Herhaal deze stap om meer bestemmingen toe te voegen.
5.
Als u een voorblad wilt toevoegen, selecteert u [Een voorblad bijvoegen] op het tabblad
[Verzendopties].
Voor meer informatie, zie Pag. 219 "Een faxvoorblad bewerken".
6.
Klik op [Send] (Verzenden).
• Een faxnummer kan bestaan uit de cijfers 0 tot 9, "P" (pauze), "T(t)" (toon), " ", " " en "-".
• Om toondiensten op een pulslijn te gebruiken, voert u een " " in het faxnummer in. " " verandert
de modus tijdelijk van pulstoon naar kiestoon.
• Voor het verwijderen van een ingevoerde bestemming, selecteert u de bestemming in [List of
Destination] en klikt u op [Delete from List].
Een fax annuleren
U kunt het versturen van een fax annuleren door het bedieningspaneel van het apparaat of uw
computer te gebruiken, afhankelijk van de status van de taak.
Annuleren op het moment dat het apparaat een fax ontvangt van de computer
Als het apparaat door meerdere computers gedeeld wordt, moet u er op letten dat u niet per
ongeluk de fax van een andere gebruiker annuleert.
1.
Dubbelklik op het printerpictogram in de taakbalk van uw computer.
2.
Selecteer de afdruktaak die u wilt annuleren en klik vervolgens op [Annuleren] in het
menu [Document].
Annuleren tijdens het versturen van een fax
Annuleer de fax via het bedieningspaneel.
1.
Druk op de [Fax]-knop.
2.
Druk op de toets [Wis/Stop].
De verzendinstellingen configureren
In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de verzendinstellingen kunt configureren in de eigenschappen
van het LAN-faxstuurprogramma.
Eigenschappen moeten voor elke toepassing apart worden ingesteld.
1.
Klik in het menu [Bestand] op [Afdrukken...].
De faxfunctie gebruiken vanaf een computer (LAN-fax)
213