-/uitzetten • Nadat u op de hoofdstroomschakelaar heeft gedrukt, moet u ten minste 10 seconden wachten tot duidelijk is dat het Aan/uit-indicatielampje brandt of uit is. De hoofdstroomschakelaar bevindt zich aan de voorkant van het apparaat. Als deze schakelaar aangezet wordt, wordt het apparaat ingeschakeld en licht het Aan/uit-lampje aan de rechterkant van het bedieningspaneel op.
Pagina 55
Het apparaat aan-/uitzetten • Houd de hoofdstroomschakelaar niet ingedrukt als de stroom uitgeschakeld wordt. Als u dit wel doet, wordt het apparaat geforceerd uitgeschakeld. Dit kan het geheugen beschadigen en storingen veroorzaken. Druk op de hoofdstroomschakelaar. Het Aan/uit-indicatielampje gaat uit. De stroom wordt automatisch uitgeschakeld wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld.
2. Snel aan de slag Bij het apparaat inloggen Wanneer het verificatiescherm wordt weergegeven Als Basisverificatie, Windows-verificatie of LDAP-verificatie actief is, verschijnt het verificatiescherm op het display. Het apparaat kan pas worden gebruikt nadat u uw eigen Log-in gebruikersnaam en Log-in wachtwoord heeft ingevoerd.
Bij het apparaat inloggen Druk op [Inloggen] rechts bovenin het scherm. Druk op [Gebruikersnaam]. Voer een log-in gebruikersnaam in en druk dan op [Gereed]. Druk op [Wachtwoord]. Voer een Log-in wachtwoord in en druk dan op [Gereed]. Druk op [Inloggen]. Uitloggen via het bedieningspaneel In deze paragraaf wordt de procedure uitgelegd voor het uitloggen van het apparaat wanneer Basisverificatie, Windows-verificatie of LDAP-verificatie ingesteld is.
2. Snel aan de slag Originelen plaatsen Originelen op de glasplaat plaatsen • Houd uw handen uit de buurt van de scharnieren en de glasplaat wanneer u de Automatische documentinvoer laat zakken. Als u dat niet doet, kan dit leiden tot verwondingen als uw handen of vingers beklemd raken.
Originelen plaatsen Plaats de originelen met de bedrukte zijde naar boven in de ADF. Stapel geen originelen boven de limietmarkering. De eerste pagina moet bovenop worden geplaatst. DUP052 1. Limietmarkering 2. Origineelgeleiders Originelen in de ID-kaartinvoer plaatsen Plaats één origineel per keer. Zorg dat u geen origineel in de ID-kaartinvoer plaatst wanneer u scant met behulp van de ADF of glasplaat.
Pagina 60
2. Snel aan de slag Stel de origineelgeleider in op het origineelformaat. Plaats het origineel met de afbeelding naar beneden in de ID-kaartinvoer. DUP053 1. Origineelgeleiders Plaats het origineel tot het einde in de ID-kaartinvoer. DUP880...
3. Kopiëren In dit hoofdstuk komen veelgebruikte kopieerfuncties en -handelingen aan bod. Voor informatie die u niet heeft kunnen vinden in dit hoofdstuk, zie de Kopie beschikbaar op onze website. Basis kopieerprocedure Als u kopieën van originelen wilt maken, plaatst u ze op de glasplaat, in de ADF of in de ID-kaart- invoer.
Pagina 62
3. Kopiëren Als u de glasplaat gebruikt Plaats het volgende origineel en druk daarna op [Starten]. Herhaal deze procedure totdat alle originelen zijn gescand. Als het laatste origineel is gescand, drukt u op [Scan. volt.]. Bij gebruik van de ID-kaartinvoer Het origineel wordt automatisch gescand nadat de opgegeven periode is verstreken, afhankelijk van de configuratie in [Systeeminstellingen].
Dubbelzijdig kopiëren Dubbelzijdig kopiëren Hiermee worden twee enkelzijdige pagina's of één dubbelzijdige pagina op één dubbelzijdige pagina gekopieerd. Tijdens het kopiëren wordt de afbeelding verschoven om ruimte te maken voor de bindmarge. CKN009 • Papierformaten die van toepassing kunnen zijn op Duplex-printen zijn als volgt: A4 , A5 , A6 , B5 , B6 , 8 ×...
Pagina 64
3. Kopiëren Originelen Origineelrichtin Afdrukzijde- Origineel Kopiëren plaatsen instelling Openen naar Boven Openen naar Rechts/Links Openen naar Boven Druk op [Dubbelzijdig/Combineren]. Selecteer [Openen naar Rechts/Links] of [Openen naar Boven] voor [Origineelinstelling] als het origineel dubbelzijdig is. Selecteer [Openen naar Rechts/Links] of [Openen naar Boven] voor [Afdrukzijde- instelling].
Gecombineerd kopiëren Gecombineerd kopiëren In deze modus kunt u automatisch een reproductieverhouding selecteren en twee originelen op één vel papier kopiëren. Het apparaat selecteert een reproductieverhouding tussen 25% en 400%. Als de richting van het origineel afwijkt van die van het kopieerpapier, wordt de afbeelding automatisch 90 graden gedraaid om een goede kopie te kunnen maken.
3. Kopiëren CKN017 Enkelzijdig combineren Combineer meerdere pagina's op één zijde van een vel. DUP459 Er zijn twee opties voor enkelzijdig combineren. 1-zijdig 2 originelen Comb.1-zijd. Hiermee worden twee enkelzijdige originelen op één zijde van een vel papier gekopieerd. 2-zijdig 2 pagina's Comb.1-zijd.
Gecombineerd kopiëren DUP460 Er zijn twee opties voor dubbelzijdig combineren. 1-zijdig 4 originelen Comb. 2-zijd. Hiermee worden vier enkelzijdige originelen op één vel met twee pagina's per zijde gekopieerd. 2-zijdig 4 pagina's Comb. 2-zijd. Hiermee worden 2 dubbelzijdige originelen gekopieerd op één vel met 2 pagina's per zijde. Procedure voor gecombineerd kopiëren.
3. Kopiëren Op enveloppen kopiëren In deze paragraaf wordt beschreven hoe u op enveloppen met een standaardformaat of aangepast formaat kopieert. Stel de papierdikte in door het gewicht op te geven van de enveloppen waarop u afdrukt. Voor meer informatie over de verhouding tussen het gewicht en de dikte van papier en de envelopformaten die kunnen worden gebruikt, zie Papierspecificaties en papier bijvullen.
Pagina 69
Op enveloppen kopiëren Plaats de originelen en druk daarna op [Starten]. Als het scherm voor het bevestigen van de origineelrichting wordt weergegeven, controleert u de richting en drukt u vervolgens weer op [Starten].
3. Kopiëren Sorteren Het apparaat voegt de kopieën samen tot sets en zet ze in volgorde. CKN018 Druk op [Sorteren]. Druk op [Aantal]. Voer het aantal kopiesets in met de cijfertoetsen en druk daarna op [Done]. Plaats de originelen. Selecteer de papierlade. Druk op [Starten].
ID-kaart kopiëren ID-kaart kopiëren In dit onderdeel wordt uitgelegd hoe u de voor- en achterkant van een identificatiebewijs of een ander klein origineel document kunt kopiëren op één zijde van een vel papier. CTA002 1. Voorzijde 2. Terug • De functie Duplex kan niet met deze functie gebruikt worden. Als [1-zijdig 2-zijdig] is geselecteerd, moet u de instelling annuleren.
3. Kopiëren Als u het kaartformaat wilt wijzigen, drukt u op [Kaartformaat wijzigen]. U kunt een opgegeven formaat selecteren of een nieuw formaat opgeven. Als u de indeling wilt wijzigen, drukt u op [Lay-out wijzigen]. U kunt [Verticale lay-out] of [Horizontale lay-out] selecteren.
4. Faxen In dit hoofdstuk komen veelgebruikte faxfuncties en -handelingen aan bod. Voor informatie die u niet heeft kunnen vinden in dit hoofdstuk, verwijzen we u naar de handleiding Faxen op onze website. Basis verzendprocedure In dit gedeelte worden de basisprocedures beschreven voor het verzenden van documenten met de faxfunctie.
4. Faxen Selecteer de naam van de faxbestemming die u wilt registreren. Druk op de naamtoets of voer het geregistreerde nummer in met de cijfertoetsen. Druk op [Faxbestemm.]. Druk op [Faxbestemming]. Voer het faxnummer in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op [OK]. Optionele instellingen zoals "Internationale TX Modus"...
Pagina 75
Basis verzendprocedure Druk op [Alles verw.] en vervolgens op [OK] rechts van "Faxbestemming". Druk op [OK]. Druk op [Gebruikersinstellingen] ( Druk op [Home] ( ) onderaan in het midden van het scherm.
4. Faxen Verzending annuleren In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u een faxverzending annuleert. Een verzending annuleren voordat het origineel is gescand Druk op [Resetten] in de rechterbovenhoek van het scherm. Een verzending annuleren terwijl het origineel wordt gescand Volg deze procedure om het scannen of verzenden van het origineel te annuleren terwijl het wordt gescand.
Een journaal handmatig afdrukken Een journaal handmatig afdrukken Als u het journaal handmatig wilt afdrukken, selecteert u de afdrukmethode: [Alle], [Afdrukken per bestandsnummer] of [Afdruk per gebruiker]. Alles Hiermee worden de resultaten van communicaties afgedrukt in de volgorde waarin ze worden gemaakt.
5. Afdrukken In dit hoofdstuk komen veelgebruikte printerfuncties en -handelingen aan bod. Voor informatie die u niet heeft kunnen vinden in dit hoofdstuk, verwijzen we u naar de handleiding Afdrukken op onze website. Snelle installatie In deze sectie wordt uitgelegd hoe het PCL 6-printerstuurprogramma moet worden geïnstalleerd en de instellingen moeten worden geconfigureerd om de printer eenvoudig via een netwerk of USB-verbinding te gebruiken.
5. Afdrukken Snelle installatie via een USB-verbinding Met snelinstallatie via een USB-verbinding kunt u het PCL 6-printerstuurprogramma via een USB- verbinding installeren en de instellingen configureren om de printer op een computer aan te sluiten. Klik op [Installeren vanaf schijf] in het installatiescherm. Klik op [USB-printer(s)] in het installatiescherm.
De eigenschappen van het printerstuurprogramma weergeven De eigenschappen van het printerstuurprogramma weergeven In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de eigenschappen van het printerstuurprogramma opent in [Apparaten en printers]. • U dient over rechten voor printerbeheer te beschikken om de printerinstellingen te wijzigen. Log in als beheerder.
5. Afdrukken Standaard afdrukken • De standaardinstelling is dubbelzijdig afdrukken. Als u op slechts één zijde wilt afdrukken, selecteert u [Uit] voor de instelling voor dubbelzijdig afdrukken. • Indien u een afdruktaak via USB 2.0 stuurt terwijl het apparaat zich in de slaapstand bevindt, kan er mogelijk een foutmelding verschijnen na voltooiing van de afdruktaak.
Afdrukken op beide zijden van het papier Afdrukken op beide zijden van het papier In dit onderdeel wordt uitgelegd hoe u afdrukt op beide zijden van het papier met het printerstuurprogramma. • Papiersoorten waarbij het mogelijk is om op beide zijden af te drukken, zijn: •...
Pagina 84
5. Afdrukken Begin met afdrukken vanuit het dialoogvenster [Afdrukken] van de toepassing.
Meerdere pagina's op één pagina afdrukken Meerdere pagina's op één pagina afdrukken In dit onderdeel wordt uitgelegd hoe u meerdere pagina's kunt afdrukken op een vel papier. De afdrukfunctie Combineren laat u economisch met papier omgaan doordat er meerdere pagina's op een vel papier worden afgedrukt.
Pagina 86
5. Afdrukken Selecteer het combinatiepatroon uit de lijst "Lay-out:" en geef vervolgens de methode voor het combineren van de pagina's op in de lijst "Paginavolgorde:". Als u een rand aan elke pagina wilt toevoegen, selecteert u [Kaderlijn tekenen] in [Dub.z./Lay- out/Boekje] op het tabblad [Uitgebreide Instelling].
Op enveloppen afdrukken Op enveloppen afdrukken Configureer de papierinstellingen op de goede manier met zowel het printerstuurprogramma als het bedieningspaneel. Envelopinstellingen via het bedieningspaneel configureren Plaats enveloppen in de papierlade. Voor informatie over het plaatsen van enveloppen zie Papierspecificaties en papier toevoegen. Druk op [Home] ( ) onderaan in het midden van het scherm.
Pagina 88
5. Afdrukken Begin met afdrukken vanuit het dialoogvenster [Afdrukken] van de toepassing.
6. Scannen In dit hoofdstuk komen veelgebruikte scannerfuncties en -handelingen aan bod. Voor informatie die u niet heeft kunnen vinden in dit hoofdstuk, verwijzen we u naar de handleiding Scannen op onze website. Voorbereiding voor verzenden via Scannen naar map Als u scanbestanden via Scannen naar map wilt verzenden, moet u eerst het volgende doen: •...
Pagina 90
6. Scannen Voer de opdracht "ipconfig/all" in en druk vervolgens op [Enter]. Bevestig de naam van de computer. De naam van de computer wordt weergegeven onder [Hostnaam]. Hier kunt u ook het IPv4-adres opgeven. Het adres weergegeven onder [IPv4-adres] is het IPv4- adres van de computer.
Voorbereiding voor verzenden via Scannen naar map Klik in het venster [Gebruikers, computers, serviceaccounts of groepen selecteren] op [OK]. Selecteer in de lijst [Namen van groepen of gebruikers:] een groep of gebruiker. Vink vervolgens in de kolom [Toestaan] in de toestemmingenlijst het selectievakje [Volledig beheer] of [Wijzigen] aan.
Pagina 92
6. Scannen Druk op [Verif. info]. Druk op [Mapverificatie] en vervolgens op [Spec. and. ver.info.]. Wanneer u [Niet opgeven] selecteert, worden de SMB-gebruikersnaam en het SMB-wachtwoord dat u heeft opgegeven in "Standaard gebruikersnaam/wachtwoord [Verzenden]" van de instellingen voor Bestandsoverdracht toegepast. Druk op [Wijzigen] rechts van "Log-in gebruikersnaam".
Voorbereiding voor verzenden via Scannen naar map Voor meer informatie over hoe het pad kan worden opgegeven met behulp van Bladeren door netwerk, zie Pag. 91 "De SMB-map lokaliseren met Blad. door netwerk". Druk op [Verbindingstest] om te controleren of het pad goed is ingesteld. Druk op [Afsluiten].
6. Scannen Kies de naam van de bestemmingscomputer. Hieronder worden de gedeelde mappen weergegeven. U kunt op [1 Niveau omhoog] drukken om van niveau te wisselen. Selecteer de map die u wilt registreren. Druk op [OK]. Een geregistreerde SMB-map verwijderen Druk op [Home] ( ) onderaan in het midden van het scherm.
Pagina 95
Voorbereiding voor verzenden via Scannen naar map • Wanneer de firewall of een antivirusprogramma actief is, kunt u mogelijk niet een gedeelde map op de computer als de bestemmingsmap opgeven. Wanneer dit het geval is, raadpleeg dan Help van het antivirusprogramma. •...
6. Scannen Basisprocedure voor het verzenden van gescande bestanden naar een map (Scannen naar map) • Zie eerst Scannen voordat u deze procedure uitvoert en bevestig de informatie van de bestemmingscomputer. Zie ook Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen en registreer het adres van de bestemmingscomputer in het adresboek.
Basis procedure voor het verzenden van gescande bestanden via e-mail (Scannen naar e-mail) Basis procedure voor het verzenden van gescande bestanden via e-mail (Scannen naar e-mail) In deze paragraaf wordt de procedure beschreven voor het verzenden van scanbestanden via e-mail. Druk op [Home] ( ) onderaan in het midden van het scherm.
6. Scannen • Om het scannen te annuleren, drukt u op [Stoppen]. Controleer de informatie die in elk dialoogvenster wordt weergegeven en druk op een willekeurige toets. • Nadat er een e-mail is verzonden, worden de velden bestemming en afzender automatisch gewist. Neem contact op met de dichtstbijzijnde dealer als u de informatie in deze velden wilt bewaren.
Basis procedure voor het verzenden van gescande bestanden via e-mail (Scannen naar e-mail) Druk op [E-mail]. Selecteer de naam van wie u het e-mailadres wilt verwijderen. Druk op de naamtoets of voer het geregistreerde nummer in met de cijfertoetsen. U kunt zoeken op basis van geregistreerde naam, gebruikerscode, faxnummer, mapnaam of e-mailadres.
6. Scannen Het origineeltype opgeven Hiermee kunt u een origineeltype selecteren dat past bij uw origineel. Druk op [Overige] om een origineeltype op te geven die niet in de lijst staat. [Zwart-Wit: Tekst] Standaard originelen in zwart-wit die hoofdzakelijk tekens bevatten (twee waarden). Maakt gescande afbeeldingen die geschikt zijn om af te drukken.
De resolutie opgeven De resolutie opgeven Resolutie selecteren voor het scannen van originelen. Selecteer [100 dpi], [200 dpi], [300 dpi], [400 dpi] of [600 dpi] als scanresolutie. Druk op [Overige] om een resolutie op te geven die niet in de lijst staat.
6. Scannen Het scanformaat opgeven Selecteer het formaat van het te scannen origineel. [Normaal formaat] Selecteer een formaat om originelen te scannen op een opgegeven formaat ongeacht het daadwerkelijke formaat van de originelen die u geplaatst heeft. U kunt de volgende sjabloonformaten opgeven: ×...
Pagina 103
Het scanformaat opgeven Meetmethode voor het scannen van het volledige Richting en plaatsing van origineel gebied van een origineel met een aangepast formaat In de richting CUJ002 Scaninstellingen op het scherm voor instellingen voor een aangepast formaat DUP601 NL 1. Origineel formaat (X) Geef de lengte van het origineel op.
6. Scannen Het bestandstype opgeven Geef het bestandstype van het gescande document op. Druk op [Overige] om een bestandstype op te geven die niet in de lijst staat. U kunt een van de volgende bestandstypes selecteren: • Enkele pagina: [TIFF/JPEG], [PDF] Als u een bestandstype van een enkele pagina selecteert bij het scannen van meerdere originelen, wordt voor elke pagina één apart bestand gemaakt en is het aantal verzonden bestanden even groot als het aantal gescande pagina's.
7. Web Image Monitor In dit hoofdstuk komen veelgebruikte functies en handelingen in Web Image Monitor aan bod. Voor informatie die u niet heeft kunnen vinden in dit hoofdstuk, zie de handleiding Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen op onze website of de Help van Web Image Monitor. Beginpagina weergeven In dit gedeelte wordt de beginpagina besproken en wordt uitgelegd hoe u Web Image Monitor kunt weergeven.
Pagina 106
7. Web Image Monitor 3. Vernieuwen/Help (Vernieuwen): klik op rechtsboven in het werkgebied om de apparaatgegevens te updaten. Klik op de knop [Vernieuwen] van de internetbrowser om het volledige browserscherm bij te werken. (Help): gebruik Help om de inhoud van het Help-bestand weer te geven of te downloaden. 4.
8. Papier en toner bijvullen Dit hoofdstuk beschrijft de aanbevolen papierformaten en -typen en hoe u papier in de papierlade plaatst. Workflow voor het plaatsen van papier en het configureren van papierformaat en -type In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u papier moet laden en welke handelingen moeten worden gesteld nadat het papier is geladen.
8. Papier en toner bijvullen Papier plaatsen Voorzorgsmaatregelen voor het plaatsen van papier • Pas tijdens het bijvullen van papier op dat uw vingers niet vast komen te zitten of dat u ze verwondt. • Als er een of meer papierlade(s) geïnstalleerd is/zijn, mag u niet meer dan één lade tegelijkertijd eruit trekken als u papier verwisselt, bijvult of vastgelopen papier wilt verwijderen.
Pagina 109
Papier plaatsen • Selecteer het juiste papierformaat en invoerrichting met behulp van de papierformaatknop op de lade. Anders kan het apparaat beschadigd raken of kunnen er afdrukproblemen ontstaan. • Als u een ander papierformaat en invoerrichting wilt gebruiken dan is aangegeven op de papierformaatknop, stel de knop dan in op "...
Pagina 110
8. Papier en toner bijvullen DUP871 Trek de lade voorzichtig naar buiten tot hij stopt, til de voorzijde van de lade op en trek hem dan uit het apparaat. DUP102 Plaats de lade op een vlak oppervlak. Knijp in de klem van de zijgeleider en schuif deze tot het gewenste papierformaat. DSE119...
Pagina 111
Papier plaatsen Knijp in de eindgeleider en schuif deze naar binnen tot het standaardformaat. DSE253 Wanneer u papier in lade 1 plaatst, verschuift u de twee schuiven onderin de lade in overeenstemming met de dikte van het papier. DSE168 Als het papier zwaarder is dan 164 g/m (44 lb.), schuif dan beide schakelaars naar de achterste (dikke) positie.
Pagina 112
8. Papier en toner bijvullen DUP132 Plaats het papier niet diagonaal naar beneden, zoals in onderstaande afbeelding. Doet u dit wel, dan kan dit storingen in het apparaat veroorzaken. DSE822 Schuif de papiergeleiders tegen het papier zodat er geen ruimte meer tussen zit. Verplaats het papier in de lade niet meer dan een paar millimeter.
Pagina 113
Papier plaatsen • Verleng de lade bij het plaatsen van papier langer dan A4 of 8 × 11 in lade 1. Voor meer informatie, zie Papierspecificaties en papier bijvullen. • Briefpapier moet in een specifieke richting worden geplaatst. Voor meer informatie, zie Pag. 114 "Papier met vaste richting of dubbelzijdig papier".
8. Papier en toner bijvullen Papier in de handinvoer plaatsen Gebruik de handinvoer om papier te gebruiken dat niet in de papierlades kan worden geplaatst. • Voor meer informatie over welke papierformaten en -soorten in welke laden geplaatst kunnen worden, zie Pag. 130 "Aanbevolen papierformaten en -soorten". •...
Pagina 115
Papier plaatsen DUP055 Schuif de zijgeleiders naar buiten tot deze niet verder kunnen en plaats papier met de afdrukzijde omlaag. DUP056 Pas de zijgeleiders aan de papierbreedte aan. DUP057 • Het wordt aanbevolen bij het gebruik van de handinvoer de papierrichting in te stellen op . •...
8. Papier en toner bijvullen • Wanneer het [Meldingsgeluid] is ingesteld op [Geen geluid], klinkt er geen geluid wanneer u papier invoert in de handinvoer. Voor meer informatie over [Meldingsgeluid], zie Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen. Papier met vaste richting of dubbelzijdig papier Het kan zijn dat er niet goed wordt afgedrukt op papier met een vaste afdrukrichting (van boven naar onder) of op dubbelzijdig papier (bijvoorbeeld briefpapier, geperforeerd papier of gekopieerd papier).
Pagina 117
Papier plaatsen Plaats de originelen zoals op de afbeelding hieronder. Origineelrichting Glasplaat/ID-kaartinvoer Leesbare richting 90 graden linksom • Papierrichting • Kopieermodus Gekopieerde zijde Papierladen Handinvoer Enkelzijdig Dubbelzijdig • Printermodus Afdrukzijde Papierladen Handinvoer Enkelzijdig Dubbelzijdig • In de kopieermodus: • Voor meer informatie over het maken van dubbelzijdige kopieën, zie de handleiding "Dubbelzijdig kopiëren", Kopiëren/Document Server.
Pagina 118
8. Papier en toner bijvullen • Om op papier met briefhoofd af te drukken als [Autodetectie] is gespecificeerd voor [Briefpapier instelling], moet u [Briefpapier] opgeven als het papiertype in de instellingen van het printerstuurprogramma. • Als een afdruktaak halverwege het afdrukken wordt gewijzigd van enkelzijdig naar dubbelzijdig afdrukken, kan de enkelzijdige afdruk na de eerste afdruk op de andere zijde worden afgedrukt.
Enveloppen plaatsen Enveloppen plaatsen • Gebruik geen vensterenveloppen. • Enveloppen, in het bijzonder met lijm op de flappen, kunnen aan elkaar plakken. Waaier de enveloppen uit voordat u ze plaatst. Als de enveloppen nog steeds aan elkaar plakken, plaats ze dan één voor één.
Pagina 120
8. Papier en toner bijvullen Waaier de enveloppen uit en leg de randen gelijk voordat u ze plaatst. CBK239 Zorg er bij het waaieren van enveloppen voor dat de flappen niet aan elkaar plakken. Als ze tegen elkaar aan plakken, haal ze dan los. Maak de enveloppen voor het plaatsen plat zodat de krul niet boven datgene uitkomt wat in de illustratie hieronder is weergegeven.
Pagina 121
Enveloppen plaatsen Leg de envelop in de handinvoer met de afdrukzijde naar beneden. DUP058 Pas de zijgeleiders aan de envelopbreedte aan. DUP059 • Enveloppen moeten in een specifieke richting worden geplaatst. Voor meer informatie, zie Pag. 136 "Enveloppen". • Draai de afbeelding 180 graden met het printerstuurprogramma om af te drukken op enveloppen die geplaatst zijn met de lange rand tegen de printer.
8. Papier en toner bijvullen Druk herhaaldelijk op [ ] totdat [Papierformaat handinvoer] wordt weergegeven. Druk op [Papierformaat handinvoer]. Selecteer het papierformaat. Druk op [OK]. Druk op [Gebr.instellingen] ( Druk op [Home] ( ) midden onderin het scherm. • Controleer of de stapel niet hoger is dan de limietmarkering aan de binnenzijde van de lade. •...
Pagina 123
Enveloppen plaatsen Trek de lade voorzichtig naar buiten tot hij stopt, til de voorzijde van de lade op en trek hem dan uit het apparaat. DUP102 Plaats de lade op een vlak oppervlak. Knijp in de klem aan de zijgeleiders en schuif deze naar buiten tot ze stoppen. DSE119 Druk de eindgeleider in en schuif die naar achteren.
Pagina 124
8. Papier en toner bijvullen Waaier de enveloppen uit en leg de randen gelijk voordat u ze plaatst. CBK239 Zorg er bij het waaieren van enveloppen voor dat de flappen niet aan elkaar plakken. Als ze tegen elkaar aan plakken, haal ze dan los. Maak de enveloppen voor het plaatsen plat zodat de krul niet boven datgene uitkomt wat in de illustratie hieronder is weergegeven.
Pagina 125
Enveloppen plaatsen Plaats de enveloppen in de papierlade met de afdrukzijde omhoog en met de flap van de envelop naar links, zoals hieronder is afgebeeld. DUP061 Knijp in de klem aan de zijgeleiders en schuif deze langs de rand van de stapel enveloppen.
8. Papier en toner bijvullen Til de voorkant van de lade omhoog en schuif de lade voorzichtig in het apparaat totdat deze stopt. DUP312 • Enveloppen moeten in een specifieke richting worden geplaatst. Voor meer informatie, zie Pag. 136 "Enveloppen". Envelopformaat instellen voor lade 1 Druk op [Home] ( ) midden onderin het scherm.
Pagina 127
Enveloppen plaatsen • Na het instellen van het papierformaat selecteert u "Envelop" als papiertype met Gebruikersinstellingen en printerstuurprogramma en stelt u de dikte van enveloppen in. Voor meer informatie, zie de handleiding Afdrukken.
8. Papier en toner bijvullen Het papierformaat wijzigen Voorzorgsmaatregelen bij het wijzigen van het papierformaat • Pas tijdens het bijvullen van papier op dat uw vingers niet vast komen te zitten of dat u ze verwondt. • Als er een of meer papierlade(n) geïnstalleerd is/zijn, mag u niet meer dan één lade tegelijkertijd eruit trekken als u papier verwisselt, bijvult of vastgelopen papier wilt verwijderen.
Het papierformaat wijzigen Druk op [Instellingen papierlade]. Selecteer een lade van [Papierformaat lade: Lade 1] tot [Papierformaat lade: Lade 2] waarvan u het papierformaat wilt wijzigen. Selecteer het formaat van het geplaatste papier en druk op [OK]. Druk op [Gebr.instellingen] ( Druk op [Home] ( ) onderaan in het midden van het scherm.
8. Papier en toner bijvullen Normale formaten specificeren op het bedieningspaneel Druk op [Home] ( ) onderaan in het midden van het scherm. Veeg het scherm naar links en druk vervolgens op het pictogram [Gebruikerstools] ( ). Druk op [Instellingen papierlade]. Druk op [Papierformaat handinvoer].
Pagina 131
Het papierformaat wijzigen Voer de horizontale afmeting van het origineel in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op [ ]. Druk op [Verticaal]. Voer de verticale afmeting in met de cijfertoetsen en druk op [ ]. Druk twee keer op [OK]. Druk op [Gebr.instellingen] ( Druk op [Home] ( ) onderaan in het midden van het scherm.
8. Papier en toner bijvullen Ondersteund papier Aanbevolen papierformaten en -soorten In dit gedeelte worden de ondersteunde papierformaten en -soorten beschreven. • Als u gekruld papier gebruikt, omdat het te droog of te vochtig is, dan kan een papierstoring optreden. •...
Pagina 133
Ondersteund papier Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit 56 – 220 g/m (15 lb. Aangepast formaat: 250 vellen bankpost – 80 lb. voorblad) (voornamelijk in Europa Dun papier - Dik papier 2 en Azië) Verticaal: 148,0 – 356,0 mm Horizontaal: 82,5 – 216,0 mm (voornamelijk in Noord- Amerika) Verticaal: 5,83 –...
Pagina 134
8. Papier en toner bijvullen Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit 56 – 220 g/m (15 lb. Aangepast formaat: 250 vellen bankpost – 80 lb. voorblad) (voornamelijk in Europa Dun papier - Dik papier 2 en Azië) Verticaal: 210,0 – 356,0 mm Horizontaal: 139,7 –...
Pagina 135
Ondersteund papier Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit 56 – 220 g/m (15 lb. Aangepast formaat: 500 vellen bankpost – 80 lb. voorblad) (voornamelijk in Europa Dun papier - Dik papier 2 en Azië) Verticaal: 210,0 – 356,0 mm Horizontaal: 139,7 – 216,0 mm (voornamelijk in Noord- Amerika) Verticaal: 8,27 –...
Pagina 136
8. Papier en toner bijvullen Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit Enveloppen Selecteer het papierformaat: × 9 × 7 , C5 Env , C6 Env , DL Env *1 Raadpleeg "Kopiëren op normale papierformaten met de handinvoerlade", Kopiëren voor de kopieermodus. Voor de printermodus, zie Pag. 128 "Normale formaten specificeren op het bedieningspaneel".
Pagina 137
Ondersteund papier • Strijk gekrulde vellen glad voordat u ze plaatst. • De kopieer-/afdruksnelheid kan lager dan gewoonlijk liggen afhankelijk van het papierformaat en -type. • Bij het plaatsen van enveloppen, zie Pag. 117 "Enveloppen plaatsen". • Wanneer u dik papier plaatst van 129 - 220 g/m (34 lb.
8. Papier en toner bijvullen Richting van de Papierladen Handinvoer papierkorrel • Selecteer [Dik papier 1] of [Dik papier 2] als papierdikte in [Lade papierinstellingen]. • Als [Dik papier 1] of [Dik papier 2] is geselecteerd, kan de afdruksnelheid veranderen. •...
Pagina 139
Ondersteund papier • Voordat u enveloppen plaatst, drukt u ze naar beneden om lucht eruit te laten en de vier randen glad te maken. Strijk de voorste randen (de randen die de printer ingaan) van de enveloppen met een potlood of liniaal glad voordat u de enveloppen plaatst. In de kopieermodus Bij het kopiëren op enveloppen plaatst u deze volgens de toepasselijke richting die hieronder wordt weergegeven.
Pagina 140
8. Papier en toner bijvullen Enveloppen plaatsen Soorten enveloppen Lade 1 Handinvoer Enveloppen met een opening aan de zijkant • Flappen: gesloten • Flappen: gesloten • Onderkant van enveloppen: naar de rechterkant van het • Onderkant van enveloppen: apparaat naar de rechterkant van het apparaat •...
Pagina 141
Ondersteund papier • Bepaalde typen enveloppen kunnen mogelijk gekreukeld, besmeurd of met drukfouten uit het apparaat komen. Als u een effen kleur op een envelop afdrukt, kunnen er lijnen ontstaan waar de overlappende randen van de envelop het dikker maken.
8. Papier en toner bijvullen De printcartridge vervangen Deze paragraaf beschrijft de voorzorgsmaatregelen bij het vervangen van tonercartridges, hoe u faxen of gescande documenten kunt verzenden als de toner op is en wat u moet doen met gebruikte tonercartridges. • Verbrand toner (nieuw of gebruikt) of tonercartridges niet. Doet u dit wel, dan riskeert u brandwonden.
Pagina 143
De printcartridge vervangen • Als toner of gebruikte toner wordt doorgeslikt, verdun deze dan door grote hoeveelheden water te drinken. Raadpleeg indien nodig een dokter. • Let er tijdens het verwijderen van vastgelopen papier of het vervangen van tonercartridges goed op dat er geen toner (nieuw of gebruikt) op uw kleding komt.
Pagina 144
8. Papier en toner bijvullen • Vervang altijd de tonercartridge als er een melding op het apparaat verschijnt. Wanneer de zwarte toner bijna op is, kunt u geen enkel type meer afdrukken tot u de cartridge vervangt. U kunt alleen afdrukken in zwart-wit als de cyaan-, magenta- of gele toner op is. Zorg dat de lege cartridge geplaatst blijft tot u deze kunt vervangen door een nieuwe cartridge.
(voornamelijk in Europa en Azië) Als u uw gebruikte tonercartridge wilt weggooien, neem dan contact op met het dichtstbijzijnde verkooppunt van Ricoh. Als u de toner zelf weggooit, moet u het beschouwen als plastic afvalmateriaal. (voornamelijk in Noord-Amerika) Raadpleeg de lokale Ricoh website voor meer informatie over het recyclen van verbruiksartikelen. U kunt items ook recyclen volgens de gemeentelijke voorschriften of volgens de aanwijzingen van het lokale afvalverwerkingsbedrijf.
9. Problemen oplossen Dit hoofdstuk geeft uitleg over basisprocedures voor probleemoplossing. Als een statuspictogram weergegeven wordt Dit gedeelte verklaart de statuspictogrammen die worden weergegeven als het apparaat de gebruiker vraagt om vastgelopen papier te verwijderen, papier bij te vullen of andere procedures uit te voeren. Statuspictogram Status : Papierstoring-pictogram...
9. Problemen oplossen Als het indicatielampje van [Status controleren] brandt of knippert Als het indicatielampje van [Status controleren] brandt of knippert, drukt u op [Status controleren] om het scherm [Status controleren] weer te geven. Controleer de status van elke functie op het scherm [Status controleren].
Pagina 149
Als het indicatielampje van [Status controleren] brandt of knippert Probleem Oorzaak Oplossing Documenten en rapporten De papieruitvoerlade is vol. Verwijder de afdrukken uit de worden niet afgedrukt. uitvoerlade. Documenten en rapporten Er is geen kopieerpapier Plaats papier in de laden. Voor meer worden niet afgedrukt.
9. Problemen oplossen Als het apparaat een piepgeluid maakt De volgende tabel geeft uitleg over de betekenis van de verschillende geluidspatronen die het apparaat produceert om gebruikers te waarschuwen over achtergebleven originelen en overige apparaatomstandigheden. Signaalpatroon Betekenis Oorzaak Enkele korte pieptoon •...
Pagina 151
Als het apparaat een piepgeluid maakt de panelen van het apparaat binnen korte tijd meerdere malen worden geopend en gesloten, dan kan de geluidswaarschuwing blijven voortduren, zelfs nadat de normale status is hervat. • U kunt het geluidstype en het volume aanpassen. Voor meer informatie over geluid, zie Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen.
9. Problemen oplossen Als u problemen heeft met de bediening van het apparaat Probleem Oorzaak Oplossing Wanneer het apparaat is Andere functies dan de Wacht nog even. ingeschakeld, wordt alleen kopieerfunctie zijn nog niet het pictogram [Kopie] in het gereed. beginscherm weergegeven.
Pagina 153
Als u problemen heeft met de bediening van het apparaat Probleem Oorzaak Oplossing Ook als het vastgelopen Er zit nog steeds papier vast Verwijder het vastgelopen papier door papier is verwijderd, blijft de in de lade. de procedures te volgen die op het foutmelding staan.
Pagina 154
9. Problemen oplossen Probleem Oorzaak Oplossing Er treden geregeld Wellicht is de zij- of • Verwijder het vastgelopen papier. papierstoringen op. eindafscheider van de lade Voor meer informatie over het niet juist ingesteld. verwijderen van vastgelopen papier, zie Problemen oplossen. •...
Pagina 155
Als u problemen heeft met de bediening van het apparaat Probleem Oorzaak Oplossing Oorspronkelijke stukken Ieder van de volgende Verwijder het origineel uit de ID- worden vaak verkeerd handelingen wordt kaartinvoer. ingevoerd. uitgevoerd terwijl het oorspronkelijke stuk geplaatst is in de ID- kaartinvoer: •...
Pagina 156
9. Problemen oplossen Probleem Oorzaak Oplossing Bij het afdrukken op De enveloppen hebben Als enveloppen ezelsoren hebben, enveloppen, kan het ezelsoren. zorg er dan voor dat u deze platstrijkt voorkomen dat enveloppen voordat u ze in de printer plaatst. tegelijk worden ingevoerd of Stapel het papier niet hoger dan de helemaal niet worden opgegeven limiet voor de papierlade.
Als u problemen heeft met de bediening van het apparaat Probleem Oorzaak Oplossing De functie functioneert niet Als u een taak niet kunt Wacht tot de huidige taak is voltooid of kan niet worden gebruikt. uitvoeren, wordt het voordat u het opnieuw probeert. apparaat wellicht door een Voor informatie over de compatibiliteit andere taak opgehouden.
9. Problemen oplossen Meldingen bij gebruik van de kopieerfunctie • Als u geen kopieën kunt maken zoals u wilt vanwege het papiertype, papierformaat of papiercapaciteitsproblemen, gebruik dan het ondersteunde papier. Voor meer informatie over ondersteund papier, zie Papierspecificaties en papier bijvullen. Meldingen Oorzaak Oplossing...
Weergegeven meldingen als u de fax gebruikt Weergegeven meldingen als u de fax gebruikt Meldingen Oorzaak Oplossing "Kan het ontvangstbestand Het aantal pagina's dat de Voor meer informatie over niet afdrukken, omdat gebruiker mag afdrukken afdrukvolumelimieten, zie de Afdrukvolumegebruik werd overschreden. Veiligheidshandleiding.
9. Problemen oplossen bevestigen van instellingen vanuit Web Image Monitor, zie de helpfunctie van Web Image Monitor. • Als er zich geen papier meer in de papierlade bevindt, wordt het bericht "Geen papier. Plaats papier van een van de volgende formaten. A4 B5 JIS 8 1/2 x 11 5 1/2 x 8 1/2" op het scherm weergegeven waarin u gevraagd wordt papier te plaatsen.
Meldingen bij gebruik van de printer Meldingen bij gebruik van de printer In dit gedeelte worden de meest gangbare meldingen beschreven die verschijnen op het display, in foutlogboekbestanden en foutrapporten. Indien er andere meldingen verschijnen, volg dan de instructies op die hierin worden gegeven. Weergegeven meldingen op het bedieningspaneel als u de printerfunctie gebruikt •...
Pagina 162
9. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing "Lade komt niet overeen De printerstuurprogramma- • Controleer of de met form&type." instellingen zijn incorrect, of de printerstuurprogramma- lade bevat niet het papier van instellingen correct zijn en "Sel. nw lade/gebr. het formaat of type dat plaats dan het papierformaat onderst.
Pagina 163
Meldingen bij gebruik van de printer Als u rechtstreeks afdrukken vanaf een geheugenopslagapparaat gebruikt Meldingen Oorzaak Oplossing "De limiet voor totale • Het geselecteerde Bestanden of een groep bestanden die gegevensgrootte van de bestand is groter dan 1 groter dan 1 GB zijn, kunnen niet gesel.
9. Problemen oplossen Meldingen die in foutenlogboeken of -rapporten worden afgedrukt als u de printerfunctie gebruikt Dit onderdeel beschrijft de waarschijnlijke oorzaken van en mogelijke oplossingen voor foutmeldingen die worden afgedrukt in het foutenlogboek of in rapporten. Wanneer afdruktaken worden geannuleerd Meldingen Oorzaak Oplossing...
Pagina 165
Meldingen bij gebruik van de printer Wanneer er een probleem met de afdrukinstellingen is Meldingen Oorzaak Oplossing "Duplex is geannuleerd." Dubbelzijdig afdrukken is Wijzig de instelling voor "2- geannuleerd. zijdig toepassen" in [Instell. papierlade] om dubbelzijdig afdrukken te activeren voor de papierlade.
9. Problemen oplossen Wanneer de gebruiker geen rechten heeft om een bewerking uit te voeren Meldingen Oorzaak Oplossing "Geen reactie van server. Het tot stand brengen van Controleer de status van de server. Verificatie is mislukt." de verbinding met de server voor LDAP-verificatie of Windows-verificatie is onderbroken.
Meldingen bij gebruik van de printer Meldingen Oorzaak Oplossing "Informatie voor De gebruikersnaam voor Voor meer informatie over gebruikersinformatie is reeds LDAP was al geregistreerd in gebruikersverificatie, zie de geregistreerd voor een een andere server met een Veiligheidshandleiding. andere gebruiker." andere ID en de gebruikersnaam is gedupliceerd door het...
Pagina 168
9. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing "Er is een fout ontstaan." Er is onder een fout Controleer of het PDF-bestand geldig opgetreden (bijv. syntaxfout, etc.). "Max.opgeslagen best. De geheugencapaciteit is Verwijder onnodige bestanden die op overschreden" overschreden tijdens het het apparaat zijn opgeslagen. afdrukken van een beveiligd afdrukbestand.
Meldingen bij gebruik van de scanner Meldingen bij gebruik van de scanner Meldingen die op het bedieningspaneel worden weergegeven als u de scannerfunctie gebruikt In dit gedeelte worden de meest waarschijnlijke oorzaken van en mogelijke oplossingen voor de foutmeldingen gegeven die verschijnen op het bedieningspaneel. Indien er een melding verschijnt dat hier niet wordt beschreven, volg dan de aanwijzingen in het bericht.
Pagina 170
9. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing "Max.aant.alfanumerieke Het maximale aantal op te Zorg ervoor dat het maximale aantal karakters voor het pad geven alfanumerieke tekens tekens dat u wilt invoeren niet te groot overschreden." in een pad is overschreden. is en voer het opnieuw in. Voor meer informatie over het maximaal aantal tekens dat u kunt invoeren, zie Scannen.
Meldingen bij gebruik van de scanner Wanneer gegevensverzending mislukt Meldingen Oorzaak Oplossing "Verificatie van de De ingevoerde • Controleer of de gebruikersnaam bestemming is mislukt. gebruikersnaam of het en het wachtwoord correct zijn. Controleer instellingen. Om ingevoerde wachtwoord • Controleer of de ID en het huid.
9. Problemen oplossen Wanneer gegevens niet kunnen worden verstuurd, omdat er teveel documenten of pagina's zijn Meldingen Oorzaak Oplossing "Max.paginacap. per Het aantal gescande Geef op of u de gegevens wilt bestand overschr. Druk op pagina's overschrijdt de verzenden die al zijn gescand. [Verzend] om gescande maximale paginacapaciteit.
Meldingen bij gebruik van de scanner Meldingen Oorzaak Oplossing "Kan niet schrijven naar het • Controleer of het geheugenopslagapparaat. geheugenopslagapparaat is geheugenopslagapparaat defect Controleer het defect of de bestandsnaam geheugenopslagapparaat bevat een teken dat niet • Controleer het en de apparaatinstellingen." gebruikt kan worden.
Pagina 174
9. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing "Log-in gebruikersnaam, De ingevoerde log-in Controleer uw log-in gebruikersnaam, Log-in wachtwoord of Driver gebruikersnaam, het het log-in wachtwoord of de coderingstoets is onjuist." wachtwoord of de coderingssleutel voor het coderingssleutel voor het stuurprogramma en voer deze juist in. stuurprogramma was Voor meer informatie over de log-in ongeldig.
Pagina 175
Meldingen bij gebruik van de scanner Meldingen Oorzaak Oplossing "Er is een fout opgetreden in Er is een fout opgetreden in • Controleer of de netwerkkabel de scanner." het stuurprogramma. correct op de clientcomputer is aangesloten. • Controleer of de Ethernetkaart van de clientcomputer correct wordt herkend door Windows.
Pagina 176
9. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing "Onvoldoende geheugen. Het scannergeheugen is • Reset het scanformaat. Maak het scangebied ontoereikend. • Verlaag de resolutie. kleiner." • Stel in zonder compressie. Voor meer informatie over de instellingen, zie de Help-functie van het TWAIN-stuurprogramma. Het probleem kan veroorzaakt worden door het volgende: •...
Pagina 177
Meldingen bij gebruik van de scanner Meldingen Oorzaak Oplossing "Scanner is in gebruik voor Een functie van het apparaat • Wacht even en maak dan weer een andere functie. Een (niet de scannerfunctie) verbinding met het netwerk. ogenblik geduld." wordt gebruikt als de •...
Pagina 178
9. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing "Kan scanner "XXX", die Het apparaat is niet correct • Controleer of de eerder gebruikte voor de vorige scan is op het netwerk aangesloten. scanner correct op het netwerk is gebruikt, niet vinden. "YYY" aangesloten.
Pagina 179
Meldingen bij gebruik van de scanner Meldingen Oorzaak Oplossing "De scanner is niet Netwerkcommunicatie is niet • Controleer of de hostnaam van beschikbaar. Controleer de beschikbaar omdat het IP- het apparaat is opgegeven in de verbinding van de scanner." adres van het apparaat niet Netwerkverbindingstool.
9. Problemen oplossen Wanneer er andere berichten verschijnen Meldingen Oorzaak Oplossing "Lezen van het PDF-bestand Mogelijk wordt de PDF- Met de browser van dit apparaat kunt is mislukt." versie niet ondersteund door u alleen PDF-bestanden bekijken van de PDF-viewer van de de hieronder aangegeven versies en browser of is een niet- coderingsniveaus.
Wanneer er andere berichten verschijnen Meldingen Oorzaak Oplossing "Zelfcontrole..." Het apparaat voert Tijdens de werking kan het apparaat beeldaanpassingsfuncties periodiek onderhoud doorvoeren. De uit. frequentie en de duur van het onderhoud zijn afhankelijk van de vochtigheidsgraad, de temperatuur en afdrukfactoren zoals het aantal afdrukken, het papierformaat en het papiertype.
9. Problemen oplossen Wanneer het adresboek wordt geüpdatet Meldingen Oorzaak Oplossing "Bijwerken bestemmingslijst Er is een netwerkfout • Controleer of de server is mislukt. Opnieuw opgetreden. aangesloten. proberen ?" • Antivirusprogramma's en firewalls kunnen voorkomen dat clientcomputers een verbinding maken met dit apparaat. •...
Wanneer er andere berichten verschijnen Meldingen Oorzaak Oplossing "Bestemmingslijst wordt Een opgegeven bestemming Geef de bestemming of de bijgewerkt... Een ogenblik of afzendernaam is gewist afzendernaam opnieuw op. geduld a.u.b. Geselecteerde toen de bestemmingslijst in bestemmingen en/of namen de bezorgingsserver werd zijn gewist."...
9. Problemen oplossen Wanneer de gebruiker geen rechten heeft om een bewerking uit te voeren Meldingen Oorzaak Oplossing "U heeft niet de privileges De aangemelde gebruiker is Voor meer informatie over het instellen om deze functie te niet gemachtigd om de van rechten, zie de gebruiken."...
Pagina 185
Wanneer er andere berichten verschijnen Meldingen Oorzaak Oplossing "Tijdlim. zoeken naar LDAP- Er is een netwerkfout • Probeer de bewerking opnieuw server overschr. Contr. opgetreden en de uit te voeren. Wordt het bericht serverstatus." verbinding is mislukt. nog steeds weergegeven, dan kan het zijn dat het netwerk overbelast is.
10. Onderhoud In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u dit apparaat kunt schoonmaken en de apparaatfirmware kunt updaten. Uw apparaat onderhouden Het apparaat schoonmaken Als de glasplaat of het scanglas vies is, kunt u mogelijk geen duidelijke kopieën maken. Maak deze onderdelen schoon als ze vies zijn.
10. Onderhoud De glasplaat en het scanglas schoonmaken • Sluit de ADF niet als er harde voorwerpen op de glasplaat liggen. Dit kan het apparaat beschadigen. Veeg de glasplaat en het scanglas schoon. DUP829 1. Scanglas 2. Glasplaat DUP830...
Uw apparaat onderhouden De ADF schoonmaken Het vel en scanglas schoonmaken Veeg het vel en scanglas van de ADF schoon. DUP831 1. Scanglas 2. Vel De rollers en het remblok in de ADF schoonmaken Als de rollers of het remblok van de ADF vies is, kunnen er meerdere vellen papier tegelijk worden ingevoerd of kan het origineel vastlopen.
Pagina 190
10. Onderhoud Verwijder de papierinvoereenheid. 1. Houd het blauwe deel van de papierinvoereenheid vast, schuif de eenheid naar de voorkant van het apparaat en trek de koker aan het andere eind van de ADF eruit. 2. Trek de koker naar voren en verwijder de papierinvoereenheid uit de ADF. DUP153 Veeg de plaatsen met een droge of vochtige doek schoon die zijn aangeduid op de tekeningen hieronder.
Pagina 191
Uw apparaat onderhouden DUP155 • Trek de roller eruit (2 rollers in de hoofdbehuizing van de ADF) Draai aan de blauwe papierverwijderschijf om de rollers te laten draaien en houd tegelijkertijd een vochtige, uitgewrongen doek tegen de roller. Veeg elke roller terwijl u die draait en veeg de rollers droog met een droge doek.
Pagina 192
10. Onderhoud Bevestig de papierinvoereenheid. • Wanneer u de papierinvoereenheid weer aan het apparaat bevestigt, zorgt u ervoor dat het remblok in de juiste positie is bevestigd zoals aangegeven in de illustratie. DUP878 • Als het remblok niet wordt bevestigd zoals in onderstaande illustratie, drukt u met uw vingers op het zwarte deel van het remblok totdat het remblok in de juiste positie vastklikt.
Pagina 193
Uw apparaat onderhouden DUP158 Open de ADF. DUP159 Veeg de plaatsen met een droge of vochtige doek schoon die zijn aangeduid op de tekeningen hieronder. • Zorg ervoor dat u het folie niet buigt of vies maakt zoals aangegeven in de illustratie wanneer u het apparaat schoonmaakt.
Pagina 194
10. Onderhoud DUP161 Laat de ADF zakken. Til de invoerlade van de ADF op. DUP151 Veeg de plaatsen met een droge of vochtige doek schoon die zijn aangeduid op de tekeningen hieronder. • Raak de ontladingsborstel aangegeven in de illustratie niet aan wanneer u het apparaat schoonmaakt.
Uw apparaat onderhouden Draai aan de blauwe draaischijf voor vastgelopen papier om de roller te draaien terwijl u een vochtige doek tegen de uitvoerroller houdt. Veeg elk van de vier rollers schoon terwijl u ze draait en veeg de rollers vervolgens droog met een droge doek. DUP164 •...
Pagina 196
10. Onderhoud Schakel het apparaat uit en trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. Trek de stekker uit het stopcontact. Verwijder alle kabels uit het apparaat. Trek de lade voorzichtig naar buiten tot hij stopt, til de voorzijde van de lade op en trek hem dan uit het apparaat.
Pagina 197
Uw apparaat onderhouden CSJ257 • Papierlade CSJ259 • Papierinvoerrol Veeg de papierinvoerrol af door hem rond te draaien en af te vegen met een natte doek. Droog de wrijvingsstrip vervolgens met een droge doek. DUP817 Droog de wrijvingsstrip vervolgens met een droge doek. Plaats de verwijderde papierstapel in de lade.
10. Onderhoud Til de voorkant van de lade omhoog en schuif de lade voorzichtig in het apparaat totdat deze stopt. DUP103 Schuif de papierlade niet met geweld in de printer. Anders kunnen de geleiders aan de voor- en zijkanten zich gaan verplaatsen. Steek de stekker van het netsnoer stevig in het stopcontact.
Pagina 199
Uw apparaat onderhouden Trek aan de hendel van het voorpaneel en open het voorpaneel voorzichtig met beide handen. DUP818 De registratierol wordt ingesteld in de stand zoals te zien is in de illustratie. DUP819 Raak de registratierol niet aan. CSJ261...
10. Onderhoud Veeg de rubberen registratierol met een doek af. CSJ262 Sluit het voorpaneel voorzichtig met beide handen. DUP820 Steek de stekker van het netsnoer stevig in het stopcontact. Sluit alle voorheen verwijderde interfacekabels weer aan. Zet de hoofdstroomschakelaar aan. De LED-koppen schoonmaken Als het afgedrukte papier uit de printer komt met witte lijnen of vervaagde tekst, maak dan de LED-kop schoon met een LED-lensreiniger.
Pagina 201
Uw apparaat onderhouden Klap de hendel van het voorpaneel uit om het voorpaneel te openen. DUP821 Trek aan de hendel van de binnenklep om de binnenklep los te maken en open de binnenklep dan volledig. DUP822 Veeg de lens van de LED-koppen zachtjes met een schoonmaakmiddel voor LED-lenzen. Er zijn vier LED-koppen.
10. Onderhoud Sluit de binnen- en bovenklep voorzichtig met beide handen. DUP833 Steek de stekker van het netsnoer goed in het stopcontact. Sluit alle voorheen verwijderde interfacekabels weer aan. Zet de hoofdstroomschakelaar aan. De stekker van het stroomsnoer schoonmaken • U moet ten minste eenmaal per jaar de stekker uit het stopcontact verwijderen en de volgende zaken controleren: •...
Pagina 203
Uw apparaat onderhouden • Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, trek dan aan de stekker, niet aan het snoer. Als u aan het snoer trekt, kunt u het netsnoer beschadigen. Het gebruik van beschadigde netsnoeren kan resulteren in brand of een elektrische schok. •...
Controleer de versie van de firmware. Als dit niet de nieuwste versie is, kunt u de firmware updaten. De procedure voor het bijwerken van de firmware is als volgt: Download de nieuwste firmware via de volgende URL. http://www.ricoh.com/support/ • Klik op [Downloads] onder "Office-producten". Voer afhankelijk van de regio de hiernavolgende procedure uit.
11. Apparaatinformatie In dit hoofdstuk worden de milieumaatregelen en -voorschriften besproken. Informatie over milieuvoorschriften ENERGY STAR-programma ® ENERGY STAR -programmavereisten voor beeldmateriaal ® Dit bedrijf neemt deel aan het ENERGY STAR -programma. Dit apparaat voldoet aan de voorschriften van het ENERGY ®...
11. Apparaatinformatie Slaapstand • Als dit apparaat gedurende een bepaalde tijd niet wordt gebruikt of als op [Energiesp.st.] ) wordt gedrukt, schakelt het over naar de slaapstand om het elektriciteitsverbruik nog verder te verlagen. • De standaard wachttijd gedurende welke het apparaat wacht voordat de slaapstand wordt geactiveerd, is 1 minuut.
Informatie over milieuvoorschriften • Specificaties kunnen variëren, afhankelijk van welke opties er op het apparaat geïnstalleerd zijn. • Voor meer informatie over het wijzigen van de standaard interval raadpleegt u de handleiding Het apparaat aansluiten/Systeeminstellingen. • Afhankelijk van de ingebouwde softwarearchitectuurtoepassing die is geïnstalleerd, kan het apparaat er langer over doen dan aangegeven om op de slaapstand te gaan staan.
11. Apparaatinformatie Alleen voor Turkije Opmerking over het batterij- en/of accusymbool (alleen voor EU-landen) (voornamelijk Europa) Overeenkomstig de Batterijrichtlijn 2006/66/EC artikel 20, Informatie voor eindgebruikers, bijlage II, wordt het hierboven weergegeven symbool weergegeven op batterijen en accu's. Dit symbool geeft aan dat in de Europese Unie gebruikte batterijen en accu's gescheiden van uw huishoudelijke afval afgevoerd moeten worden.
Voor meer informatie over het recycleprogramma, zie onze website of raadpleeg uw servicevertegenwoordiger. https://www.ricoh-return.com/ Energiezuinig De hoeveelheid elektriciteit die een apparaat verbruikt is zowel afhankelijk van zijn specificaties als van de manier waarop u er gebruik van maakt. Het apparaat is speciaal ontworpen om uw elektriciteitskosten te verminderen door over te schakelen naar de modus 'Gereed' nadat de laatste pagina is afgedrukt.