Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruikers-
handleiding
Overzicht van het apparaat
Papier plaatsen
Documenten afdrukken
Originelen kopiëren
Originelen scannen
Een fax verzenden en ontvangen
Het apparaat configureren met het
bedieningspaneel
Het apparaat configureren met
hulpprogramma's
Het apparaat onderhouden
Problemen oplossen
Bijlage
Voor een veilig en juist gebruik, zorg ervoor dat u de
"Veiligheidsinformatie" leest voordat u het apparaat gebruikt.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Ricoh SP 311SFN

  • Pagina 1 Gebruikers- Overzicht van het apparaat handleiding Papier plaatsen Documenten afdrukken Originelen kopiëren Originelen scannen Een fax verzenden en ontvangen Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Het apparaat configureren met hulpprogramma's Het apparaat onderhouden Problemen oplossen Bijlage Voor een veilig en juist gebruik, zorg ervoor dat u de "Veiligheidsinformatie"...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    INHOUDSOPGAVE Hoe werkt deze handleiding?........................... 8 Inleiding................................8 Wettelijk verbod............................. 8 Disclaimer................................8 Opmerking voor de beheerder........................9 Het IP-adres..............................9 Verschillen in prestaties/functies van verschillende modellen..............9 Modelspecifieke informatie..........................11 Belangrijke veiligheidsinformatie ....................12 Gebruikersinformatie over elektrische en elektronische apparaten............12 Advies met betrekking tot het milieu ......................13 Opmerking m.b.t.
  • Pagina 4 Meerdere taken tegelijk uitvoeren......................33 2. Papier plaatsen Ondersteund papier............................37 Niet aanbevolen papiertypen.........................39 Afdrukgebied..............................40 Papier plaatsen..............................43 Papier in lade 1 plaatsen..........................43 Papier in de handinvoer plaatsen.......................46 Enveloppen plaatsen........................... 47 De papiersoort en het papierformaat opgeven via het bedieningspaneel..........50 Originelen plaatsen............................53 Originelen..............................53 Originelen op de glasplaat leggen......................55 3.
  • Pagina 5 Instelling van de afbeeldingsdichtheid.......................80 Het documenttype selecteren aan de hand van het origineel..............81 5. Originelen scannen Scannermodusscherm............................83 Scanbestemmingen registreren........................84 Scanbestemmingen wijzigen........................90 Scanbestemmingen verwijderen.........................90 Basisbewerking..............................92 Scannen naar E-mail/FTP/Map........................ 92 De scaninstellingen opgeven.......................... 96 Het scanformaat opgeven aan de hand van het formaat van het origineel...........96 Afbeeldingsbelichting aanpassen......................
  • Pagina 6 Een voor-/achterblad van een fax bewerken..................132 Een fax ontvangen............................133 Ontvangstmodus selecteren........................133 Lijsten/rapporten met betrekking tot de faxfunctie..................136 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Basisbewerking.............................. 137 Menuoverzicht............................... 139 Instellingen voor kopieereigenschappen.....................141 Instellingen scannereigenschappen......................145 Instellingen van de eigenschappen voor het versturen van faxen.............147 Instellingen van faxeigenschappen......................149 Instellingen voor het adresboek........................
  • Pagina 7 Tabblad Kopieerapparaat........................188 Tabblad Fax...............................188 Tabblad Lade prioriteit..........................189 Tabblad Tonerbeheer..........................189 Tabblad I/O Time-out..........................190 Tabblad Shortcut naar functie........................190 Bestemmingen registreren..........................191 De netwerkinstellingen configureren......................192 Network Tabblad Netwerkstatus......................192 Tabblad IPv6-configuratie........................193 Tabblad Netwerkapplicatie........................193 Tabblad DNS............................195 Tabblad Automatische e-mailmeldingen....................196 Tabblad SNMP............................
  • Pagina 8 De glasplaat schoonmaken........................220 De ADF schoonmaken..........................220 10. Problemen oplossen Algemene problemen............................221 Problemen met papierinvoer.........................223 Een papierstoring verwijderen......................... 225 Vastgelopen papier in de scanner verwijderen..................233 Problemen met afdrukkwaliteit........................235 De toestand van het apparaat controleren..................... 235 Printerproblemen............................236 Afdrukposities komen niet overeen met het computerscherm..............237 Kopieerproblemen............................239 Scanproblemen..............................241 Faxproblemen..............................
  • Pagina 9 Specificaties van de printerfunctie......................269 Specificaties van de kopieerfunctie......................270 Specificaties van de scanfunctie......................271 Specificaties van de faxfunctie.........................271 Copyright-informatie met betrekking tot geïnstalleerde toepassingen............273 expat................................273 JPEG LIBRARY............................273 OpenLDAP 2.1............................273 OpenSSL 0.9.8g............................274 Handelsmerken.............................. 277 INDEX ................................281...
  • Pagina 10: Hoe Werkt Deze Handleiding

    Hoe werkt deze handleiding? Inleiding Deze handleiding bevat gedetailleerde instructies en opmerkingen over de bediening en het gebruik van dit apparaat. Lees voor uw eigen veiligheid deze handleiding zorgvuldig door voordat u het apparaat gaat gebruiken. Bewaar deze handleiding op een handige plaats binnen handbereik. Wettelijk verbod Kopieer of druk geen documenten af waarvan de reproductie verboden is door de wet.
  • Pagina 11: Opmerking Voor De Beheerder

    In deze handleiding verwijst 'IP-adres' naar zowel de IPv4- als de IPv6-omgeving. Lees de instructies door die betrekking hebben op de omgeving die u gebruikt. Verschillen in prestaties/functies van verschillende modellen De verschillen in hoofdprestaties/functies van verschillende modellen zijn als volgt: SP 311SFN SP 311SFNw Type Type 1...
  • Pagina 12 SP 311SFN SP 311SFNw Draadloos LAN Niet beschikbaar Beschikbaar (standaard)
  • Pagina 13: Modelspecifieke Informatie

    Modelspecifieke informatie In dit gedeelte wordt uitgelegd tot welke regio uw apparaat behoort. Op de achterkant van het apparaat bevindt zich een sticker op de plaats die hieronder wordt weergegeven. De sticker bevat gegevens waarmee de regio van uw apparaat wordt geïdentificeerd. Lees wat er op de sticker staat.
  • Pagina 14: Belangrijke Veiligheidsinformatie

    Belangrijke veiligheidsinformatie Gebruikersinformatie over elektrische en elektronische apparaten Voor gebruikers in landen waar het symbool zoals hier is afgebeeld is gespecificeerd in de nationale wetgeving aangaande de verwerking van elektronisch afval Onze producten bevatten hoogwaardige componenten en zijn ontworpen om het recyclen te vergemakkelijken.
  • Pagina 15: Advies Met Betrekking Tot Het Milieu

    Voor meer informatie over het recycleprogramma, zie onze website of raadpleeg uw servicevertegenwoordiger. https://www.ricoh-return.com/ Energiezuinig De hoeveelheid elektriciteit die een apparaat verbruikt is zowel afhankelijk van zijn specificaties als van de manier waarop u er gebruik van maakt. Het apparaat is speciaal ontworpen om uw elektriciteitskosten te verminderen door over te schakelen naar de modus 'Gereed' nadat de laatste pagina is afgedrukt.
  • Pagina 16: Opmerking M.b.t. Het Batterij-/Accusymbool (Alleen Voor Eu-Landen)

    De CE-verklaring van overeenstemming is beschikbaar via de volgende URL: http://www.ricoh.co.jp/fax/ce_doc , waarna u vervolgens het desbetreffende product aanklikt. OPMERKINGEN VOOR GEBRUIKERS (NIEUW-ZEELAND) • Het recht op een Telepermit voor aansluitapparatuur geeft alleen aan dat Telecom bevestigt het apparaat aan de minimum voorwaarden voor verbinding met het netwerk voldoet.
  • Pagina 17 product met een Telepermit van een ander merk of model, noch houdt het in dat het product compatibel is met alle netwerkdiensten van Telecom. • Dit apparaat is niet geschikt, onder welke conditie dan ook, voor juist gebruik met een hogere snelheid dan waar het voor ontworpen is.
  • Pagina 18: Belangrijke Veiligheidsinformatie

    Belangrijke veiligheidsinformatie Opmerkingen voor gebruikers van de staat Californië Perchloormaterialen - speciale behandeling is mogelijk van toepassing. Zie: www.dtsc.ca.gov/ hazardouswaste/perchlorate...
  • Pagina 19: Energy Star-Programma

    ENERGY STAR-programma ® ENERGY STAR -programmavereisten voor beeldmateriaal ® De ENERGY STAR -programmavereisten voor beeldmateriaal moedigen milieubehoud aan via het promoten van energiebesparende computers en andere kantooruitrustingen. Het programma ondersteunt de ontwikkeling en verdeling van producten met energiebesparende functies. Het is een open programma waaraan fabrikanten op vrijwillige basis kunnen deelnemen. Beoogde producten zijn computers, beeldschermen, printers, faxapparaten, kopieerapparaten, scanners, en multifunctionele apparaten.
  • Pagina 20: Specificaties

    Specificaties Energiespaarstand 1 Stroomverbruik 50 W of minder Standaardtijd 30 seconden Hersteltijd 10 seconden of minder Energiespaarstand 2 Stroomverbruik 5,0 W of minder Standaardtijd 1 minuut Hersteltijd 20 seconden Voor meer informatie over de energiespaarstanden, zie Pag.174 "Beheerdersinstellingen". • Zelfs als Energiespaarstand 2 ingeschakeld is, zal het apparaat pas na 2 uur overgaan op Energiespaarstand 2 als Modus lage vochtigheid is geactiveerd.
  • Pagina 21: Overzicht Van Het Apparaat

    1. Overzicht van het apparaat Overzicht van alle apparaatonderdelen In dit deel staan de namen van de verschillende onderdelen van de voor- en achterkant van het apparaat samen met een beschrijving van hun functie. Buitenkant CVW049 1. ADF-paneel Open deze klep om originelen die zijn vastgelopen in de ADF te verwijderen. 2.
  • Pagina 22 1. Overzicht van het apparaat 5. USB-poort Voor het aansluiten van het apparaat op een computer met een USB-kabel. 6. Ethernetpoort Voor het aansluiten van het apparaat op een netwerk met een netwerkinterface-kabel. 7. Interface-connector G3-lijn (analoog) Deze poort dient voor het aansluiten van een telefoonlijn. 8.
  • Pagina 23: Binnenkant

    Overzicht van alle apparaatonderdelen Binnenkant CVW037 1. Printcartridge Dit verbruiksartikel zorgt ervoor dat u afdrukken op papier kunt maken. Het moet worden vervangen als het indicatielampje 'Toner/Papier op' rood knippert. Voor meer informatie over het vervangen van de cartridge, zie Pag.213 "De printcartridge vervangen". Bedieningspaneel CVW100 1.
  • Pagina 24 1. Overzicht van het apparaat 4. [Afdrukkwaliteit]-knop Druk hierop om de scankwaliteit voor de huidige taak te selecteren. 5. [Shortcut to Func. ]-knop Druk hierop om de functie te gebruiken die aan deze knop is toegewezen. 6. [Kopieerapparaat]-knop Druk hierop om naar de kopieermodus over te schakelen. 7.
  • Pagina 25 Overzicht van alle apparaatonderdelen 19. [Scanner]-knop Druk hierop om naar de scannermodus te gaan. 20. [Duplex]-knop Druk hierop om op beide zijden af te drukken. 21. [Belichting]-knop Druk hierop om de beeldbelichting aan te passen voor de huidige taak. 22. [Shift]-knop Druk hierop om de snelkiesbestemmingen 5 t/m 8 te gebruiken als u via de sneltoetsen een scan- of faxbestemming opgeeft.
  • Pagina 26: De Printer Installeren

    1. Overzicht van het apparaat De printer installeren Dit deel beschrijft hoe de printer geïnstalleerd moet worden en hoe instellingen uitgevoerd kunnen worden na de installatie. Waar moet ik de printer plaatsen? De locatie van de printer moet met zorg worden gekozen, omdat de omgevingscondities een grote invloed hebben op de prestaties van de printer.
  • Pagina 27: Benodigde Ruimte

    De printer installeren • Zorg ervoor dat de kamer waar u het apparaat gebruikt goed geventileerd wordt en ruim genoeg is. Een goede ventilatie is vooral van belang wanneer het apparaat veel wordt gebruikt. • De ventilatieopeningen van het apparaat mogen niet geblokkeerd zijn. Als dit toch gebeurt, bestaat er kans op brand als gevolg van oververhitte interne elementen.
  • Pagina 28: Ventilatie

    1. Overzicht van het apparaat CER119 • Wit gebied: toegestane bereik • Blauw gebied: aanbevolen bereik Om een hoge ozonconcentratie te voorkomen, moet u dit apparaat in een grote, goed geventileerde ruimte plaatsen met een luchtdoorvoer van meer dan 30 m /uur/persoon.
  • Pagina 29: Stroomvereisten

    De printer installeren Geur van nieuw apparaat Een nieuw apparaat ruikt mogelijk apart. Deze geur zal in ongeveer een week afnemen. Als u een rare lucht bespeurt, dient u de ruimte te ventileren. Stroomvereisten • 220 - 240 V, 4 A, 50/60 Hz •...
  • Pagina 30: Het Stuurprogramma En De Software Installeren

    1. Overzicht van het apparaat Het stuurprogramma en de software installeren U kunt het benodigde stuurprogramma voor dit apparaat installeren via de meegeleverde cd-rom. De meegeleverde stuurprogramma's worden door de volgende besturingssystemen ondersteund: • PCL 6-printerstuurprogramma: Windows XP/Vista/7/8 en Windows Server 2003/ 2003 R2/2008/2008 R2/2012 •...
  • Pagina 31: Het Printerstuurprogramma Upgraden Of Verwijderen

    Het stuurprogramma en de software installeren Selecteer een taal voor de interface en klik vervolgens op [OK]. Klik in het cd-rommenu op [Netwerksnelinstallatie]. Volg de instructies in de installatiewizard. Het printerstuurprogramma upgraden of verwijderen Het printerstuurprogramma upgraden Klik in het menu [Start] op [Apparaten en printers]. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het printermodel dat u wilt wijzigen en klik vervolgens op [Printereigenschappen].
  • Pagina 32 1. Overzicht van het apparaat Klik op [Verwijderen]. Klik op [OK]. Klik op [Sluiten] om het venster met eigenschappen van de afdrukserver te sluiten.
  • Pagina 33: Info Over Bedieningstoepassingen

    Info over Bedieningstoepassingen Info over Bedieningstoepassingen In dit hoofdstuk worden de bedieningstoepassingen van dit apparaat uitgelegd. Bedieningspaneel Het bedieningspaneel bevat een scherm en toetsen om het apparaat mee te bedienen. U kunt er de diverse instellingen van het apparaat mee configureren. Voor meer informatie over het gebruik van het bedieningspaneel, zie Pag.137 "Het apparaat configureren met het bedieningspaneel".
  • Pagina 34: Begininstellingen Maken

    1. Overzicht van het apparaat Begininstellingen maken Eerste setup Als u het apparaat voor de eerste keer aanzet, zal er een menu worden weergegeven op het display waarin u de instellingen die hieronder staan, kunt configureren. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de eerste setup kunt voltooien.
  • Pagina 35: Bewerkingsmodi Wijzigen

    Begininstellingen maken Bewerkingsmodi wijzigen U kunt schakelen tussen de kopieer-, scan- en faxmodi door op de relevante knoppen te drukken. Druk op de knop [Kopiëren], [Scanner] of [Fax] om de bijbehorende modus te openen. Wanneer u een bepaalde modus hebt geopend, gaat het bijbehorende lampje branden. CVW116 Functieprioriteit De kopieermodus is standaard geselecteerd als het apparaat wordt ingeschakeld of als de vooraf...
  • Pagina 36 1. Overzicht van het apparaat Huidige taak Taak die u tegelijkertijd wilt uitvoeren • Faxgeheugen verzenden • Fax direct afdrukken • Geheugenfax ontvangen Scannen • Fax afdrukken die in het apparaatgeheugen is ontvangen • Afdrukken • LAN-faxtaak ontvangen van een computer •...
  • Pagina 37 Begininstellingen maken Huidige taak Taak die u tegelijkertijd wilt uitvoeren • Scannen • Fax naar het apparaatgeheugen scannen voor verzending Fax afdrukken die in het • Fax direct verzenden apparaatgeheugen is • Faxgeheugen verzenden ontvangen • LAN-faxtaak ontvangen van een computer •...
  • Pagina 38 1. Overzicht van het apparaat...
  • Pagina 39: Papier Plaatsen

    2. Papier plaatsen Ondersteund papier Papierformaat • A4 • 8 " × 11 " (Letter) • 8 " × 14 " (Legal) • B5 JIS • 5 " × 8 " (Half Letter) • 7 " × 10 " (Executive) •...
  • Pagina 40 2. Papier plaatsen CVW056 Papiertype • Normaal papier (65 - 99 g/m (17 - 27 lb.)) • Gerecycled papier (75 - 90 g/m (20 - 24 lb.)) • Dun papier (52 - 64 g/m 14-17 lb.)) • Dik papier 1 (100 - 130 g/m (27 - 35 lb.)) •...
  • Pagina 41: Niet Aanbevolen Papiertypen

    Niet aanbevolen papiertypen Niet aanbevolen papiertypen Gebruik de volgende papiertypen niet: • Papier voor inkjetprinters • Gegolfd, gevouwen of gekreukeld papier • Opgekruld of verdraaid papier • Gescheurd papier • Gekreukt papier • Vochtig papier • Vuil of beschadigd papier •...
  • Pagina 42: Afdrukgebied

    2. Papier plaatsen Afdrukgebied De volgende illustratie laat het gedeelte van het papier zien waarop het apparaat kan adrukken. Van het printerstuurprogramma CHZ904 1. Afdrukgebied 2. Invoerrichting 3. Ongeveer 4,2 mm (0,2 inch) 4. Ongeveer 4,2 mm (0,2 inch) Envelop CMC044 1.
  • Pagina 43: Kopieerfunctie

    Afdrukgebied • Het afdrukgebied kan variëren, afhankelijk van papierformaat, printertaal en printerinstellingen. • Voor het beter adrukken van enveloppen raden wij u aan de rechter-, linker-, boven- en ondermarges minimaal op 15 mm (0,6 inch) in te stellen. Kopieerfunctie CHZ904 1.
  • Pagina 44: Faxfunctie

    2. Papier plaatsen Faxfunctie CHZ904 1. Afdrukgebied 2. Invoerrichting 3. Ongeveer 4,2 mm (0,2 inch) 4. Ongeveer 2 mm • Het afdrukgebied kan variëren afhankelijk van het papierformaat.
  • Pagina 45: Papier Plaatsen

    Papier plaatsen Papier plaatsen Papier in lade 1 plaatsen In het volgende voorbeeld wordt uitgelegd hoe u papier in de standaardpapierlade (lade 1) plaatst. • Voordat u op ander papier dan enveloppen afdrukt, moet u de hendels aan de achterkant van het apparaat, binnenin het achterpaneel, omhoog trekken.
  • Pagina 46 2. Papier plaatsen Knijp in de eindgeleider en schuif deze naar binnen tot het standaardformaat. CVW046 Zet bij het plaatsen van een aangepast papierformaat de papiergeleider iets breder dan het werkelijke formaat. Plaats het papier zodanig dat de afdrukzijde naar beneden ligt. Zorg dat het papier niet hoger wordt gestapeld dan de bovenste limietmarkering binnenin de lade.
  • Pagina 47 Papier plaatsen Controleer of er geen openingen tussen het papier en de papiergeleiders zijn; zowel bij de papiergeleiders aan de zijkant als aan de achterkant. CVW033 Duw lade 1 voorzichtig recht in het apparaat. Zorg om papierstoringen te voorkomen, dat de lade stevig is geplaatst. •...
  • Pagina 48: Papier In De Handinvoer Plaatsen

    2. Papier plaatsen CMC057 Vergrendel het verlengstuk in de verlengde stand. CMC055 Volg stap 2 tot en met 6 in 'Papier in lade 1 plaatsen'. • Om het verlengstuk opnieuw te plaatsen, moet u het met enige kracht erin duwen. •...
  • Pagina 49: Enveloppen Plaatsen

    Papier plaatsen CVW009 Schuif de zijgeleiders naar buiten, plaats het papier met de afdrukzijde naar boven en druk dit aan totdat het niet verder kan. CVW010 Pas de zijgeleiders aan de papierbreedte aan. CVW011 Enveloppen plaatsen • Zorg dat u voor het bedrukken van enveloppen de hendels van de fuseereenheid achter de achterklep laat zakken om te voorkomen dat de enveloppen verkreukeld naar buiten komen.
  • Pagina 50 2. Papier plaatsen hendels omlaag blijven, kan dit problemen veroorzaken met de adrukkwaliteit op ander papier dan enveloppen. • Vermijd het gebruik van zelfklevende enveloppen. Deze kunnen storingen aan het apparaat veroorzaken. • Controleer voordat u de enveloppen plaatst of er geen lucht in zit. •...
  • Pagina 51 Papier plaatsen Pas de zijgeleiders aan de breedte van de envelop aan. CVW013 Open de klep aan de achterzijde. CVW015 Doe voor het afdrukken op enveloppen de hendels aan beide zijden omlaag richting de positie die is aangegeven met een envelopsymbool. CVW016 Zet de hendels weer terug in hun oorspronkelijke positie na het afdrukken (omhoog).
  • Pagina 52: De Papiersoort En Het Papierformaat Opgeven Via Het Bedieningspaneel

    2. Papier plaatsen • Als enveloppen tijdens het afdrukken verkreukelen, plaatst u de enveloppen in omgekeerde richting en draait u het afdrukobject 180 graden met behulp van het printerstuurprogramma voordat u afdrukt. Zie de helpfunctie van het printerstuurprogramma voor verdere informatie. De papiersoort en het papierformaat opgeven via het bedieningspaneel In dit onderdeel wordt uitgelegd hoe u het papierformaat en -type kunt opgeven met het bedieningspaneel.
  • Pagina 53: De Standaardpapiergrootte Opgeven

    Papier plaatsen Druk op [ ] of [ ] om de instelling voor het papiertype voor de gewenste lade te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. Druk op [ ] of [ ] om de gewenste papiersoort te selecteren en druk vervolgens op de[OK]-knop.
  • Pagina 54 2. Papier plaatsen • Zorg er tijdens het afdrukken voor dat het papierformaat dat is opgegeven in het printerstuurprogramma overeenkomt met het papierformaat dat is opgegeven met het bedieningspaneel. Als het papierformaat niet overeenkomt, wordt er een foutmelding op het display weergegeven.
  • Pagina 55: Originelen Plaatsen

    Originelen plaatsen Originelen plaatsen Dit onderdeel geeft uitleg over de soorten originelen die u kunt instellen en hoe u originelen moet plaatsen. Originelen Dit onderdeel geeft uitleg over de soorten originelen die u kunt plaatsen en welke delen van een origineel niet scanbaar zijn.
  • Pagina 56 2. Papier plaatsen • Originelen met perforatielijnen • Originelen met duimgrepen, etiketten en uitstekende delen • Klevende originelen zoals kalkpapier • Dunne, zeer buigzame originelen • Dikke originelen zoals briefkaarten • Gebonden originelen zoals boeken • Transparante originelen zoals transparanten of kalkpapier •...
  • Pagina 57: Originelen Op De Glasplaat Leggen

    Originelen plaatsen In kopieermodus In scanmodus In faxmodus Rechts 3 mm 0 mm 0 mm Links 3 mm 0 mm 0 mm Onder 4 mm 2 mm 0 mm Originelen op de glasplaat leggen Dit gedeelte beschrijft de procedure voor het plaatsen van originelen op de glasplaat en in de ADF. •...
  • Pagina 58: Originelen In De Automatische Documentinvoer Plaatsen

    2. Papier plaatsen Originelen in de automatische documentinvoer plaatsen Bij gebruik van de ADF kunt u meerdere pagina's tegelijkertijd scannen. • Plaats alleen originelen in de ADF die hetzelfde formaat hebben. • Strijk gekruld papier helemaal glad voordat u de originelen in de ADF plaatst. •...
  • Pagina 59: Documenten Afdrukken

    3. Documenten afdrukken Basisbewerking De volgende stappen laten zien hoe u algemene afdruktaken kunt uitvoeren. Open het dialoogvenster printereigenschappen in de toepassing van uw document. Klik op [Help] voor meer informatie over elke instelling. U kunt op de informatiepictogrammen klikken voor informatie over de configuratie. Stel de gewenste afdrukopties in en klik vervolgens op [OK].
  • Pagina 60: Een Afdruktaak Annuleren Tijdens Het Afdrukken

    3. Documenten afdrukken Een afdruktaak annuleren voordat het afdrukken is gestart • Windows Dubbelklik op het printerpictogram in de taakbalk van uw computer. Selecteer de afdruktaak die u wilt annuleren en klik vervolgens op [Annuleren] in het menu [Document]. • Als u een afdruktaak annuleert die al verwerkt wordt, kan het afdrukken een paar pagina's doorgaan voordat het wordt geannuleerd.
  • Pagina 61: Als Papier Niet Overeenkomt

    Als papier niet overeenkomt Als papier niet overeenkomt Er wordt een fout gerapporteerd als: • het papiertype niet overeenkomt met de instellingen van de taak als [Invoerlade;] is ingesteld op [Automatische ladeselectie]. • het papierformaat niet overeenkomt met de instellingen van de afdruktaak als [Detectie formaatfout] bij [Papierlade-instellingen] onder Systeeminstellingen is ingeschakeld.
  • Pagina 62: De Afdruktaak Resetten

    3. Documenten afdrukken De afdruktaak resetten Als de foutmelding wordt weergegeven, druk dan op de [Wis/Stop]-knop. CVW105...
  • Pagina 63: De Verschillende Afdrukfuncties Gebruiken

    De verschillende afdrukfuncties gebruiken De verschillende afdrukfuncties gebruiken In dit onderdeel worden de verschillende afdrukfuncties kort beschreven die u kunt configureren met het printerstuurprogramma waarmee u de gewenste afdrukken kunt maken. Afdrukkwaliteitfuncties Afdrukkwaliteit en kleurschakeringen kunnen worden aangepast om bij de afdrukgegevens te passen. Een aantal van de afdrukkwaliteitinstellingen die u kunt configureren, staat hieronder.
  • Pagina 64: Afdrukuitvoerfuncties

    3. Documenten afdrukken Afdrukuitvoerfuncties U kunt de vorm van afdrukuitvoer opgeven naargelang uw behoeften. In dit onderdeel worden een aantal instellingen die u kunt opgeven kort beschreven. Meerdere sets van een document afdrukken U kunt meerdere sets van hetzelfde document afdrukken. De uitvoer in documentbatches sorteren U kunt sets van documenten die uit meerdere pagina's bestaan, afdrukken per set (P1, P2, P1, P2, ...).
  • Pagina 65 De verschillende afdrukfuncties gebruiken U kunt ervoor kiezen het voorblad leeg te houden of dat u de eerste pagina van het document op het voorblad afdrukt. Als er een voorblad in een duplextaak is ingevoegd, kunt u ook op zijn achterkant afdrukken.
  • Pagina 66 3. Documenten afdrukken...
  • Pagina 67: Originelen Kopiëren

    4. Originelen kopiëren Het kopieerapparaatscherm In dit onderdeel wordt informatie gegeven over het scherm als het apparaat in de kopieermodus staat. Het display geeft standaard het kopieerscherm weer als het apparaat wordt ingeschakeld. Als het scanner- of faxscherm op het display wordt weergegeven, kunt u door op de [Kopieerapparaat]-knop op het bedieningspaneel te drukken naar het kopieerscherm gaan.
  • Pagina 68: Basisbewerking

    4. Originelen kopiëren Basisbewerking • Het origineel in de ADF gaat voor het origineel op de glasplaat als u originelen zowel in de ADF als op de glasplaat plaatst. Druk op de [Kopieerapparaat]-knop. CVW101 Plaats het origineel op de glasplaat of in de ADF. Voor het correct plaatsen van het origineel, zie Pag.53 "Originelen plaatsen".
  • Pagina 69: Een Kopie Annuleren

    Basisbewerking te schakelen aan de hand van het papierformaat in deze instelling, kunt u ook de lade opgeven die het apparaat als eerst gebruikt bij [Lade prioriteit] onder Systeeminstellingen. Voor [Papier selecteren], zie Pag.141 "Instellingen voor kopieereigenschappen". Voor [Prioriteit papierlade], zie Pag.154 "Systeeminstellingen".
  • Pagina 70 4. Originelen kopiëren Druk op de knop [Wis/Stop]. CVW105...
  • Pagina 71: Vergrote Of Verkleinde Kopieën Maken

    Vergrote of verkleinde kopieën maken Vergrote of verkleinde kopieën maken Er zijn twee manieren om de schaalverhouding in te stellen: gebruik een vooraf opgegeven verhouding of geef handmatig een aangepaste verhouding op. Vooraf ingestelde verhouding CES103 50%, 71%, 82%, 93%, 122%, 141%, 200%, 400% Aangepaste verhouding CES106 25% tot 400% in stappen van 1%.
  • Pagina 72 4. Originelen kopiëren • U kunt op de [Escape]-knop drukken om terug te gaan naar het vorige niveau in de menustructuur. • U kunt de standaardinstelling van [Verkleinen/vergroten] van het apparaat wijzigen zodat alle kopieën in de opgegeven verhouding worden gemaakt. Raadpleeg voor meer informatie Pag.141 "Instellingen voor kopieereigenschappen".
  • Pagina 73: Gecombineerd/Dubbelzijdig Kopiëren

    Gecombineerd/dubbelzijdig kopiëren Gecombineerd/dubbelzijdig kopiëren In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u meerdere pagina's (twee of vier pagina's) combineert en afdrukt op een of twee zijden van het papier. • Deze functie is uitsluitend beschikbaar als het origineel in de ADF is geplaatst en niet wanneer het origineel op de glasplaat is geplaatst.
  • Pagina 74 4. Originelen kopiëren Origineel Kopie Links naar rechts Boven naar onder Links naar rechts Boven naar onder NL CMF251 Gecombineerde kopie aan beide zijden In deze modus wordt een origineel dat uit meerdere pagina's bestaat, gecombineerd en op beide zijden van het papier afgedrukt. •...
  • Pagina 75 Gecombineerd/dubbelzijdig kopiëren Origineel Kopie Links naar rechts, Links naar rechts, Boven naar boven Boven naar onder Boven naar onder, Boven naar onder, Boven naar boven Boven naar onder NL CMF256 Origineel Kopie Links naar rechts, Links naar rechts, Boven naar boven Boven naar onder Boven naar onder, Boven naar onder,...
  • Pagina 76: Gecombineerde En Dubbelzijdige Kopieën Opgeven

    4. Originelen kopiëren Origineel Kopie Boven naar boven Boven naar onder Boven naar boven Boven naar onder NL CMF261 Gecombineerde en dubbelzijdige kopieën opgeven Druk op de [Duplex]-toets. CVW110 Druk op [ ] of [ ] om de gewenste modus te selecteren en druk vervolgens op de [OK]- knop.
  • Pagina 77 Gecombineerd/dubbelzijdig kopiëren • U kunt de standaardinstelling van [Duplex/Combin.] van het apparaat wijzigen, zodat alle kopieën in de modus combineren worden gemaakt. Raadpleeg voor meer informatie Pag.141 "Instellingen voor kopieereigenschappen". • Als u gecombineerd kopiëren instelt, wordt de instelling [ID-kaart kop.] automatisch geannuleerd. •...
  • Pagina 78: Beide Zijden Van Een Identiteitsbewijs Op Één Zijde Kopiëren

    4. Originelen kopiëren Beide zijden van een identiteitsbewijs op één zijde kopiëren In dit onderdeel wordt uitgelegd hoe u de voor- en achterkant van een identificatiebewijs of een ander klein document kunt kopiëren op één zijde van een vel papier. •...
  • Pagina 79: Een Identiteitsbewijs Kopiëren

    Beide zijden van een identiteitsbewijs op één zijde kopiëren Een identiteitsbewijs kopiëren Druk op de [Shortcut to Func. ]-knop. CVW107 Als u met de [Shortcut to Func. ]-knop de ID-kaartkopieermodus voor de huidige taak wilt inschakelen, moet bij de beheerdersinstellingen de optie [Shortcut naar functie] zijn ingesteld op [ID-kaart kopiëren].
  • Pagina 80 4. Originelen kopiëren CVW302 • Bij het afdrukken van een vel Letter- of Half Letter-papier Plaats het identiteitsbewijs zo dat het midden ervan op het kruisje ligt. (Zowel de voor- als achterkant van het identiteitsbewijs dient op die manier geplaatst te worden.) CVW303 Druk op de [Start]-knop.
  • Pagina 81 Beide zijden van een identiteitsbewijs op één zijde kopiëren • Als deze functie voor de huidige taak wordt ingesteld, wordt het gecombineerd kopiëren tijdelijk automatisch uitgeschakeld. Nadat de tijdelijke taakinstelling is gewist, wordt de functie gecombineerd kopiëren automatisch weer ingeschakeld. •...
  • Pagina 82: De Scaninstellingen Opgeven

    4. Originelen kopiëren De scaninstellingen opgeven In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de afbeeldingsbelichting en scankwaliteit voor de huidige taak kunt instellen. Instelling van de afbeeldingsdichtheid Er zijn vijf afbeeldingsbelichtingsniveaus. Hoe hoger het belichtingsniveau, hoe donkerder de afdruk. Druk op de [Belichting]-knop. CVW109 Druk op [ ] of [ ] om het gewenste belichtingsniveau te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop.
  • Pagina 83: Het Documenttype Selecteren Aan De Hand Van Het Origineel

    De scaninstellingen opgeven Het documenttype selecteren aan de hand van het origineel Er zijn drie documenttypen: Gemngd Selecteer deze als het origineel zowel tekst als foto's of afbeeldingen bevat. Tekst Selecteer deze als het origineel alleen tekst bevat en geen foto's of afbeeldingen. Foto Selecteer deze als het origineel alleen foto's of afbeeldingen bevat.
  • Pagina 84 4. Originelen kopiëren • Als er geen informatie wordt ingevoerd in de tijd die is opgegeven bij [Automatische reset systeem] terwijl het beginscherm wordt weergegeven. Raadpleeg voor meer informatie Pag.174 "Beheerdersinstellingen". • Als er op de [Wis/Stop]-knop wordt gedrukt terwijl het beginscherm wordt weergegeven. •...
  • Pagina 85: Originelen Scannen

    5. Originelen scannen Scannermodusscherm In dit onderdeel wordt informatie gegeven over het scherm in de scanmodus. Het display geeft standaard het kopieerscherm weer als het apparaat wordt ingeschakeld. Als het kopieer- of faxscherm op het display worden weergegeven, druk dan op de [Scanner]-knop op het bedieningspaneel om naar het scanscherm over te gaan.
  • Pagina 86: Scanbestemmingen Registreren

    5. Originelen scannen Scanbestemmingen registreren Dit onderdeel beschrijft hoe u bestemmingsmappen in het adresboek kunt registreren. Om gescande bestanden naar een e-mailadres (Scannen naar e-mail), FTP-server (Scannen naar FTP) of een gedeelde map op een netwerkcomputer (Scannen naar map) te sturen, dient u de bestemming eerst te registreren in het adresboek via Web Image Monitor.
  • Pagina 87 Scanbestemmingen registreren Instellingen voor scannen naar e-mail Item Instelling Beschrijving Selecteer deze als u de bestemming als Snelkeuzenummer Optioneel snelkeuzesbestemming wilt invoeren. Naam van de bestemming. De naam die hier wordt opgegeven wordt op het scherm weergegeven als er Naam Vereist een scanbestemming wordt geselecteerd.
  • Pagina 88 5. Originelen scannen Item Instelling Beschrijving Bestandformaat van het gescande bestand als er in zwart-wit wordt gescand. PDF of TIFF kan worden Bestandsformaat (zwart-wit) Vereist geselecteerd. Beide formaten ondersteunen meerdere pagina's in een document. Selecteer de zijdes van het origineel (enkelzijdig of Origineel Vereist dubbelzijdig) om deze volgens de pagina en...
  • Pagina 89 Scanbestemmingen registreren Item Instelling Beschrijving Selecteer deze als u de bestemming als Snelkeuzenummer Optioneel snelkeuzesbestemming wilt invoeren. Naam van de bestemming. De naam die hier wordt opgegeven wordt op het scherm weergegeven als er Naam Vereist een scanbestemming wordt geselecteerd. Kan tot 16 tekens bevatten.
  • Pagina 90 5. Originelen scannen Item Instelling Beschrijving Selecteer een van de volgende scanresoluties: Resolutie Optioneel 100×100, 150×150, 200×200, 300×300, 400×400 of 600×600 dpi. Geef de afbeeldingsbelichting op door op de rechter- Dichtheid Optioneel of linkertoetsen te drukken. is het lichtst en is het donkerst.
  • Pagina 91 Scanbestemmingen registreren Item Instelling Beschrijving Gebruikersnaam voor aanmelden op de Log-in gebruikersnaam Optioneel bestemmingscomputer. Kan tot 32 tekens bevatten. Wachtwoord voor aanmelden op de Log-in wachtwoord Optioneel bestemmingscomputer. Kan tot 32 tekens bevatten. Directory in de gedeelde map waar gescande Directory Optioneel bestanden worden opgeslagen.
  • Pagina 92: Scanbestemmingen Wijzigen

    5. Originelen scannen • Om bestanden via e-mail, SMTP en DNS te versturen, dienen de instellingen juist te worden geconfigureerd. • Als u de functie Scannen naar E-mail gebruikt, selecteer dan een tijdzone volgens uw geografische locatie om de e-mail met de juiste verzendingsdatum en -tijd te versturen. •...
  • Pagina 93 Scanbestemmingen registreren Klik op het tabblad [E-mailadres], [FTP] of [Map]. Selecteer de gebruiker die u wilt verwijderen en klik vervolgens op [Verwijderen]. Bevestig dat u de geselecteerde gebruiker wilt verwijderen. Voer indien nodig het beheerderswachtwoord in. Klik op [Toepassen]. Sluit de internetbrowser.
  • Pagina 94: Basisbewerking

    5. Originelen scannen Basisbewerking Als u vanaf het bedieningspaneel scant, kunt u gescande bestanden via e-mail (Scannen naar e-mail) versturen, naar een FTP-server (Scannen naar FTP) of naar de gedeelde map van een computer op een netwerk (Scannen naar map). De functies Scannen naar e-mail, Scannen naar FTP en Scannen naar map zijn alleen beschikbaar bij een netwerkverbinding.
  • Pagina 95 Basisbewerking Druk op [ ] of [ ] om [Adresboek doorzoeken] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. Als u een bepaalde invoer op naam wilt zoeken, voer dan met de cijfertoetsen de eerste letters van de naam in en druk vervolgens op de [OK]-knop. Met elk teken dat u invoert, verandert het display om de overeenkomende naam weer te geven.
  • Pagina 96: De Scanbestemming Opgeven Met De Sneltoesten Of De [Pause/Redial]-Knop

    5. Originelen scannen • U kunt het apparaat zodanig instellen dat er gescand wordt in zwart-wit, kleur of in grijswaarden door de [Scanmodus]-instelling onder scannerinstellingen te wijzigen. Raadpleeg voor meer informatie Pag.96 "De scaninstellingen opgeven". • U kunt ook een bestemming opgeven via de sneltoetsen of de [Pause/Redial-knop. Raadpleeg voor meer informatie Pag.94.
  • Pagina 97: De Knop [Pause/Redial] Gebruiken

    Basisbewerking De knop [Pause/Redial] gebruiken Druk op de [Pause/Redial]-knop om de laatst gebruikte bestemming te selecteren. CVW113 • Als u een scanbestemming opgeeft, zullen de scaninstellingen van het apparaat automatisch worden gewijzigd aan de hand van de informatie die voor die bestemming in het Adresboek wordt geregistreerd.
  • Pagina 98: De Scaninstellingen Opgeven

    5. Originelen scannen De scaninstellingen opgeven Als u een scanbestemming opgeeft, zullen de scaninstellingen van het apparaat automatisch worden gewijzigd aan de hand van de informatie die voor die bestemming in het Adresboek wordt geregistreerd. Indien nodig kunt u de scaninstellingen voor de huidige taak via het bedieningspaneel wijzigen.
  • Pagina 99: Afbeeldingsbelichting Aanpassen

    De scaninstellingen opgeven • Als de modus van het apparaat wordt veranderd. • Als het apparaat wordt uitgeschakeld. • Als de standaardinstelling van het apparaat voor dezelfde instelling wordt gewijzigd. Afbeeldingsbelichting aanpassen In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de afbeeldingsbelichting voor de huidige taak aanpast. Er zijn vijf afbeeldingsbelichtingsniveaus.
  • Pagina 100: Resolutie Opgeven

    5. Originelen scannen Resolutie opgeven In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de scanresolutie voor de huidige taak kunt opgeven. Er zijn zes instellingen voor de resolutie. Hoe hoger de resolutie, hoe hoger de kwaliteit en hoe groter het bestand. Druk op de [Afbeeldingskwaliteit]-knop.
  • Pagina 101: Vanaf Een Computer Scannen

    Vanaf een computer scannen Vanaf een computer scannen Met scannen vanaf een computer die via het netwerk of USB verbinding heeft (TWAIN-scannen en WIA-scannen) kunt u het apparaat bedienen vanaf uw computer en originelen rechtstreeks naar uw computer scannen. TWAIN-scannen TWAIN-scannen is mogelijk als uw computer over een toepassing beschikt die TWAIN ondersteunt.
  • Pagina 102 5. Originelen scannen 2. Origineel: Selecteer [Reflecterend] om vanaf de glasplaat te scannen of [Autom. Document Toevoer] om vanuit de ADF te scannen. 3. Type origineel Selecteer afhankelijk van uw origineel een instelling uit het overzicht met opties dat hieronder staat of selecteer [Aangepast...] om uw eigen scaninstellingen te configureren.
  • Pagina 103: Basisbewerking Voor Wia-Scannen

    Vanaf een computer scannen 7. Scantaak: (bij gebruik van de glasplaat) Geeft maximaal 10 eerder gebruikte scangebieden weer. Om een scantaak te verwijderen selecteert u het nummer van de taak en klikt u vervolgens op [Verwijd.]. Als u [AutoCrop] selecteert, detecteert de scanner automatisch het formaat van uw origineel.
  • Pagina 104 5. Originelen scannen...
  • Pagina 105: Een Fax Verzenden En Ontvangen

    6. Een fax verzenden en ontvangen Faxapparaatscherm In dit onderdeel staat informatie over het scherm in de faxmodus. Het display geeft standaard het kopieerscherm weer als het apparaat wordt ingeschakeld. Als het kopieer- of scannerscherm op het display wordt weergegeven, druk dan op de [Fax]-knop op het bedieningspaneel om naar het faxscherm te gaan.
  • Pagina 106: De Datum En Tijd Instellen

    6. Een fax verzenden en ontvangen De datum en tijd instellen Druk op de knop [Gebruikersinstellingen]. cvw104 Druk op de toets [ ] of [ ] om [Beheerderstoepassingen] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, voer het wachtwoord dan met de cijfertoetsen in en druk vervolgens op de [OK]-knop.
  • Pagina 107 De datum en tijd instellen • U kunt een wachtwoord voor toegang tot het menu [Beh. Toepas.] opgeven in [Vergr.beheerderstoepass.]. Voor meer informatie over [Vergr.beheerderstoepass.], zie Pag.174 "Beheerdersinstellingen".
  • Pagina 108: Tekens Invoeren

    6. Een fax verzenden en ontvangen Tekens invoeren Als u tekens wilt invoeren, gebruikt u de volgende toetsen: Een cijfer invoeren Druk op een cijfertoets. Een teken verwijderen Druk op [ ]. Een faxnummer invoeren • Een getal invoeren Gebruik de cijfertoetsen. •...
  • Pagina 109 Tekens invoeren • Als het cijfer dat u hebt ingevoerd te groot of te klein is voor de instelling, wordt dit niet geaccepteerd. Als u op de [OK]-knop drukt, zal het apparaat het aantal verlagen of verhogen naar de minimale of maximale waarde voor de instelling.
  • Pagina 110: Faxbestemmingen Registreren

    6. Een fax verzenden en ontvangen Faxbestemmingen registreren Dit onderdeel beschrijft hoe u faxbestemmingen kunt registreren in het Adresboek via het bedieningspaneel. Zie "Tekens invoeren" voor meer informatie over het invoeren van tekens. Het Adresboek kan ook met behulp van Web Image Monitor worden bewerkt. •...
  • Pagina 111 Faxbestemmingen registreren Druk op [ ] of [ ] om [Snelkiesbestemming] of [Verkorte faxkiesnummer-bestemming] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. Druk op [ ] of [ ] om [Nr.] te selecteren en voer vervolgens met de cijfertoetsen het gewenste snelkiesnummer (1 t/m 8) in of het verkorte kiesnummer (1 t/m 200).
  • Pagina 112 6. Een fax verzenden en ontvangen Faxbestemmingen wijzigen of verwijderen Druk op de knop [Gebruikersinstellingen]. cvw104 Druk op [ ] of [ ] om [Adresboek] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, voer het wachtwoord dan met de cijfertoetsen in en druk vervolgens op de [OK]-knop.
  • Pagina 113: Faxbestemmingen Registreren Met Web Image Monitor

    Faxbestemmingen registreren Faxbestemmingen registreren met Web Image Monitor Open de webbrowser en verkrijg toegang tot het apparaat door het IP-adres ervan in te vullen. Klik op [Snelkeuzebestemming] of [Verkorte faxkiesnummer-bestemming]. Selecteer [Fax] in de lijst [Bestemmingstype]. Selecteer [Snelkeuzenummer] of [Verkort kiesnummer] en selecteer vervolgens het registratienummer in de lijst.
  • Pagina 114: Faxbestemmingen Aanpassen

    6. Een fax verzenden en ontvangen • Een faxnummer mag uit de volgende tekens bestaan: 0 tot en met 9, "P" (pauze), " ", " ", "-" en spatie. • Voer indien nodig een pauze in het faxnummer in. Het apparaat pauzeert kort voordat het de cijfers na de pauze kiest.
  • Pagina 115: Een Fax Versturen

    Een fax versturen Een fax versturen • Het is raadzaam de ontvanger te bellen en af te spreken wanneer belangrijke documenten worden verzonden. Verzendingsmodus selecteren Er zijn twee manieren van verzenden: Geheugenverzending en Directe verzending. Geheugenverzending In deze modus zal het apparaat verschillende originelen naar het geheugen scannen en ze daarna tegelijkertijd versturen.
  • Pagina 116: Basisbewerking Voor Het Versturen Van Een Fax

    6. Een fax verzenden en ontvangen • U kunt op de [Escape]-knop drukken om terug te gaan naar het vorige niveau in de menustructuur. Basisbewerking voor het versturen van een fax • Het origineel in de ADF gaat voor het origineel op de glasplaat als u originelen zowel in de ADF als op de glasplaat plaatst.
  • Pagina 117 Een fax versturen Druk op de [Start]-knop. CVW106 • Afhankelijk van de apparaatinstellingen, wordt u mogelijk gevraagd om het faxnummer opnieuw in te voeren als u het faxnummer van de bestemming handmatig hebt ingevoerd. Voer in dat geval het nummer binnen 60 seconden opnieuw in, druk op [OK] en druk vervolgens op de [Start]-knop.
  • Pagina 118: Een Fax Annuleren

    6. Een fax verzenden en ontvangen opnieuw kiest als de lijn bezet is of als er een fout optreedt tijdens de verzending. Voor meer informatie over [Autom. opnieuw proberen], zie Pag.147 "Instellingen van de eigenschappen voor het versturen van faxen". •...
  • Pagina 119: De Faxbestemming Opgeven

    Een fax versturen Druk op de knop [Wis/Stop]. CVW105 • Als u het versturen van een fax annuleert als de fax naar meerdere bestemmingen tegelijk wordt gestuurd (broadcast), wordt alleen de fax naar de huidige bestemming geannuleerd. De fax wordt naar de opeenvolgende bestemmingen gestuurd.
  • Pagina 120: Faxbestemmingen

    6. Een fax verzenden en ontvangen Druk op de sneltoets waaronder de gewenste snelkeuzebestemming is geregistreerd. Voor meer informatie over het registreren van snelkiesbestemmingen, zie Pag.108 "Faxbestemmingen registreren". Druk op de [Shift]-knop als u snelkiesbestemmingen 5 t/m 8 wilt gebruiken voordat u op een sneltoets drukt.
  • Pagina 121: De Bestemming Opgeven Met Broadcastfunctie

    Een fax versturen Druk op de [Address Book]-knop. CVW111 Druk op [ ] of [ ] om [Adresboek doorzoeken] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. Als u wilt zoeken naar een bepaalde registratie via een registratienummer of naam, gebruik dan de volgende stappen: •...
  • Pagina 122 6. Een fax verzenden en ontvangen Druk op de [Fax]-knop. CVW102 Voeg een bestemming toe op één van de volgende manieren: • Om een snelkiesbestemming toe te voegen drukt u op de sneltoets naar keuze. • Om een verkorte kiesbestemming toe te voegen, drukt u op de [Address Book]-knop en selecteert u [Adresboek doorzoeken].
  • Pagina 123: Handige Verstuurfuncties

    Een fax versturen Druk op de [Fax]-knop. CVW102 Druk op de [Pause/Redial]-knop. CVW113 Handige verstuurfuncties U kunt de status van het apparaat van de ontvanger eenvoudig controleren via de functie 'Op de haak' voordat u een fax stuurt. Als u een extra telefoon hebt, kunt u praten en een fax versturen in één gesprek.
  • Pagina 124 6. Een fax verzenden en ontvangen Plaats het origineel. Druk op de [Fax]-knop. CVW102 Druk op de [On Hook Dial]-knop. CVW112 "Op de haak" wordt op het scherm weergegeven. Geef de bestemming op met de cijfertoetsen. Als u een hoge toon hoort, druk dan op de [Start]-knop. CVW106 Druk op [TX] en druk vervolgens op de [Start]-knop.
  • Pagina 125 Een fax versturen • Voor meer informatie over het selecteren van de verzendingsmodus, zie Pag.113 "Verzendingsmodus selecteren". • Voor meer informatie over [Bevestiging faxnummer], zie Pag.174 "Beheerdersinstellingen". Een fax versturen na een gesprek Met een externe telefoon kunt u een fax versturen nadat u uw gesprek hebt beëindigd zonder de verbinding te verbreken en opnieuw te moeten kiezen.
  • Pagina 126: De Scaninstellingen Opgeven

    6. Een fax verzenden en ontvangen De scaninstellingen opgeven De afbeeldingsbelichting aanpassen In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de afbeeldingsbelichting voor de huidige taak aanpast. Er zijn drie afbeeldingsbelichtingsniveaus. Hoe donkerder het belichtingsniveau, hoe donkerder de afdruk. Druk op de [Belichting]-knop. CVW109 Druk op [ ] of [ ] om het gewenste dichtheidsniveau te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop.
  • Pagina 127: De Resolutie Opgeven

    Een fax versturen De resolutie opgeven In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de scanresolutie voor de huidige taak kunt opgeven. Er zijn drie instellingen voor resolutie: Standaard Selecteer deze als het origineel een afgedrukt document of een document met drukletters met tekens van normale afmetingen.
  • Pagina 128 6. Een fax verzenden en ontvangen • Als de standaardinstelling van het apparaat voor dezelfde instelling wordt gewijzigd.
  • Pagina 129: De Faxfunctie Gebruiken Vanaf Een Computer (Lan-Fax)

    De faxfunctie gebruiken vanaf een computer (LAN-fax) De faxfunctie gebruiken vanaf een computer (LAN-fax) In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de faxfunctie van het apparaat kunt gebruiken op een computer. U kunt een document rechtstreeks vanaf een computer via dit apparaat naar een ander faxapparaat sturen, zonder het document te hoeven afdrukken.
  • Pagina 130 6. Een fax verzenden en ontvangen Voor meer informatie over het bewerken van een faxvoorblad raadpleegt u Pag.132 "Een voor-/ achterblad van een fax bewerken". Klik op [Verzenden]. • Zie de Help-functie van het LAN-faxstuurprogramma voor meer informatie. • Een faxnummer mag uit de volgende tekens bestaan: 0 tot en met 9, "P" (pauze), " ", " ", "-" en spatie.
  • Pagina 131: Verzendinstellingen Configureren

    De faxfunctie gebruiken vanaf een computer (LAN-fax) Druk op de [Fax]-knop. CVW102 Druk op de knop [Wis/Stop]. CVW105 Verzendinstellingen configureren In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de verzendinstellingen kunt configureren in de eigenschappen van het LAN-faxstuurprogramma. Eigenschappen moeten voor elke toepassing apart worden ingesteld. Klik in het menu [Bestand] op [Afdrukken...].
  • Pagina 132: Het Adresboek Van Lan-Fax Configureren

    6. Een fax verzenden en ontvangen Het adresboek van LAN-fax configureren In dit onderdeel wordt het LAN-fax-adresboek beschreven. Configureer het LAN-fax-adresboek op de computer. In het LAN-fax-adresboek kunt u LAN-faxbestemmingen snel en eenvoudig opgeven. Het LAN-fax-adresboek kan maximaal 1000 registraties bevatten, waaronder individuele bestemmingen en groepsbestemmingen.
  • Pagina 133: Groepen Aanpassen

    De faxfunctie gebruiken vanaf een computer (LAN-fax) Selecteer de bestemming die u in de groep wilt opnemen uit de [Lijst Gebruiker:] en klik vervolgens op [Toev.]. Als u een bestemming uit een groep wilt verwijderen, selecteer dan de bestemming die u wilt verwijderen van [Lijst groepsleden:] en klik op [Verwijder van lijst].
  • Pagina 134: Een Voor-/Achterblad Van Een Fax Bewerken

    6. Een fax verzenden en ontvangen Gegevens voor het LAN-fax adresboek importeren Gegevens voor het LAN-fax adresboek kunnen geïmporteerd worden in een bestand in CSV- formaat (Comma Separated Values). U kunt adresboekgegevens importeren uit andere toepassingen als de gegevens als een CSV-bestand zijn opgeslagen. Open het LAN-fax adresboek en klik op [Importeren].
  • Pagina 135: Een Fax Ontvangen

    Een fax ontvangen Een fax ontvangen • Als u een belangrijke fax ontvangt, is het raadzaam om de ontvangst te bevestigen aan de afzender. • Wanneer er te weinig vrije geheugenruimte is, kan het apparaat geen faxdocumenten meer ontvangen. • Er is een externe telefoon nodig om dit apparaat als telefoon te kunnen gebruiken. •...
  • Pagina 136 6. Een fax verzenden en ontvangen Druk op de knop [Gebruikersinstellingen]. cvw104 Druk op [ ] of [ ] om [Faxeigenschappen] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]- knop. Druk op [ ] of [ ] om [Ontvangstinstellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop.
  • Pagina 137 Een fax ontvangen Een fax ontvangen in de modus Alleen Fax Wanneer de ontvangstmodus ingesteld is op Alleen Fax, beantwoordt het apparaat automatisch alle oproepen in de faxontvangstmodus. • U kunt het aantal keren dat het apparaat moet wachten voordat een telefoontje beantwoord wordt, wijzigen in de instelling [Aantal keer bellen] onder [Faxeigenschappen].
  • Pagina 138: Lijsten/Rapporten Met Betrekking Tot De Faxfunctie

    6. Een fax verzenden en ontvangen Lijsten/rapporten met betrekking tot de faxfunctie De lijsten en rapporten met betrekking tot de faxfunctie zijn: • Faxjournaal Hiermee wordt een journaal van faxverzending en -ontvangst van de laatste 50 taken afgedrukt. • TX-statusrapport Drukt het meest recente verzendingsresultaat af.
  • Pagina 139: Het Apparaat Configureren Met Het Bedieningspaneel

    7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Basisbewerking U kunt op twee manieren toegang krijgen tot de apparaatinstellingen: • Druk op de knop [Gebr.tools] voor toegang tot de systeem- en netwerkinstellingen. • Druk op [ ] of [ ] om de kopieer-, scan- of faxinstellingen te openen. Om te controleren tot welke categorie de functie behoort die u wilt configureren, raadpleegt u Pag.139 "Menuoverzicht".
  • Pagina 140 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Als u het menu [Adresboek], [Netwerkinstellingen] of [Beheerderstoepassingen] selecteert, kan u om een wachtwoord worden gevraagd. Voer het viercijferige wachtwoord in en druk op de [OK]- knop. Voor meer informatie over het wachtwoord, zie [Vergr.beheerderstoepass.] op Pag.174 "Beheerdersinstellingen".
  • Pagina 141: Menuoverzicht

    Menuoverzicht Menuoverzicht In dit onderdeel worden de parameters van elk menu genoemd. Voor meer informatie over het configureren van het apparaat met Web Image Monitor, zie Pag.179 "Het apparaat configureren met hulpprogramma's". • Sommige items kunnen ontbreken vanwege het modeltype of de configuratie van het apparaat. •...
  • Pagina 142 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Beheerderstoepassingen (instelling [Gebr.tools]) [Datum/tijd instellen], [Faxinformatie programmeren], [Kies-/pulstoon], [PSTN / PBX], [PBX- toegangsnummer], [Functieprioriteit], [Automatische reset systeem], [Energiespaarstandmodus], [Taal], [Land], [Instellingen terugzetten], [Shortcut naar functie], [Vergr.beheerderstoepass.], [IPsec], [Bevestiging faxnummer] Printereigenschappen (instelling [Gebr.tools]) [Lijst-/proefafd], [Systeem], [PCL Menu]...
  • Pagina 143: Instellingen Voor Kopieereigenschappen

    Instellingen voor kopieereigenschappen Instellingen voor kopieereigenschappen Papier selecteren Geef hier het papierformaat op dat gebruikt moet worden voor het kopiëren. Als er een lade geselecteerd is, gebruikt het apparaat alleen die lade voor afdrukken. Als er een papierformaat is geselecteerd, controleert het apparaat de laden op papier van het opgegeven formaat in de volgorde die is opgegeven in [Papierladeprioriteit] onder systeeminstellingen.
  • Pagina 144 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel • Pagina's die geheel of hoofdzakelijk uit foto's of afbeeldingen bestaan, zoals pagina's in tijdschriften. Dichtheid Geeft de afbeeldingsbelichting op voor fotokopiëren. Standaardinstelling: • (lichtst) • • • • (donkerst) Verkleinen/vergroten Geeft het percentage aan waarmee kopieën vergroot of verkleind worden. Ook het kopiëren van identiteitskaarten kan worden opgegeven.
  • Pagina 145 Instellingen voor kopieereigenschappen • Uit • 1-z 2orig->Cmb 2op1 1z De kopie wordt op 1 zijde gemaakt en hierop worden 2 pagina's van een enkelzijdig origineel afgedrukt. • Staand • Liggend • 1-z 4orig->Cmb 4op1 1z De kopie wordt op 1 zijde gemaakt en hierop worden 4 pagina's van een enkelzijdig origineel afgedrukt.
  • Pagina 146 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel • Liggend: B naar O, B naar O • Handm. modus 2-zijd scannen Selecteer deze modus om dubbelzijdige kopieën te maken via de glasplaat. • ID-kaart regel in midden Geef op of u een lijn in het midden wilt trekken als u een ID-kaart kopieert. •...
  • Pagina 147: Instellingen Scannereigenschappen

    Instellingen scannereigenschappen Instellingen scannereigenschappen Scanformaat Geeft het scanformaat op volgens het formaat van het origineel. Standaardinstelling: [A4] • 8 1/2 × 14, 8 1/2 × 11, 8 1/2 × 5 1/2, 7 1/4 × 10 1/2, A4, B5, A5, Ang.fr Scanmodus Hier kunt u de scanmodus via het bedieningspaneel opgeven.
  • Pagina 148 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Resolutie U kunt hier de resolutie opgeven voor het te scannen origineel. Standaardinstelling: [300 × 300dpi] • 100 × 100dpi • 150 × 150dpi • 200 × 200dpi • 300 × 300dpi • 400 × 400dpi •...
  • Pagina 149: Instellingen Van De Eigenschappen Voor Het Versturen Van Faxen

    Instellingen van de eigenschappen voor het versturen van faxen Instellingen van de eigenschappen voor het versturen van faxen Directe TX Hiermee stelt u het apparaat zo in dat er direct een fax wordt verstuurd als het origineel is gescand. Standaardinstelling: [Uit] •...
  • Pagina 150 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Automatisch opnieuw proberen Stelt het apparaat zo in dat de faxbestemming automatisch opnieuw wordt gekozen wanneer de lijn bezet is of er een verzendingsfout optreedt, mits het apparaat in de Geheugenverzendingsmodus staat. Het aantal keer dat een nummer opnieuw wordt geprobeerd, is vooraf ingesteld op twee of drie keer, afhankelijk van de [Land]-instelling onder [Beh.
  • Pagina 151: Instellingen Van Faxeigenschappen

    Instellingen van faxeigenschappen Instellingen van faxeigenschappen Ontvangstinstellingen Hier staan de instellingen voor het ontvangen van een fax. • Schakel RX-modus Hier kunt u de ontvangstmodus opgeven. Standaardinstelling: [Alleen fax] • Alleen fax Het apparaat beantwoordt automatisch alle binnenkomende oproepen in de faxontvangstmodus.
  • Pagina 152 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel • 1 tot 5 keer • 2-zijdige afdruk Hiermee geeft u op dat u dubbelzijdig wilt afdrukken. Standaardinstelling: [Uit] • Uit • 2-zijdig staand: B naar B • 2-zijdig staand: B naar O TX stand-by bestand verw.
  • Pagina 153 Instellingen van faxeigenschappen • Detecteren • Niet detecteren • Verzendsnelheid Hiermee geeft u de verzendingssnelheid op voor de faxmodem. Standaardinstelling: [33.6 Kbps] • 33.6 Kbps • 14,4 Kbps • 9,6 Kbps • 7,2 Kbps • 4,8 Kbps • 2,4 Kbps •...
  • Pagina 154 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Drukt een rapport af met een afbeelding van het origineel wanneer er een verzendingsfout optreedt. • Elke TX Drukt een rapport af bij elke faxverzending. • Elke TX (afb. bijgevoegd) Drukt een rapport af met een afbeelding van het origineel bij elke faxverzending. •...
  • Pagina 155: Instellingen Voor Het Adresboek

    Instellingen voor het adresboek Instellingen voor het adresboek Snelkiesbestemming Hier kunt u het faxnummer en de naam voor de snelkiesbestemmingen opgeven. U kunt maximaal 8 snelkiesbestemmingen registreren. • Nr. Hier geeft u het snelkiesnummer op. • Faxnr. Hier geeft u het faxnummer voor de betreffende snelkiesbestemming op. Het faxnummer kan maximaal 40 tekens van de volgende tekens bevatten: de cijfers 0 t/m 9, pauze, "...
  • Pagina 156: Systeeminstellingen

    7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Systeeminstellingen Volume aanpassen Hier kunt u het volume van de geluiden die het apparaat produceert opgeven. Standaardinstelling: [Laag] voor [Paneeltoets toon] en [Medium] voor andere parameters. • Paneeltoets toon Hiermee specificeert u het volume van het piepgeluid dat wordt gegeven als er op een toets wordt gedrukt.
  • Pagina 157 Systeeminstellingen Hiermee specificeert u het volume van het alarmgeluid dat het apparaat produceert als er een bewerkingsfout optreedt. • Uit • Laag • Midden • Hoog Lade Papierinstellingen • Papiertype: Lade 1 Bepaalt de papiersoort voor lade 1. Standaardinstelling: [Normaal papier] Dun papier, Normaal papier, Gerecycled papier, Gekleurd papier, Briefpapier, Voorbedrukt papier, Geperforeerd papier, Etikettenpapier, Bankpost, Karton, Dik papier 1, Dik papier 2 •...
  • Pagina 158 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel • Elk formaat/type Het apparaat drukt alle afdruktaken af aan de hand van de instellingen in het printerstuurprogramma. Afdrukken gaat verder, zelfs als de instellingen van het apparaat en het printerstuurprogramma voor het papierformaat/-type niet overeenkomen. Echter, als het papier te klein is voor de afdruktaak, wordt de afgedrukte afbeelding bijgesneden zodat het past.
  • Pagina 159 Systeeminstellingen • Detectie formaatfout Hiermee stelt u in dat er een fout wordt gerapporteerd wanneer het papierformaat niet overeenkomt met de instellingen voor de afdruktaak. Standaardinstelling: [Uit] • Uit • Aan I/O Timeout • USB Bepaalt hoeveel seconden het apparaat wacht voordat gegevens worden afgedrukt, als de gegevens worden onderbroken terwijl deze vanaf de computer via USB worden gestuurd.
  • Pagina 160 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Het printer-/LAN-faxstuurprogramma dat u op uw computer hebt geïnstalleerd, kan worden gebruikt met elk ander apparaat dat van hetzelfde model is als het apparaat dat oorspronkelijk voor installatie was gebruikt. Automatisch doorgaan Hiermee stelt u in dat het apparaat fouten met het papierformaat of het papiertype negeert en verder gaat met afdrukken.
  • Pagina 161: Printerregistratie

    Systeeminstellingen (Nieuw), (moet vervangen worden) Scanroller • Scanroller vergrendelen Plaats de scannereenheid terug in zijn oorspronkelijke positie in het apparaat. Voordat het apparaat verplaatst wordt, kunt u deze functie gebruiken om de scannereenheid in zijn oorspronkelijke positie terug te plaatsen. Druk op [Ja] om de scannereenheid in zijn oorspronkelijke positie terug te plaatsen.
  • Pagina 162 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel • Aan • Uit Belichting Past de belichting van afbeeldingen op afdrukken aan. Standaardinstelling: 0 • -3 tot +3...
  • Pagina 163: Lijsten/Rapporten Afdrukken

    Lijsten/rapporten afdrukken Lijsten/rapporten afdrukken De configuratiepagina afdrukken Druk op de knop [Gebruikersinstellingen]. cvw104 Druk op [ ] of [ ] om [Lijst/rap. afdrukken] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]- knop. Druk op [ ] of [ ] om [Configuratiepagina] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]- knop.
  • Pagina 164 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Faxbest.lijst verk. kiezen Hiermee wordt een lijst met ingevoerde verkorte kiesnummers afgedrukt. • Sorteren op verkort kiesnr. Hiermee wordt een lijst met records gesorteerd op het registratienummer van de verkorte kiesbestemmingen. • Sorteren op naam Hiermee wordt de lijst afgedrukt met de records gesorteerd op naam.
  • Pagina 165: Instellingen Voor Printereigenschappen

    Instellingen voor printereigenschappen Instellingen voor printereigenschappen Lijst-/proefafd Drukt lijsten af met de configuraties van het apparaat. De lijsten worden afgedrukt op papier van A4- of Letter-formaat. • Configuratiepagina Hiermee wordt algemene informatie en de huidige configuratie van het apparaat afgedrukt. •...
  • Pagina 166 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel • A4, B5 JIS, A5, B6 JIS, A6, 8 1/2 × 14, 8 1/2 × 11, 5 1/2 × 8 1/2, 7 1/4 × 10 1/2, 8 × 13, 8 1/2 × 13, 8 1/4 × 13, 16K, 4 1/8 × 9 1/2, 3 7/8 ×...
  • Pagina 167 Instellingen voor printereigenschappen Standaardinstelling: • 5 tot 128 • Lettertypenummer Geeft de ID van het standaard lettertype op dat u wilt gebruiken. Standaardinstelling: 0 • 0 tot 89 • Tekengrootte Geeft de tekengrootte van het geselecteerde lettertype op. Deze instelling is alleen effectief voor een lettertype dat verscheidene ruimtes tussen lettertypes heeft (variable-space font).
  • Pagina 168 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel • Aan • Uit • Van CR naar LF Stelt het apparaat in zodat er een CR-code aan elke LF-code wordt toegevoegd zodat tekstgegevens duidelijk worden afgedrukt. Standaardinstelling: [Uit] • Aan • Uit •...
  • Pagina 169: Netwerkinstellingen

    Netwerkinstellingen Netwerkinstellingen • Mogelijk moet u uw apparaat, afhankelijk van de instellingen die u wijzigt, opnieuw opstarten. • Op sommige modellen wordt een aantal items mogelijk niet weergegeven. Ethernet • MAC-adres Toont het MAC-adres van het apparaat. • Ethernetsnelheid Toont de huidige ethernetsnelheidinstelling. •...
  • Pagina 170 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel • WiFi-status Hiermee wordt de huidige status van de verbinding aangegeven. • MAC-adres Toont het MAC-adres van het apparaat. • Huidige verbinding Hiermee worden details over de verbinding weergegeven, zoals de SSID en de sterkte van het draadloze signaal.
  • Pagina 171 Netwerkinstellingen Standaardinstelling: XXX.XXX.XXX.XXX De cijfers die voor "X" staan, hangen af van uw netwerkomgeving. • Methode IP-adres Geeft de acquisitiemethode van het IP-adres weer. • IP niet gereed • DHCP • Handmatige configuratie • Standaard IP IPv6-configuratie • IPv6 Selecteer of u IPv6 wilt in- of uitschakelen Standaardinstelling: [Actief] •...
  • Pagina 172: Installatie Draadloos Lan (Alleen Model Type 2)

    7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel • Staatloos adres 1 • Staatloos adres 2 • Staatloos adres 3 • Staatloos adres 4 • Link-lokaal adres Geef het IPv6 linklokale adres weer. • Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor informatie over de netwerkconfiguratie. Installatie draadloos LAN (alleen model type 2) In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de instellingen van draadloos LAN via het bedieningspaneel handmatig configureert.
  • Pagina 173 Netwerkinstellingen Druk op [ ] of [ ] om de doel-SSID te selecteren en druk vervolgens op de [Volgende]- knop. Als u de doel-SSID niet kunt vinden, controleer dan of het apparaat is ingeschakeld. Wanneer u de SSID wilt invoeren, selecteert u [SSID] en drukt u op de knop [Volgende]. Het SSID-invoerscherm wordt weergegeven.
  • Pagina 174: Automatische Ipv6-Instellingen

    7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Druk op [ ] of [ ] om [Installatiewizard] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]- knop. Druk op [ ] of [ ] om [Ad-hoc] te selecteren en druk vervolgens op de knop [Volgende]. Druk op [ ] of [ ] om een communicatiekanaal te selecteren en druk vervolgens op de knop [Volgende].
  • Pagina 175: Handmatige Ipv6-Instellingen

    Netwerkinstellingen Druk op [ ] of [ ] om [DHCP] te selecteren en druk vervolgens op [OK]. Druk op [ ] of [ ] om [Actief] te selecteren en druk vervolgens op [OK]. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen] om terug te keren naar het beginscherm. Als u gevraagd wordt het apparaat opnieuw te starten, zet de printer dan uit en daarna weer aan.
  • Pagina 176: Beheerdersinstellingen

    7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Beheerdersinstellingen Datum/tijd instellen Hiermee stelt u de datum en tijd in van de interne klok van het apparaat. • Datum instellen Bepaalt de datum van de interne klok van het apparaat. Er kunnen alleen data worden ingesteld die overeenkomen met het jaar en de maand. Niet- compatibele data worden geweigerd.
  • Pagina 177 Beheerdersinstellingen Standaardinstelling: [Pulstoon] • Pulstoon • Tel. kiessch. (10PPS) • Tel. kiessch. (20PPS) PSTN / PBX Hiermee bepaalt u of het apparaat direct is aangesloten op het algemeen gebruikte telefoonnetwerk (PSTN) of via een telefooncentrale die voor een bedrijf gebruikt wordt (PBX). Standaardinstelling: [PSTN] •...
  • Pagina 178 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel • Energiespaarstandmodus 1 Het apparaat gaat over naar Energiespaarstandmodus 1 als het apparaat 30 seconden niet is gebruikt. Het kost minder tijd om terug te keren uit Energiespaarstand 1 dan uit de uitgeschakelde status of uit Energiespaarstand 2, maar het stroomverbruik in Energiespaarstand 1 is hoger in dan in Energiespaarstand 2.
  • Pagina 179 Beheerdersinstellingen • Instellingen voor gebruikersbeperking (ingesteld via Web Image Monitor) • IPsec-instellingen (ingesteld via Web Image Monitor) Druk op [Ja] om deze bewerking uit te voeren. Druk op [Nee] om het voorgaande niveau van de menustructuur af te sluiten zonder de instellingen te wissen. •...
  • Pagina 180 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Shortct nr func Wijst één van de volgende functies toe aan de [Shortcut to Func. ]-knop op het bedieningspaneel. Standaardinstelling: [ID-kaart kopiëren] • ID-kaart kopiëren • Directe TX fax • Scanbestemm. selecteren • Dup/Comb kopie...
  • Pagina 181: Het Apparaat Configureren Met Hulpprogramma's

    8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Web Image Monitor gebruiken • Om het apparaat te bedienen via Web Image Monitor, moet u eerst de TCP/IP- of draadloze LAN-instellingen van het apparaat instellen. Raadpleeg voor meer informatie Pag.167 "Netwerkinstellingen". • Sommige items worden mogelijk niet weergegeven, afhankelijk van het modeltype dat u gebruikt. •...
  • Pagina 182: Bovenste Pagina Weergeven

    8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Bovenste pagina weergeven Als u via Web Image Monitor toegang tot het apparaat verkrijgt, wordt de bovenste pagina in uw browservenster weergegeven. Start de internetbrowser. Voer “http://(IP-adres van het apparaat)/” in de adresbalk van uw browser in om toegang te krijgen tot dit apparaat.
  • Pagina 183: De Taal Van De Interface Wijzigen

    Bovenste pagina weergeven De informatie in het algemene gedeelte wordt niet automatisch bijgewerkt. Klik op [Vernieuwen] in de rechterbovenhoek van het algemene gebied om de informatie bij te werken. Klik op de button [Vernieuwen] van de webbrowser om het volledige browserscherm bij te werken. •...
  • Pagina 184: De Systeeminformatie Controleren

    8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's De systeeminformatie controleren Klik op [Home] om de hoofdpagina van Web Image Monitor weer te geven. Op deze pagina kunt u de huidige systeeminformatie controleren. Deze pagina bevat drie tabbladen: [Status], [Teller] en [Apparaatinformatie]. Tabblad Status Item Beschrijving...
  • Pagina 185: Tabblad Teller

    De systeeminformatie controleren Papierlade Item Beschrijving Lade 1 Toont de huidige status en instelling voor papiergrootte/-soort van lade 1. Handinvoer Toont de huidige status en instelling voor het papierformaat/-type van de handinvoer. • Als er geen authentieke printcartridge is geïnstalleerd, kan de levensduur van de toner niet goed worden aangegeven.
  • Pagina 186: Tabblad Apparaatinformatie

    8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Afdrukteller Item Beschrijving Totaal aantal pagina's Toont het totale aantal afdrukken die met het apparaat gemaakt zijn: • Pagina's afgedrukt via de printer-, kopieer- en faxfuncties • Lijsten/rapporten die zijn afgedrukt vanuit het menu [Lijst/rap. afdrukken] •...
  • Pagina 187: De Systeeminstellingen Configureren

    De systeeminstellingen configureren De systeeminstellingen configureren Klik op [Systeeminstellingen] om de pagina voor configuratie van de systeeminstellingen weer te geven. Deze pagina bevat de volgende tabbladen: [Geluidsvolume aanpassen], [Papierlade-instellingen], [Kopieerapparaat], [Fax], [Lade prioriteit], [Toner besparen], [I/O-time-out] en [Snelkoppeling naar functie]. Tabblad Afstelling volume Geluidsvolume aanpassen Item...
  • Pagina 188 8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Handinvoer Item Beschrijving Papierformaat Selecteer het papierformaat voor de handinvoer: A4, B5 JIS, A5, B6 JIS, A6, 8 1/2 × 14, 8 1/2 × 11, 5 1/2 × 8 1/2, 7 1/4 × 10 1/2, 16K, 4 1/8 × 9 1/2, 3 7/8 × 7 1/2, C5 Env, C6 Env, DL Env, Ang.fr Papiertype Selecteer de papiersoort voor de handinvoer:...
  • Pagina 189 De systeeminstellingen configureren Prioriteit instelling handinvoer Item Beschrijving Prioriteit instelling Selecteer hoe afdruktaken via de handinvoer worden verwerkt. handinvoer • Systeeminstellingen Het apparaat drukt alle afdruktaken af aan de hand van de printerinstellingen. Er treedt een fout op als de instellingen voor het papierformaat/-soort van het apparaat en het printerstuurprogramma niet overeenkomen.
  • Pagina 190: Tabblad Kopieerapparaat

    8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Tabblad Kopieerapparaat Papier selecteren Item Beschrijving Papier selecteren Selecteer het papierformaat voor het afdrukken van kopieën en kies daarbij uit: [Lade 1], [Handinvoer], [A4], [8 1/2 × 11] of [16K]. Als er een lade geselecteerd is, gebruikt het apparaat alleen die lade voor afdrukken.
  • Pagina 191: Tabblad Lade Prioriteit

    De systeeminstellingen configureren Tabblad Lade prioriteit Lade prioriteit Item Beschrijving Printer Selecteer de lade die het eerst door het apparaat wordt gecontroleerd op papier dat gebruikt kan worden en kies hierbij uit [Lade 1] of [Handinvoer]. Als u voor de taak automatische ladeselectie hebt geselecteerd en meerdere lades geschikt papier bevatten, wordt de eerste gevonden lade gebruikt om af te drukken.
  • Pagina 192: Tabblad I/O Time-Out

    8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Tabblad I/O Time-out I/O Timeout Item Beschrijving Vaste USB-poort Bepaalt of hetzelfde printer-/LAN-faxstuurprogramma kan worden gebruikt voor meerdere printers via USB-verbinding. Als deze instelling is ingeschakeld, kan het printer/LAN- faxstuurprogramma dat u op uw computer hebt geïnstalleerd, worden gebruikt met elk ander apparaat dat van hetzelfde model is als het apparaat dat oorspronkelijk voor de installatie was gebruikt.
  • Pagina 193: Bestemmingen Registreren

    Bestemmingen registreren Bestemmingen registreren Scan- en faxbestemmingen kunnen worden geregistreerd met Web Image Monitor. Er kunnen maximaal 100 scanbestemmingen en 208 faxbestemmingen (8 snelkiesbestemmingen en 200 verkorte kiesbestemmingen) worden geregistreerd. Raadpleeg de scan- en faxonderdelen voor meer informatie over het registreren van bestemmingen. Voor meer informatie over het registreren van scanbestemmingen, zie Pag.84 "Scanbestemmingen registreren".
  • Pagina 194: De Netwerkinstellingen Configureren

    8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's De netwerkinstellingen configureren Klik op [Netwerkinstell.] om de pagina weer te geven waarop u de netwerkinstellingen kunt configureren. Deze pagina bevat de volgende tabbladen: [Netwerkstatus], [IPv6-configuratie], [Netwerkapplicatie], [DNS], [Automatische E-mailmelding], [SNMP], [SMTP], [POP3] en [Draadloos] (alleen model type 2). •...
  • Pagina 195: Tabblad Ipv6-Configuratie

    De netwerkinstellingen configureren Tabblad IPv6-configuratie IPv6 Item Beschrijving IPv6 Selecteer of u IPv6 wilt in- of uitschakelen U kunt IPv6 niet uitschakelen via Web Image Monitor als het apparaat momenteel in gebruik is in een IPv6- omgeving. Gebruik in dat geval het bedieningspaneel om [IPv6] uit te schakelen onder de Netwerkinstellingen.
  • Pagina 196: Afdrukinstelling Van Netwerk

    8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Item Beschrijving Max. E-mailform. Selecteer het maximale formaat voor scanbestanden die als bijlage van een e-mail worden verstuurd (1 tot 5 MB of geen maximale grootte). Selecteer deze optie om de functie Scannen naar FTP in te schakelen. Selecteer deze optie om de functie Scannen naar Map in te schakelen.
  • Pagina 197: Tabblad Dns

    De netwerkinstellingen configureren Tabblad DNS Item Beschrijving DNS-methode Selecteer of u handmatig domeinnaamservers wilt opgeven of automatisch DNS-informatie van het netwerk wilt ophalen. Indien ingesteld op [Automatisch], zijn de opties [Primaire DNS-server], [Secundaire DNS- server] en [Domeinnaam] hieronder niet beschikbaar. Primaire DNS-server Voer het IPv4-adres van de primaire DNS in.
  • Pagina 198: Tabblad Automatische E-Mailmeldingen

    8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Tabblad Automatische e-mailmeldingen E-mailmelding 1/E-mailmelding 2 Item Beschrijving Weergavenaam van Voer een naam in voor de de afzender van de e-mailmelding. Kan tot 32 apparaat tekens bevatten. E-mailadres Voer een naam in voor de ontvanger van de waarschuwingsmail. Kan tot 64 tekens bevatten.
  • Pagina 199: Gemeenschap

    De netwerkinstellingen configureren Trap Item Beschrijving Trap gebruiken Selecteer of het apparaat traps kan verzenden naar de managementhost (NMS). Als deze optie is uitgeschakeld, zijn [SNMP-beheer host 1] en [SNMP- beheer host 2] hieronder niet beschikbaar. SNMP-beheer host 1 Voer het IP-adres of de hostnaam van de beheerhost in. Kan tot 64 tekens bevatten.
  • Pagina 200: Tabblad Pop3

    8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Item Beschrijving Verificatiemethode Selecteer een van de volgende verificatiemethoden: [Anoniem]: gebruikersnaam en wachtwoord zijn niet nodig. [SMTP]: het apparaat biedt ondersteuning voor NTLM- en LOGIN- verificatie. [POP voor SMTP]: de POP3-server wordt gebruikt voor verificatie. Wanneer u e-mails verzendt naar een SMTP-server, kunt u het beveiligingsniveau van de SMTP-server verhogen door verbinding te maken met de POP-server t.b.v.
  • Pagina 201: Tab Draadloos (Alleen Model Type 2)

    De netwerkinstellingen configureren Item Beschrijving Gebruikerswachtwoord Voer het wachtwoord in voor aanmelding bij de POP3-server. Kan tot 32 tekens bevatten. Verificatie Selecteer een van de volgende verificatiemethoden: [Geen]: wachtwoord wordt niet gecodeerd. [APOP-verificatie]: wachtwoord wordt gecodeerd. [Automatisch]: wachtwoord wordt wel of niet gecodeerd, afhankelijk van de POP3-serverinstellingen.
  • Pagina 202 8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Item Beschrijving Communicatiemodus Selecteer de modus waarin u verbinding wilt maken. Selecteer [Infrastructuur] als u het apparaat wilt verbinden met een een draadloze router of toegangspunt. Selecteer [Ad-hoc] als u het apparaat rechtstreeks wilt verbinden met een apparaat met draadloos LAN. Ad-hoc kanaal Selecteer een kanaal als u [Ad-hoc] hebt geselecteerd voor [Communicatiemodus].
  • Pagina 203 De netwerkinstellingen configureren • Als u de verbindingsinstellingen handmatig configureert, moet u van tevoren de SSID, de verificatiemethode of de coderingssleutel van het toegangspunt of draadloze router controleren. Snelle verbindingsinstellingen (WPS) Item Beschrijving Wireless Protected Selecteer een methode om verbinding te maken met behulp van WPS. Setup (WPS) methode Initiatie WiFi Protected Setup Item...
  • Pagina 204: De Ipsec-Instellingen Configureren

    8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's De IPsec-instellingen configureren Klik op [IPsec-instellingen] om de pagina voor configuratie van de IPsec-instellingen te configureren. Deze pagina bevat de volgende tabbladen: [Algemene IPsec-instellingen] en [IPsec-beleidslijst]. • Deze functie is alleen beschikbaar wanneer er een beheerderswachtwoord is opgegeven. Tabblad Algemene IPsec-instellingen Item Beschrijving...
  • Pagina 205: Ip-Beleidsinstellingen

    De IPsec-instellingen configureren Item Beschrijving Adresinstellingen Toont de IP-adresfilter van het IPsec-beleid zoals hieronder: Extern adres/Prefixlengte Actie Toont de actie van de IPsec-beleidsregels als "Toestaan", "Niet toestaan" of "Beveiliging vereisen". Status Toont de status van het IPsec-beleid als "Actief" of "Inactief". Als u IPsec-beleidsregels wilt configureren, selecteert u het gewenste IPsec-beleid en klikt u op [Wijzigen] om de pagina "IPsec-beleidsinstellingen"...
  • Pagina 206 8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Item Beschrijving Actie Geef op hoe de IP-pakketten worden verwerkt: • [Toestaan]: IP-pakketten worden verzonden en ontvangen zonder toepassing van IPsec. • [Niet toestaan]: IP-pakketten worden verworpen. • [Beveiliging vereisen]: IPsec wordt toegepast op IP-pakketten die worden verzonden en ontvangen.
  • Pagina 207 De IPsec-instellingen configureren Item Beschrijving Verificatiealgoritme Geef het verificatiealgoritme op dat moet worden toegepast wanneer [ESP] voor ESP is geselecteerd als [Beveiligingsprotocol]: [MD5], [SHA1] Levensduur Geef de levensduur van de IPsec SA (beveiligingskoppeling) op als tijdsperiode of gegevensvolume. De SA verloopt wanneer de opgegeven tijdsperiode verloopt of als het opgegeven gegevensvolume wordt bereikt.
  • Pagina 208: Lijsten/Rapporten Afdrukken

    8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Lijsten/rapporten afdrukken Klik op [Rapport/ lijst afdrukken] om de pagina voor afdrukrapporten weer te geven. Selecteer vervolgens een item en klik op [Afdrukken] om informatie over dat item af te drukken. Rapport/ lijst afdrukken Item Beschrijving Configuratiepagina...
  • Pagina 209: De Beheerderinstellingen Configureren

    De beheerderinstellingen configureren De beheerderinstellingen configureren Klik op [Beheerdertoepassingen] om de pagina voor configuratie van de beheerdersinstellingen te configureren. Deze pagina bevat de volgende tabbladen: [Beheerder], [Instellingen resetten], [Instellingen back- uppen], [Instellingen herstellen], [Datum/tijd instellen] en [Energiespaarstand]. Tabblad Beheerder Beheerderinstellingen Item Beschrijving Nieuw wachtwoord...
  • Pagina 210: Tabblad Instellingen Back-Uppen

    8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Item Beschrijving Scanbestemming Selecteer deze optie om de scanbestemmingen te wissen. wissen Adresboek wissen Selecteer deze optie om de faxbestemmingen te wissen. IPsec-instellingen Selecteer deze optie om IPsec-instellingen te wissen. resetten • [IPsec-instellingen resetten] wordt alleen weergegeven als het beheerderswachtwoord is opgegeven.
  • Pagina 211 De beheerderinstellingen configureren Item Beschrijving Back-up van menu- Hiermee worden alle instellingen in een back-upbestand opgeslagen instellingen behalve de volgende: • Netwerkinstellingen • Scanbestemmingen • Instellingen voor gebruikersbeperkingen • Faxbestemmingen • IPsec-instellingen • Instellingen van [Printerregistratie], [Modus lage vochtigheid] en [Afbeeldingsdichtheid] onder systeeminstellingen in het instellingenmenu van het bedieningspaneel Back-up van...
  • Pagina 212: Tabblad Instellingen Herstellen

    8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Tabblad Instellingen herstellen • Wanneer het apparaat terugkomt van reparatie, is het belangrijk om de apparaatinstellingen te herstellen vanuit back-upbestanden. De instellingen van het apparaat worden na de reparatie teruggezet op hun standaardwaarden. Instellingen herstellen Item Beschrijving Bestand om te...
  • Pagina 213: Tabblad Energiespaarstand

    De beheerderinstellingen configureren Tijd instellen Item Beschrijving Tijdsindeling Selecteer een tijdsindeling van 24 of 12 uren. Tijd (AM / PM) Selecteer [AM] of [PM] als er een tijdsindeling van 12 uur is geselecteerd. uur (0 - 23) Voer het huidige tijdstip in als er een tijdsindeling van 24 uur is geselecteerd (0-23).
  • Pagina 214 8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's...
  • Pagina 215: Het Apparaat Onderhouden

    9. Het apparaat onderhouden De printcartridge vervangen • Bewaar printcartridges altijd op een koele donkere plaats. • Het daadwerkelijke aantal kopieën die u kunt afdrukken, hangt af van het volume en de dichtheid van afbeeldingen, het aantal pagina's dat u gelijktijdig afdrukt, de papiersoort en het papierformaat en de omgevingsomstandigheden, zoals temperatuur en luchtvochtigheid.
  • Pagina 216 9. Het apparaat onderhouden • Raak de ID-chip aan de zijkant van de printcartridge (zoals aangegeven op de afbeelding hieronder) niet aan. CVW050 • Als de toner opraakt, kunt u pas weer afdrukken als de nieuwe printcartridge is geplaatst. Als u papier in de handinvoer hebt geplaatst, verwijdert u dit en sluit u de handinvoer. Druk op de knop aan de zijkant om de klep aan de voorzijde te openen.
  • Pagina 217 De printcartridge vervangen • Plaats de oude printcartridge op papier of gelijksoortig materiaal om uw werkruimte niet vuil te maken. Haal de nieuwe printcartridge uit de verpakking en dan uit de plastic zak. CMC081 Plaats de printcartridge op een vlakke ondergrond en verwijder vervolgens het beschermvel.
  • Pagina 218 9. Het apparaat onderhouden Schuif de printcartridge horizontaal naar binnen. Zodra de cartridge niet meer verder kan, tilt u deze enigszins omhoog en drukt u deze volledig naar binnen. Duw de cartridge omlaag totdat deze vastklikt. CVW026 Duw de voorklep voorzichtig omhoog totdat deze sluit. Let op dat uw vingers niet bekneld raken.
  • Pagina 219: Aandachtspunten Bij Het Schoonmaken

    Aandachtspunten bij het schoonmaken Aandachtspunten bij het schoonmaken Maak het apparaat regelmatig schoon om een hoge afdrukkwaliteit te garanderen. Neem de buitenkant af met een zachte, droge doek. Als dit niet voldoende is, kunt u een zachte, vochtige doek gebruiken die goed is uitgewrongen. Als u er zo nog niet in slaagt om vlekken te verwijderen, kunt u een neutraal schoonmaakmiddel gebruiken.
  • Pagina 220: De Wrijvingsstrip En De Papierinvoerrol Schoonmaken

    9. Het apparaat onderhouden De wrijvingsstrip en de papierinvoerrol schoonmaken Zet het apparaat uit. Trek de stekker uit het stopcontact. Verwijder alle kabels uit het apparaat. Trek lade 1 er voorzichtig met beide handen uit. CVW039 Plaats de lade op een vlak oppervlak. Als er papier in de lade ligt, haal dit er dan uit. Veeg de wrijvingsstrips schoon met een vochtige doek.
  • Pagina 221 De wrijvingsstrip en de papierinvoerrol schoonmaken Veeg het rubberen deel van de rol schoon met een zachte, vochtige doek. Droog de wrijvingsstrip vervolgens met een droge doek. CVW040 Plaats het verwijderde papier terug in de lade en duw de lade voorzichtig in het apparaat totdat deze op zijn plaats klikt.
  • Pagina 222: De Glasplaat En De Adf Schoonmaken

    9. Het apparaat onderhouden De glasplaat en de ADF schoonmaken De glasplaat schoonmaken Til de klep van de glasplaat omhoog. Zorg ervoor dat u de invoerlade niet aanraakt bij het optillen van de glasplaat, anders kan de lade beschadigd raken. Maak de delen die met pijlen worden aangegeven schoon met een zachte, vochtige doek en wrijf dezelfde delen met een droge doek na zodat er geen vocht achterblijft.
  • Pagina 223: 10. Problemen Oplossen

    10. Problemen oplossen Algemene problemen In dit onderdeel wordt beschreven hoe u algemene problemen kunt oplossen die kunnen optreden bij de bediening van dit apparaat. Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing • Zorg dat de stekker goed in het stopcontact is bevestigd. Het apparaat kan niet worden De stroomkabel is niet op de •...
  • Pagina 224 10. Problemen oplossen Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Pas het volume van de piepjes, oproepen, luidsprekergeluiden Het volume van de geluiden Het volume staat ingesteld op en alarmgeluiden aan. van het apparaat staat te luid. 'hoog'. Raadpleeg voor meer informatie Pag.154 "Systeeminstellingen".
  • Pagina 225: Problemen Met Papierinvoer

    Problemen met papierinvoer Problemen met papierinvoer Als het apparaat werkt, maar het papier niet wordt doorgevoerd of papier loopt telkens vast, controleer dan het apparaat en het papier. Probleem Oplossing • Gebruik ondersteunde papiertypen. Zie Pag.37 "Ondersteund papier". • Plaats papier zoals het moet en zorg er daarbij voor dat de papiergeleiders goed tegen het papier aan zijn Het papier wordt niet soepel geschoven.
  • Pagina 226 10. Problemen oplossen Probleem Oplossing • Waaier het papier los voordat u het plaatst. Zorg er ook voor dat de randen gelijk zijn door de stapel op een vlakke ondergrond zoals een bureau te tikken. • Zorg ervoor dat de papiergeleiders in de juiste positie staan.
  • Pagina 227: Een Papierstoring Verwijderen

    Problemen met papierinvoer Een papierstoring verwijderen • Vastgelopen papier kan natte toner bevatten. Let erop dat u geen toner op uw handen en kleding krijgt. • Bij afdrukken die direct na het oplossen van een papierstoring worden gemaakt, kan de toner onvoldoende zijn gefuseerd en gaan vlekken.
  • Pagina 228 10. Problemen oplossen Druk op de knop aan de zijkant om de klep aan de voorzijde te openen. Breng de klep daarna voorzichtig omlaag. CVW023 Til de printercartridge er voorzichtig horizontaal uit, terwijl u deze in het midden vasthoudt. CVW024 •...
  • Pagina 229: Vastgelopen Papier Uit De Handinvoer Verwijderen

    Problemen met papierinvoer Schuif de printcartridge horizontaal naar binnen. Zodra de cartridge niet meer verder kan, tilt u deze enigszins omhoog en drukt u deze volledig naar binnen. Duw de cartridge omlaag totdat deze vastklikt. CVW026 Duw met beide handen het voorpaneel voorzichtig omhoog totdat deze sluit. •...
  • Pagina 230 10. Problemen oplossen Druk op de knop aan de zijkant om de klep aan de voorzijde te openen. Breng de klep daarna voorzichtig omlaag. CVW023 Til de printercartridge er voorzichtig horizontaal uit, terwijl u deze in het midden vasthoudt. CVW024 •...
  • Pagina 231: Vastgelopen Papier Uit De Standaardlade Of De Duplexeenheid Verwijderen

    Problemen met papierinvoer Schuif de printcartridge horizontaal naar binnen. Zodra de cartridge niet meer verder kan, tilt u deze enigszins omhoog en drukt u deze volledig naar binnen. Duw de cartridge omlaag totdat deze vastklikt. CVW026 Duw met beide handen het voorpaneel voorzichtig omhoog totdat deze sluit. •...
  • Pagina 232 10. Problemen oplossen Verwijder het vastgelopen papier zorgvuldig. CVW053 Sluit de achterklep. CVW017 Trek lade 1 half uit en controleer of u vastgelopen papier ziet. Als er vastgelopen papier in de lade ligt, verwijder dit dan. CVW022...
  • Pagina 233 Problemen met papierinvoer Trek lade 1 helemaal met beide handen naar buiten. CVW039 Plaats de lade op een vlak oppervlak. Druk op de hendel. Als u op de hendel drukt, gaat de duplextransporteenheid omlaag. CVW043 Als er papier is vastgelopen, verwijder dit dan voorzichtig. CVW044...
  • Pagina 234 10. Problemen oplossen Zorg dat de duplextransport nog steeds omlaag staat en schuif lade 1 voorzichtig terug tot deze niet verder kan. CVW006 Als u papier in de handinvoer hebt geplaatst, verwijdert u dit en sluit u de handinvoer. Druk op de knop aan de zijkant om de klep aan de voorzijde te openen. Breng de klep daarna voorzichtig omlaag.
  • Pagina 235: Vastgelopen Papier In De Scanner Verwijderen

    Problemen met papierinvoer • Plaats de printcartridge op papier of gelijksoortig materiaal om uw werkruimte niet vuil te maken. Til de geleiderplaat op en verwijder voorzichtig het vastgelopen papier. CVW025 Schuif de printcartridge horizontaal naar binnen. Zodra de cartridge niet meer verder kan, tilt u deze enigszins omhoog en drukt u deze volledig naar binnen.
  • Pagina 236 10. Problemen oplossen Open het ADF-paneel. CVW054 Trek voorzichtig aan het vastgelopen origineel om het te verwijderen. Verwijder het vastgelopen origineel niet met te veel kracht. CVW055 Sluit het ADF-paneel. Til de ADF op en trek voorzichtig aan het vastgelopen origineel om het te verwijderen. Zorg ervoor dat u de invoerlade niet aanraakt bij het optillen van de ADF, anders kan de lade beschadigd raken.
  • Pagina 237: Problemen Met Afdrukkwaliteit

    Hervulde of printcartridges van andere fabrikanten/merken Er wordt een printcartridge gebruikt verlagen de afdrukkwaliteit en kunnen voor defecten zorgen. die niet authentiek is. Gebruik uitsluitend authentieke Ricoh printcartridges. Zie Pag.267 "Verbruiksartikelen". Er wordt een oude printcartridge Printcartridges dienen voor hun vervaldatum te worden gebruikt.
  • Pagina 238: Printerproblemen

    10. Problemen oplossen Printerproblemen In dit onderdeel worden afdrukproblemen en mogelijke oplossingen daarvoor beschreven. Probleem Oplossing Als een fout optreedt tijdens het afdrukken, wijzigt u de instellingen van de computer of het printerstuurprogramma. • Controleer of het pictogram van de printernaam niet langer is dan 32 alfanumerieke tekens.
  • Pagina 239: Afdrukposities Komen Niet Overeen Met Het Computerscherm

    Printerproblemen Probleem Oplossing • Het papier is vochtig. Gebruik papier dat op de juiste wijze is bewaard. Zie Pag.37 "Ondersteund papier". • Als u [Toner besparen] activeert, worden de afdrukken over het algemeen lichter. De gehele afdruk is vaag. • Toner is bijna op. Vervang de inktcartridge. •...
  • Pagina 240 10. Problemen oplossen Mogelijke oorzaak Oplossing Zorg ervoor dat het geselecteerde papierformaat in het dialoogvenster printereigenschappen Het ingestelde papierformaat komt niet overeen overeenkomt met het papierformaat van het met het geplaatste papier. geplaatste papier. Zie de helpfunctie van het printerstuurprogramma voor verdere informatie. Stel het afdrukgebied in op maximaal.
  • Pagina 241: Kopieerproblemen

    Kopieerproblemen Kopieerproblemen Probleem Oplossing Wijzig op het bedieningspaneel de instelling [Sorteren] onder Gekopieerde pagina's bevinden Kopieerinstellingen om de pagina's te sorteren zoals u dat zich niet in de juiste volgorde. wenst. Voor meer informatie over [Sorteren], zie Pag.141 "Instellingen voor kopieereigenschappen". Het origineel is niet correct geplaatst.
  • Pagina 242 10. Problemen oplossen Probleem Oplossing • De beeldbelichting is te hoog. Pas de belichting aan. Zie Pag.96 "De scaninstellingen opgeven". • De toner op het afgedrukte oppervlak is nog niet droog. Raak afgedrukte oppervlakken niet aan als er net gekopieerd is. Verwijder net afgedrukte vellen één voor Gekopieerd papier is vuil.
  • Pagina 243: Scanproblemen

    Scanproblemen Scanproblemen Probleem Oplossing Het apparaat begint niet met De ADF of de ADF-klep staat open. Sluit de ADF of ADF-klep. scannen. • De glasplaat of ADF is vies. Zie Pag.213 "Het apparaat onderhouden". De gescande afbeelding is vuil. • Voordat u originelen op de glasplaat legt, moet de toner of correctievloeistof droog te zijn.
  • Pagina 244: Faxproblemen

    10. Problemen oplossen Faxproblemen Als er een foutcode op het faxjournaal of het verzendingsstatusrapport wordt weergegeven De tabel hieronder geeft de betekenis van de foutcodes die onder "Resultaten" op het faxjournaal of het verzendingsstatusrapport kunnen worden weergegeven, en wat u kunt doen als er een bepaalde foutcode wordt weergegeven.
  • Pagina 245 Faxproblemen Foutcode Oplossing Er is een fout opgetreden tijdens het versturen van een fax. • Controleer of de telefoonkabel correct op het apparaat is aangesloten. • Haal de telefoonlijn los van het apparaat en sluit een 1XXX32 tot en met 1XXX84 standaard telefoon aan.
  • Pagina 246 10. Problemen oplossen Foutcode Oplossing Er is een fout opgetreden tijdens het ontvangen van een fax. • Controleer of de telefoonkabel correct op het apparaat is aangesloten. • Haal de telefoonlijn los van het apparaat en sluit een 2XXX32 t/m 2XXX84 standaard telefoon aan.
  • Pagina 247 Faxproblemen Probleem Oplossing • De papierlade is leeg. Plaats papier in de papierlade. Zie Pag.43 "Papier plaatsen". Kan ontvangen faxen niet afdrukken. • De papierlade bevat geen papier van het juiste formaat. Plaats papier met het juiste formaat in de papierlade. •...
  • Pagina 248: Fout- En Statusmeldingen Op Het Scherm

    10. Problemen oplossen Fout- en statusmeldingen op het scherm Meldingen staan op alfabetische volgorde in de tabel hieronder. "X" geeft aan dat dit onderdeel van een melding kan afwijken afhankelijk van een bepaalde situatie, zoals het papierformaat, het papiertype of namen van laden. Meldingen Oorzaken Oplossing...
  • Pagina 249 Fout- en statusmeldingen op het scherm Meldingen Oorzaken Oplossing • Verwijder vastgelopen originelen en plaats ze opnieuw. Zie Pag.223 Papierst. orig. ADF "Problemen met papierinvoer". Er is een origineel vastgelopen Open ADF-paneel en in de ADF. • Controleer of de originelen geschikt verwijder papier.
  • Pagina 250 10. Problemen oplossen Meldingen Oorzaken Oplossing Het papierformaat dat is ingesteld voor het document Druk op [Pg.drv.] om het afdrukken te Controleer komt niet overeen met het starten of druk op [JobReset] om de taak te papierformaat papierformaat in de opgegeven annuleren.
  • Pagina 251 (zorg ervoor dat er geen tekens met dubbele bytes worden gebruikt). Zie Pag.192 "De netwerkinstellingen configureren". Verwijder en vervang deze door een Er geen authentieke Ricoh- Ander merk prt.cartr. printcartridge van een geautoriseerde printcartridge geïnstalleerd. verkoper. Er is papier vastgelopen in het Verwijder het vastgelopen papier.
  • Pagina 252 10. Problemen oplossen Meldingen Oorzaken Oplossing • Selecteer [600 × 600 dpi] in [Resolutie] onder [Printereigenschappen] om de grootte van de gegevens te verkleinen. Zie Pag.163 "Instellingen De gegevens zijn te groot of te Geheugenoverloop voor printereigenschappen". moeilijk om af te drukken. •...
  • Pagina 253 Fout- en statusmeldingen op het scherm Meldingen Oorzaken Oplossing Pap.storing: Duplex Er is papier vastgelopen in de Verwijder het vastgelopen papier. Zie duplexeenheid. Pag.223 "Problemen met papierinvoer". Verwijder papier Er is papier vastgelopen in de Verwijder het vastgelopen papier. Zie Storing: Stnrd lade papieruitgang.
  • Pagina 254 10. Problemen oplossen Meldingen Oorzaken Oplossing De fuseereenheid is niet langer Vervanging vereist: Neem contact op met uw te gebruiken en moet worden verkoopvertegenwoordiger. Fuseereenheid vervangen. De papierinvoerroller is niet Vervanging vereist: Neem contact op met uw langer te gebruiken en moet verkoopvertegenwoordiger.
  • Pagina 255 Fout- en statusmeldingen op het scherm Meldingen Oorzaken Oplossing Er is een fatale hardwarefout Neem contact op met uw Serviceoproep - X opgetreden en het apparaat verkoopvertegenwoordiger. werkt niet meer. Als het bericht wordt weergegeven, druk dan op de [OK]-knop. Er wordt een menu weergegeven waarin u het papierformaat van de huidige lade kunt wijzigen.
  • Pagina 256 10. Problemen oplossen Meldingen Oorzaken Oplossing Als de [Autom. opnieuw proberen]- instelling is ingeschakeld, zal het apparaat Er is een verzendingsfout het nummer opnieuw kiezen. Als alle TX-opdrachtfout opgetreden en de fax kon niet pogingen mislukken of als het apparaat in correct worden verstuurd.
  • Pagina 257: 11. Bijlage

    11. Bijlage Beschikbare functies en netwerkinstellingen in een IPv6-omgeving De functies en netwerkinstellingen van dit apparaat die beschikbaar zijn in een IPv6-omgeving verschillen van de functies in een IPv4-omgeving. Zorg dat de functies die u gebruikt, ondersteund worden in een IPv6-omgeving en configureer de benodigde netwerkinstellingen. Voor meer informatie over het opgeven van de IPv6-instellingen, zie Pag.167 "Netwerkinstellingen".
  • Pagina 258 11. Bijlage Configuratiepagina Hiermee drukt u een configuratiepagina af met de apparaatconfiguratie, het IP-adres en andere details.
  • Pagina 259: Verzending Met Ipsec

    Verzending met IPsec Verzending met IPsec Het apparaat ondersteunt het IPsec-protocol voor veiligere communicatie. Wanneer toegepast, codeert IPsec gegevenspakketten op de netwerklaag met een gedeelde sleutelcodering. Het apparaat gebruikt uitwisseling van coderingssleutels om een gedeelde sleutel te maken voor zowel afzender als ontvanger.
  • Pagina 260: Security Association

    11. Bijlage AH-protocol Het AH-protocol biedt uitsluitend een veilige verzending via de verificatie van pakketjes, met inbegrip van headers. • Voor een succesvolle verificatie moeten de zender en de ontvanger hetzelfde verificatiealgoritme en dezelfde verificatiesleutel instellen. Het verificatiealgoritme en de verificatiesleutel worden automatisch opgegeven.
  • Pagina 261: Configuratieproces Voor Instellingen Van Uitwisseling Van Coderingssleutel

    Verzending met IPsec Configuratieproces voor instellingen van uitwisseling van coderingssleutel In dit onderdeel wordt de procedure uitgelegd voor het bepalen van handmatige instellingen voor de coderingssleutel. Apparaat Computer 1. Stel de IPsec-instellingen in op Web Image 1. Stel op de computer dezelfde IPsec- Monitor.
  • Pagina 262: Opgeven Van De Ipsec-Instellingen Op De Computer

    11. Bijlage Opgeven van de IPsec-instellingen op de computer Geef precies dezelfde instellingen op voor de IPsec SA-instellingen op uw computer als voor de IPsec- instellingen op het apparaat. Instellingsmethodes verschillen afhankelijk van het bedieningssysteem van de computer. In de volgende procedure wordt ter illustratie Windows 7 in een IPv4-omgeving gebruikt. Klik in het menu [Start] op [Configuratiescherm], klik op [Systeem en beveiliging] en klik vervolgens op [Systeembeheer].
  • Pagina 263 Verzending met IPsec Voer bij [Beschrijving] een naam of gedetailleerde informatie over het IP-filter in en klik vervolgens op [Volgende]. U kunt ook op [Volgende] klikken en verder gaan met de volgende stap zonder informatie in dit veld in te voeren. Selecteer "Mijn IP-adres"...
  • Pagina 264: Ipsec In- En Uitschakelen Met Behulp Van Het Bedieningspaneel

    11. Bijlage Stel de waarde van [Versleutelingsalgoritme] onder [Gegevensintegriteit en -versleuteling (ESP)] in op dezelfde waarde als [Versleutelingsalgoritme voor ESP] zoals opgegeven op het apparaat. In de Sessiesleutelinstellingen selecteert u "Nieuwe sleutel genereren, elke" en voert u dezelfde geldigheidsperiode (in seconden of Kbytes) in als de periode die is opgegeven voor [Levensduur] op het apparaat.
  • Pagina 265 Verzending met IPsec • U kunt een wachtwoord voor toegang tot het menu [Beh. Toepas.] opgeven in [Vergr.beheerderstoepass.]. Voor meer informatie over [Vergr.beheerderstoepass.], zie Pag.174 "Beheerdersinstellingen". • U kunt op de [Escape]-knop drukken om terug te gaan naar het vorige niveau in de menustructuur.
  • Pagina 266: Opmerkingen Over De Toner

    11. Bijlage Opmerkingen over de toner • Er kan geen juiste werking worden gegarandeerd als er toner van een ander merk wordt gebruikt. • Afhankelijk van de afdrukvoorwaarden zijn er gevallen waarin de printer niet het aantal vellen kan afdrukken dat in de specificaties is opgegeven. •...
  • Pagina 267: Het Apparaat Verplaatsen En Vervoeren

    Het apparaat verplaatsen en vervoeren Het apparaat verplaatsen en vervoeren In dit onderdeel worden voorzorgsmaatregelen genoemd die u dient te volgen als u het apparaat over korte of lange afstanden vervoert. Pak het apparaat in zijn oorspronkelijke verpakkingsmateriaal in als u het apparaat over een lange afstand vervoert.
  • Pagina 268: Het Apparaat Weggooien

    11. Bijlage Het apparaat weggooien Vraag uw verkoop- of onderhoudsvertegenwoordiger hoe u dit apparaat het best kunt afvoeren. Waar kan ik meer informatie krijgen? Neem contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger voor meer informatie over de onderwerpen die in deze handleiding worden behandeld of om informatie te verkrijgen over onderwerpen die niet in de met het apparaat meegeleverde handleiding worden behandeld.
  • Pagina 269: Verbruiksartikelen

    Verbruiksartikelen Verbruiksartikelen Inktcartridge Printcartridge Gemiddeld aantal af te drukken pagina's per cartridge Zwart 2000 of 3500 pagina's *1 Het aantal afdrukbare pagina's is gebaseerd op pagina's die voldoen aan de norm ISO/IEC 19752 en op de afbeeldingsbelichting die als fabrieksstandaard is ingesteld. ISO/IEC 19752 is een internationale meetstandaard voor het afdrukken van pagina's, die door de ISO (International Organization for Standardization) is gesteld.
  • Pagina 270: Specificaties Van Het Apparaat

    11. Bijlage Specificaties van het apparaat In dit onderdeel worden de specificaties van het apparaat gegeven. Algemene functie Specificaties Configuratie Bureaumodel Afdrukmethode Laser electrostatische beeldoverdracht Maximaal papierformaat voor scannen via de glasplaat 216 mm × 297 mm (8,5 × 11,7 inch) Maximaal papierformaat voor scannen via de ADF 216 mm ×...
  • Pagina 271: Specificaties Van De Printerfunctie

    Specificaties van het apparaat Papieruitvoercapaciteit (80 g/m , 20 lb) 50 vellen Papierinvoercapaciteit (80 g/m , 20 lb) • Lade 1 250 vellen • Handinvoer 50 vellen ADF-capaciteit (80 g/m , 20 lb) 35 vellen Geheugen 128 MB Stroomvereisten • 220-240 V, 4 A, 50/60 Hz •...
  • Pagina 272: Specificaties Van De Kopieerfunctie

    11. Bijlage : 30 pagina's per minuut (Letter) Resolutie 600 × 600 dpi (maximaal 1200 × 600 dpi) Afdruksnelheid vd 1e afdruk 12 seconden of minder Interface • Ethernet (10BASE-T, 100BASE-TX) • USB 2.0 • WiFi Printertaal PCL6c Lettertypen 80 lettertypen Specificaties van de kopieerfunctie Maximale resolutie (scannen en afdrukken) •...
  • Pagina 273: Specificaties Van De Scanfunctie

    Specificaties van het apparaat Zoomverhouding: 25 tot 400% Aantal kopieën Specificaties van de scanfunctie Maximaal scangebied (horizontaal × verticaal) • Glasplaat 216 × 297 mm (8,5 × 11,7 inch) • ADF 216 × 356 mm (8,5 × 14 inch) Maximale resolutie bij scannen vanaf het bedieningspaneel (Scannen naar e-mail, Scannen naar FTP, Scannen naar Map) 600 ×...
  • Pagina 274 11. Bijlage • Telefooncentrale van het bedrijf (Private branch exchange, PBX) Overdrachtmodus ITU-T Groep 3 (G3) Scanregeldichtheid 8 dots per mm × 3,85 regels per mm (200 × 100 dpi) 8 dots per mm × 7,7 regels per mm (200 × 200 dpi) Verzendingstijd 3 seconden (8 dots per mm ×...
  • Pagina 275 Copyright-informatie met betrekking tot geïnstalleerde toepassingen Copyright-informatie met betrekking tot geïnstalleerde toepassingen expat Copyright (c) 1998, 1999, 2000 Thai Open Source Software Centre, Ltd. and Clark Cooper. Copyright (c) 2001, 2002 Expat maintainers. Permission is hereby granted, free of charge, to any person obtaining a copy of this software and associated documentation files (the "Software"), to deal in the Software without restriction, including without limitation the rights to use, copy, modify, merge, publish, distribute, sublicense, and/or sell copies of the Software, and to permit persons to whom the Software is furnished to do so, subject to the...
  • Pagina 276 11. Bijlage 3. Redistributions must contain a verbatim copy of this document. The OpenLDAP Foundation may revise this license from time to time. Each revision is distinguished by a version number. You may use this Software under terms of this license revision or under the terms of any subsequent revision of the license.
  • Pagina 277 Copyright-informatie met betrekking tot geïnstalleerde toepassingen 2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution. 3. All advertising materials mentioning features or use of this software must display the following acknowledgment: "This product includes software developed by the OpenSSL Project for use in the OpenSSL Toolkit.
  • Pagina 278 11. Bijlage If this package is used in a product, Eric Young should be given attribution as the author of the parts of the library used. This can be in the form of a textual message at program startup or in documentation (online or textual) provided with the package.
  • Pagina 279: Handelsmerken

    Handelsmerken Handelsmerken Adobe, Acrobat en Reader zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of in andere landen. TrueType en Safari zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen. Firefox® is een gedeponeerd handelsmerk van Mozilla Foundation. Java is een gedeponeerd handelsmerk van Oracle en/of haar dochterondernemingen.
  • Pagina 280 11. Bijlage • De productnamen van Windows 8 zijn als volgt: ® ® Microsoft Windows ® ® Microsoft Windows 8 Pro ® ® Microsoft Windows 8 Enterprise • De productnamen van Windows Server 2003 zijn als volgt: ® ® Microsoft Windows Server 2003 Standard Edition ®...
  • Pagina 281 Handelsmerken ® ® Microsoft Windows Server 2012 Datacenter...
  • Pagina 282 11. Bijlage...
  • Pagina 283 INDEX Directe verzending..........Disclaimer..............Aanbevolen papier..........DNS-instelling............ADF (Automatische documentinvoer)....Draadloze instellingen........Adresboek............. 84, 153 Adresboek (LAN-fax)......... 130, 131 Afbeeldingsbelichting......... E-mailmelding 1..........Afbeeldingsdichtheid..........E-mailmelding 2..........Afdrukfuncties............Een fax annuleren........116, 128 Afdrukgebied............Een fax ontvangen..........Afdrukinstelling van netwerk......Een fax versturen........113, 114 Afdrukkwaliteitfuncties..........
  • Pagina 284 Instelling voor datum en tijd....... Niet aanbevolen papiertypen......Instelling voor tijd..........Instellingen back-uppen........Onderhoudspagina........161, 206 Instellingen draadloos LAN....... 170, 199 Ondersteund papier..........Instellingen herstellen.......... Ontvangstmodus..........Instellingen resetten..........OpenLDAP............Instellingen scannereigenschappen....OpenSSL.............. Instellingen van automatische e-mailmeldingen..Opmerkingen............................ Opnieuw kiezen..........Instellingen voor het versturen van faxen..
  • Pagina 285 Schoonmaken........Verwijderen............217, 218, 220 Selecteer papier..........Verzendingsmodus..........Shortcut naar functie........... Verzendinstelling scanner........Shortcut naar functie-knop......... Smart Organizing Monitor........Waar moet ik de printer plaatsen?...... SMTP-instellingen..........Web Image Monitor........... Snelinstallatie voor netwerk........Wettelijk verbod............Snelinstallatie voor USB........WIA..............Sneltoetsen............. WiFi-instellingen..........SNMP-instellingen..........
  • Pagina 286 MEMO M156-8661...
  • Pagina 287 © 2013...
  • Pagina 288 M156-8661...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Sp 311sfnw

Inhoudsopgave