10. Problemen oplossen
Het afdrukken start niet
Controleer het volgende als het afdrukken niet wordt gestart:
Controleer de voeding van het apparaat.
• De [Aan/uit]-knop brandt niet.
Zet het apparaat aan.
Zie Pag. 56 "Het apparaat aan-/uitzetten".
• Het aan/uit-indicatielampje brandt niet of knippert, ondanks dat er op de [Aan/uit]-knop is
gedrukt.
Controleer of de stekker van het netsnoer goed in het stopcontact is gestoken.
Sluit een ander goed functionerend apparaat aan op het stopcontact om te controleren of het
stopcontact in orde is.
Als het probleem niet is opgelost, haalt u het netsnoer uit het stopcontact en neemt u contact op met uw
verkoop- of servicevertegenwoordiger.
Bekijk de foutmelding.
• Als er een foutmelding op het display verschijnt.
Zie Pag. 388 "Foutmeldingen en statusberichten op het display".
• Als er een foutmelding in Status Monitor verschijnt
Klik op [Gebruikershandleiding] in Status Monitor.
Zie Pag. 399 "Foutmeldingen in de Status Monitor".
Controleer de naam die aan het printerpictogram is gekoppeld.
Als u de printer deelt, mag de naam die aan het printerpictogram is gekoppeld niet langer zijn dan 32
tekens.
De instelling van het printerstuurprogramma controleren
Klik op [Afdrukkwaliteit] op het tabblad [Uitgebreide Instelling] en vink vervolgens het selectievakje
[Gegevensverwerking wijzigen] aan.
De versie van het printerstuurprogramma nagaan
Als dit niet de nieuwste versie is, kunt u het stuurprogramma updaten.
• De versie van het printerstuurprogramma controleren in Windows
1. Open het dialoogvenster [Eigenschappen van printer] vanuit de toepassing.
Zie Pag. 141 "Het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren] openen".
2. Klik op het tabblad [Configuratie/Info] op [Info].
3. Controleer de versie.
358