3. De printerfunctie gebruiken
Wijzigingen die hier worden gemaakt, gelden alleen voor deze toepassing. Als u afdrukt via een
andere toepassing, wordt deze instelling niet toegepast. Sommige toepassingen kunnen de instellingen
van het printerstuurprogramma automatisch wijzigen.
De onderstaande procedure is een voorbeeld voor NotePad (meegeleverd met het standaardpakket
van Windows).
Hoe u het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren] opent, is afhankelijk van de toepassing. Vanuit de meeste
toepassingen kan het dialoogvenster met printereigenschappen worden geopend door te klikken op
[Afdrukken...] of [Pagina-instellingen...] in het menu [Bestand] en vervolgens te klikken op [Voorkeuren].
Raadpleeg de Help van de toepassing voor meer informatie.
1.
Klik in het menu [Bestand] op [Afdrukken...].
2.
Selecteer in [Printer selecteren] de naam van deze printer en klik vervolgens op
[Voorkeuren].
142