2. Voorbereiden voor afdrukken
• Als u de SmartDeviceMonitor for Client-poort wilt gebruiken, dient u SmartDeviceMonitor for Client
te downloaden van de website van de fabrikant. Zie Pag. 116 "Hulpprogramma's downloaden".
1.
Plaats de cd-rom in het cd-romstation van de computer.
Sluit alle toepassingen die momenteel worden uitgevoerd.
2.
Selecteer een interfacetaal en klik vervolgens op [OK].
3.
Klik op [PCL/RPCS Raster printerstuurprogramma's] of [Printer driver].
4.
Lees de volledige licentieovereenkomst zorgvuldig door. Als u de voorwaarden ervan
accepteert, klikt u op [Ik ga akkoord met de overeenkomst.] en klikt u op [Volgende >].
5.
Selecteer het programma dat u wilt gebruiken en klik op [Volgende >]. (SG 3110SFNw)
Klik op [Sluit aan op een printerpoort of LAN] en klik vervolgens op [Volgende >]. (SG 3100SNw)
• Als u automatisch naar printers wilt zoeken, selecteert u [Automatisch naar printers zoeken] en
volgt u de instructies van de wizard.
• Als u naar het IP-adres van een printer wilt zoeken, selecteert u [Zoeken naar printers op IP-
adres] en volgt u de instructies van de wizard.
• Als u niet naar een printer wilt zoeken, selecteert u [Do not search]. In dit voorbeeld is [Do not
search] geselecteerd.
6.
Selecteer het model van de printer die u wilt gebruiken.
7.
Klik op [+] om de printerinstellingen weer te geven.
8.
Klik op [Poort:] en vervolgens op [Toevoegen].
9.
Klik op [SmartDeviceMonitor] en klik vervolgens op [OK].
10.
Klik op [TCP/IP] en vervolgens op [Zoeken].
Er wordt een lijst met printers weergegeven die TCP/IP gebruiken.
11.
Selecteer de printer die u wilt gebruiken en klik vervolgens op [OK].
Als de gewenste printer niet wordt weergegeven, klikt u op [Adres opgeven] en voert u het IP-
adres of hostnaam van het apparaat in.
12.
Configureer indien nodig de standaardprinter.
13.
Stel indien nodig de instelling voor het delen van de printer in.
14.
Klik op [Doorgaan].
De installatie van het printerstuurprogramma wordt gestart.
15.
Als u de printer voor de eerste keer wilt instellen, klikt u op [Nu instellen] of [OK].
16.
Definieer de begininstellingen en klik vervolgens op [OK].
17.
Geef aan of u de Status Monitor wel of niet automatisch wilt openen en klik daarna op
[Volgende >].
102