Pagina 1
Printer/Scanner Unit Type 1350 Gebruiksaanwijzing Scannerhandleiding Scanbestanden verzenden per e-mail Scanbestanden naar mappen verzenden Bestanden opslaan via de scannerfunctie Scanbestanden bezorgen Originelen scannen met de TWAIN-netwerkscanner Diverse scaninstellingen Appendix Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u dit apparaat gebruikt en houd hem bij de hand voor toekomstig gebruik. Voor veilig en correct...
Pagina 2
Inleiding Deze handleiding bevat gedetailleerde aanwijzingen en opmerkingen over de bediening en het gebruik van dit apparaat. Lees voor uw veiligheid en voordeel deze handleiding eerst zorgvuldig voordat u het apparaat gebruikt. Bewaar de handleiding op een handige plaats om informatie snel te kunnen opzoeken. Belangrijk De inhoud van deze handleiding kan worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving.
Pagina 3
Handleiding voor dit apparaat Raadpleeg de handleidingen die betrekking hebben op de handelingen die u wilt uitvoeren. ❖ Informatie over dit apparaat Lees eerst de Veiligheidsinformatie in deze handleiding voordat u het appa- raat gebruikt. Deze handleiding bevat een inleidend overzicht van de functies van het ap- paraat.
INHOUDSOPGAVE Handleiding voor dit apparaat ................i Verklaring van symbolen in deze handleiding ............1 Symbolen ........................1 Informatie over de Scannerfuncties..............2 Displaypaneel......................3 Vereenvoudigde weergave ..................3 Bevestigingsschermen ....................4 Scannereigenschappen..................8 1. Scanbestanden verzenden per e-mail Voordat u scanbestanden per e-mail verzendt ..........11 Scanbestanden verzenden per e-mail: samenvatting ..........11 Voorbereiding voor het versturen per e-mail............
Pagina 6
Scan-to-folder bestemmingen specificeren ............46 De bestemming selecteren uit het adresboek van het apparaat ......46 Bestanden naar een gedeelde netwerkmap verzenden...........50 Scanbestanden naar een FTP-server verzenden ............53 Bestanden verzenden naar een NDS-structuur of NetWare-server......55 Het pad naar de geselecteerde bestemming registreren in het adresboek.....59 Gelijktijdige opslag en verzending met scan-to-folder ........
Pagina 7
5. Originelen scannen met de TWAIN-netwerkscanner Voordat u de TWAIN-netwerkscanner gebruikt ..........99 TWAIN-netwerkscanner: samenvatting..............100 Voorbereidingen voor het gebruik van de TWAIN-netwerkscanner ....... 101 Het TWAIN-stuurprogramma installeren vanaf de meegeleverde CD-rom ....102 Basisbewerking voor de TWAIN-netwerkscanner .......... 103 6. Diverse scaninstellingen Scaninstellingen ....................
Pagina 8
7. Appendix Het verband tussen de resolutie en de bestandsomvang ......145 Gebruik van e-mail, Scan-to-folder, opslag of netwerkbezorgingsscanner ....145 Bij gebruik als een TWAIN-scanner ...............146 Verband tussen Opgegeven bestandstype voor scannen en Opgegeven bestandstype voor verzending via e-mail......... 148 Software meegeleverd op cd-rom ..............
Verklaring van symbolen in deze handleiding Symbolen In deze handleiding worden de volgende symbolen gebruikt: Duidt op belangrijke veiligheidsopmerkingen. Het negeren van deze opmerkingen kan ernstig letsel of zelfs de dood tot gevolg hebben. Lees deze opmerkingen zorgvuldig. U vindt ze in de paragraaf “Veilig- heidsinformatie”...
Informatie over de Scannerfuncties In deze paragraaf worden de functies beschreven die u in de scannermodus kunt gebruiken. Zie de betreffende hoofdstukken voor meer informatie over de verschillende functies. ❖ Scanbestanden verzenden U kunt afgevangen gegevens op verschillende manieren als bestand naar een computer verzenden.
Displaypaneel Deze paragraaf geeft informatie over de vereenvoudigde weergave en drie be- vestigingsschermen: Modi controleren, Voorbeeld en Status Verzendbestand. De schermen E-mail, Scan-to-folder, Overzicht van opgeslagen bestanden en Netwerkbezorgingsscanner worden verderop in deze handleiding uitgelegd. Zie de uitleg over de betreffende schermen voor meer informatie. Verwijzing Pag.13 “E-mailscherm”...
Opmerking ❒ Als u wilt terugkeren naar het beginscherm, drukt u opnieuw op {Vereenvou- digde weergave}. ❒ Bepaalde toetsen worden in de vereenvoudigde weergave niet weergegeven. Bevestigingsschermen Deze paragraaf bevat uitleg over drie bevestigingsschermen: Modi controleren, Voorbeeld en Status Verzendbestand. Modi controleren Deze paragraaf bevat informatie over de items die worden weergegeven in het scherm Modi controleren en over de wijze waarop u het scherm kunt openen.
Voorbeeld Deze paragraaf bevat informatie over de items die worden weergegeven in het scherm Voorbeeld en over de wijze waarop u het scherm kunt openen. Gebruik het scherm Voorbeeld om te controleren of originelen correct zijn gescand. U kunt het scherm Voorbeeld openen wanneer u bestanden verzendt per e-mail of met scan-to-folder, bestanden bezorgt of bestanden gelijktijdig verzendt en bezorgt.
Pagina 14
❒ U kunt een opgeslagen bestand bekijken met het scherm Voorbeeld dat wordt geopend via het overzicht van opgeslagen bestanden. Zie “Een opgeslagen bestand controleren dat is geselecteerd uit de lijst” voor meer informatie over het bekijken van een opgeslagen bestand. ❒...
Bestemming Status Geeft de verzendbestemming weer. Geeft een van de volgende verzendsta- tussen weer: Voltooid, Bezig met verzen- Als u meerdere bestemmingen heeft ge- den..., Wachten, Fout of Geannuleerd. selecteerd, wordt de eerst geselecteerde bestemming weergegeven. [TX stoppen] Afzender Als u de verzending wilt annuleren, se- lecteert u een bestand waarvan de status Geeft de naam van de afzender weer.
Scannereigenschappen In deze paragraaf worden de instellingen van de scannereigenschappen uitgelegd. Als u het scherm Scannereigenschappen wilt weergeven, drukt u op {Gebruiker- sinstellingen}. Zie de Bedieningshandleiding Standaardinstellingen voor meer informatie over de instellingsmethode. ❖ Algemene instellingen Items Beschrijving Titel veranderen Stelt de index in die wordt gebruikt wanneer de lijst van bestemmingen van dit apparaat wordt weergegeven.
Pagina 17
❖ Scaninstellingen Items Beschrijving A.C.S.Gevoeligheidsniveau Hiermee kunt u het gevoeligheidsniveau instellen voor het bepalen van de kleur- of zwart/wit-instellingen voor het scannen van originelen wanneer [Scantype] is ingesteld op [Autom. kl.sel]. Wachttijd voor volg. orig.: Geef de bewerking op die moet worden uitgevoerd Glasplaat terwijl wordt gewacht op extra originelen nadat u heeft gescand vanaf de glasplaat.
1. Scanbestanden verzenden per e-mail U kunt scanbestanden als bijlage toevoegen aan e-mails en ze vervolgens ver- zenden via verbindingen zoals LAN en internet. Voordat u scanbestanden per e-mail verzendt In deze paragraaf worden de vereiste voorbereidingen en de procedure voor het verzenden van scanbestanden per e-mail uitgelegd.
Scanbestanden verzenden per e-mail Voorbereiding voor het versturen per e-mail In deze paragraaf worden de voorbereidingen en instellingen voor het verzen- den van scanbestanden per e-mail uitgelegd. Sluit het apparaat aan op het netwerk. Sluit het apparaat aan op het netwerk via een Ethernet-kabel, een IEEE 1394- kabel of een draadloos LAN (IEEE 802.11b).
Voordat u scanbestanden per e-mail verzendt E-mailscherm In deze paragraaf wordt de schermindeling uitgelegd bij de verzending van scanbestanden per e-mail. De weergegeven functieonderdelen fungeren als selectietoetsen. U kunt een on- derdeel selecteren of specificeren door erop te drukken. Wanneer u een onderdeel op het displaypaneel selecteert of opgeeft, wordt het als volgt gemarkeerd: [ ].
Scanbestanden verzenden per e-mail Basisbewerking voor het verzenden van scanbestanden per e-mail In deze paragraaf wordt de basisbewerking uitgelegd voor het verzenden van scanbestanden per e-mail. Zorg ervoor dat alle oude instellingen verwijderd worden. Als de voorgaande instelling van toepassing blijft, drukt u op {Instellingen verwijderen}. Als het scherm voor de netwerkbezorgingsscanner of voor scan-to-folder wordt weergegeven, schakelt u over naar het e-mailscherm.
Pagina 23
Basisbewerking voor het verzenden van scanbestanden per e-mail Druk indien nodig op [Originele invoertype] om instellingen zoals origineel- richting op te geven. Zie “Origineel invoertype instellen” voor meer informatie. Druk indien nodig op [Bestandnaam / Type] om instellingen zoals bestands- naam en -indeling op te geven.
Pagina 24
Scanbestanden verzenden per e-mail ❒ Als u MDN (Message Disposition Notification) wilt gebruiken, meldt u zich als gebruiker aan op het apparaat en geeft u de afzender op. Let erop dat de e-mail met de [Ontv. Bev.]-melding mogelijk niet wordt verzonden als de e-mailsoftware van de ontvanger geen MDN ondersteunt.
Overschakelen naar het e-mailscherm Overschakelen naar het e-mailscherm In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u overschakelt naar het e-mailscherm. Als het scan-to-folder scherm wordt weergegeven, drukt u op [E-mail] om over te schakelen naar het e-mailscherm. Als het scherm voor de netwerkbezorgingsscanner wordt weergegeven, scha- kelt u als volgt over naar het e-mailscherm: Druk op [Bez.bestem.].
Scanbestanden verzenden per e-mail E-mailbestemmingen specificeren In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u e-mailbestemmingen opgeeft. U kunt op de volgende manieren e-mailbestemmingen specificeren: • de bestemming selecteren uit het adresboek van het apparaat; • Het e-mailadres rechtstreeks invoeren; • De bestemming zoeken en selecteren op de LDAP-server. Voordat u bestemmingen kunt selecteren, moet u [Naar] hebben geselecteerd.
Pagina 27
E-mailbestemmingen specificeren Opmerking ❒ Afhankelijk van de beveiligingsinstellingen worden bepaalde bestemmingen mogelijk niet in de bestemmingslijst weergegeven. Bestemmingen selecteren door de registratienummers in te voeren. Selecteer de bestemming uit het adresboek van het apparaat door gebruik te ma- ken van het registratienummer. Druk op [Reg.nr.].
Pagina 28
Scanbestanden verzenden per e-mail Als u wilt zoeken op naam, drukt u op [Naam]. Als u wilt zoeken op e-mailadres, drukt u op [E-mailadres]. Het soft-toetsenbord wordt weergegeven zodat u de naam of het e-mailadres kunt invoeren. U kunt ook zoeken op een combinatie van [Naam] en [E-mailadres]. Voer een deel van de bestemmingsnaam in.
E-mailbestemmingen specificeren ❒ Er kunnen maximaal 100 bestemmingen in het zoekresultaat worden weergegeven. ❒ Als u op [Geavanceerd zoeken] drukt, worden de volgende criteria weergegeven: • [Eerste woord]: De namen die beginnen met het opgegeven teken (of de op- gegeven tekens) worden weergegeven. Als u bijvoorbeeld wilt zoeken naar “ABC”, typt u “A”.
Scanbestanden verzenden per e-mail ❒ Het rechtstreeks ingevoerde e-mailadres kan worden geregistreerd in het adresboek van het apparaat. Zie “Een direct ingevoerde bestemming regis- treren in het adresboek” voor meer informatie. Verwijzing Pag.25 “Een rechtstreeks ingevoerde bestemming registreren in het adres- boek”...
Pagina 31
E-mailbestemmingen specificeren Als u wilt zoeken op naam, drukt u op [Naam]. Als u wilt zoeken op e-mailadres, drukt u op [E-mailadres]. Het soft-toetsenbord wordt weergegeven zodat u de naam of het e-mailadres kunt invoeren. U kunt ook zoeken op een combinatie van [Naam] en [E-mailadres]. Als u zoekt op [Naam], bepalen de door de beheerder ingestelde zoekcriteria of wordt ge- zocht op voor- of op achternaam.
Pagina 32
Scanbestanden verzenden per e-mail Druk op [OK]. Opmerking ❒ De zoekcriteria [Faxbestemming], [Bedrijfsnaam], [Afdelingsnaam] en [Zoekopties] die worden weergegeven in [Geavanceerd zoeken], zijn geregistreerd op de LDAP-server. [Zoekopties] kan worden geregistreerd in [Systeeminstellingen]. Zie de Bedieningshandleiding Standaardinstellingen voor meer informatie. ❒...
E-mailbestemmingen specificeren Een rechtstreeks ingevoerde bestemming registreren in het adresboek In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u een rechtstreeks ingevoerde bestem- ming registreert in het adresboek van het apparaat. U kunt ook een bestemming registreren die u vanaf de LDAP-server heeft geselecteerd. Specificeer de bestemming die u wilt registreren in het bestemmingsveld.
Scanbestanden verzenden per e-mail De e-mailafzender specificeren In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u de e-mailafzender opgeeft. Als u e-mail wilt verzenden, moet u de naam van de afzender opgeven. U kunt op de volgende manieren de e-mailafzender specificeren: • de afzender selecteren uit de afzenderlijst van het apparaat; •...
De e-mailafzender specificeren Een registratienummer gebruiken voor het specificeren van een afzendernaam Selecteer de afzender uit de afzenderlijst van het apparaat op basis van het re- gistratienummer. Druk op [Naam afzender]. Druk op [Registratienr.]. Gebruik de cijfertoetsen om het 5-cijferige registratienummer in te voeren dat aan de betreffende bestemmingsmap is toegekend.
Scanbestanden verzenden per e-mail De afzender selecteren door te zoeken in het adresboek van het apparaat In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u de afzender selecteert door te zoeken in het adresboek van het apparaat. Druk op [Naam afzender]. Druk op [Zoeken]. Als u wilt zoeken op naam, drukt u op [Naam].
Pagina 37
De e-mailafzender specificeren Druk op [Zoekopdr. starten]. De bestemmingen die overeenkomen met de zoekcriteria, worden weergegeven. Selecteer de afzender. Druk op [OK]. Opmerking ❒ Zoekcriteria die worden weergegeven in [Geavanceerd zoeken], zoals [Naam], [E-mailadres] en [Mapnaam], zijn geregistreerd in het adresboek van het apparaat.
Scanbestanden verzenden per e-mail Het e-mailonderwerp specificeren In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u het e-mailonderwerp opgeeft. Druk op [Onderwerp]. Het soft-toetsenbord wordt weergegeven. Voer het onderwerp in. Druk op [OK].
Het e-mailbericht specificeren Het e-mailbericht specificeren In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u het e-mailbericht opgeeft. U kunt op de volgende manieren het bericht maken: • het e-mailbericht selecteren uit de lijst; • het bericht rechtstreeks invoeren. Een bericht selecteren uit de lijst U kunt een bericht selecteren uit de lijst.
Scanbestanden verzenden per e-mail Handmatige invoer van een bericht U kunt het bericht handmatig invoeren. Druk op [Tekst]. Druk op [Handm. inv.]. Het soft-toetsenbord wordt weergegeven zodat u het bericht kunt invoeren. Voer het bericht in. Druk tweemaal op [OK].
Gelijktijdig opslaan en verzenden per e-mail Gelijktijdig opslaan en verzenden per e-mail In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u een bestand gelijktijdig kunt opslaan en per e-mail kunt verzenden. Druk op [Bestand opslaan]. Zorg ervoor dat [Verzenden & Opslaan] is geselecteerd. Geef indien nodig gegevens op zoals [Gebruikersnaam], [Bestandsnaam] en [Wachtwoord].
Scanbestanden verzenden per e-mail De URL verzenden via e-mail In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u de URL van het opgeslagen bestand per e-mail kunt verzenden. Belangrijk ❒ Als u alleen de URL van het opgeslagen bestand (dus niet het bestand zelf) per e-mail wilt verzenden, moet u deze instelling opgeven in [Scannereigen- schappen].
Pagina 43
Gelijktijdig opslaan en verzenden per e-mail Gebruik Web Image Monitor om het bestand te bekijken, downloaden of verwijderen via het netwerk. Opmerking ❒ Het verdient de voorkeur dat u Web Image Monitor binnen dezelfde net- werkomgeving gebruikt. Zie de Netwerkhandleiding voor meer informa- tie over het opgeven van instellingen met Web Image Monitor.
2. Scanbestanden naar mappen verzenden Met de functie Scan-to-folder kunt u scanbestanden via het netwerk verzenden naar gedeelde netwerkmappen, mappen op FTP-servers of NetWare-mappen. Voordat u bestanden met scan-to-folder verzendt In deze paragraaf worden de vereiste voorbereidingen en de procedure voor het verzenden van scanbestanden met scan-to-folder uitgelegd.
Pagina 46
Scanbestanden naar mappen verzenden Scanbestanden naar een FTP-server verzenden ZZZ510S Dit apparaat Cliëntcomputer U kunt scanbestanden naar mappen op U kunt in scanbestanden bladeren die FTP-servers versturen. Als u scanbestan- vanaf een clientcomputer op een FTP-ser- den naar mappen op FTP-servers wilt ver zijn opgeslagen.
Voordat u bestanden met scan-to-folder verzendt Scanbestanden naar een NetWare-server verzenden ZZZ511S Dit apparaat Cliëntcomputer U kunt scanbestanden naar NetWare- De bestanden kunnen alleen worden ge- mappen versturen. Als u scanbestanden download door computers waarop de naar NetWare-mappen wilt versturen, NetWare-client is geïnstalleerd en die op gebruikt u het NCP-protocol.
Scanbestanden naar mappen verzenden Maak de vereiste netwerkinstellingen in [Systeeminstellingen]. Maak de onderstaande instellingen als u het apparaat op het netwerk heeft aangesloten via een Ethernet-kabel. Zie de Bedieningshandleiding Standaar- dinstellingen voor meer informatie. • Specificeer het IPv4-adres en subnetmasker van het apparaat. •...
Voordat u bestanden met scan-to-folder verzendt Scan-to-folderscherm In deze paragraaf wordt de schermindeling voor het verzenden van scanbestan- den met scan-to-folder uitgelegd. De weergegeven functieonderdelen fungeren als selectietoetsen. U kunt een on- derdeel selecteren of specificeren door erop te drukken. Wanneer u een onder- deel op het displaypaneel selecteert of opgeeft, wordt het als volgt gemarkeerd: ].
Pagina 50
Scanbestanden naar mappen verzenden Bestemmingslijst [Tekst] [Onderwerp] [Naam afzender] [Ontv. Bev.] Geeft de lijst met bestemmingen weer die zijn geregistreerd op het apparaat. U kunt het bericht, het onderwerp en de afzender invoeren en u kunt opgeven of Als niet alle bestemmingen kunnen wor- MDN (Message Disposition Notification) den weergegeven, drukt u op [U] of [T] moet worden gebruikt.
Basisbewerkingen bij gebruik van scan-to-folder Basisbewerkingen bij gebruik van scan- to-folder In deze paragraaf worden de basisbewerkingen uitgelegd voor het gebruik van scan-to-folder. Zorg ervoor dat alle oude instellingen verwijderd worden. Als de voorgaande instelling van toepassing blijft, drukt u op {Instellingen verwijderen}. Als het scherm voor de netwerkbezorgingsscanner of e-mail wordt weerge- geven, schakelt u over naar het scan-to-folder scherm.
Pagina 52
Scanbestanden naar mappen verzenden Druk indien nodig op [Bestandnaam / Type] om instellingen zoals bestands- naam en -indeling op te geven. Zie “Bestandstype en bestandsnaam instellen” voor meer informatie. Specificeer de bestemming. U kunt meerdere bestemmingen opgeven. Zie “Scan-to-folder bestemmingen specificeren” voor meer informatie. Druk op {Start}.
Overschakelen naar het scan-to-folder scherm Overschakelen naar het scan-to-folder scherm In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u overschakelt naar het scan-to-folder scherm. Als het e-mailscherm wordt weergegeven, drukt u op [Map] om over te schake- len naar het scan-to-folder scherm. Als het scherm voor de netwerkbezorgingsscanner wordt weergegeven, scha- kelt u als volgt over naar het scan-to-folder scherm: Druk op [Bez.bestem.].
Scanbestanden naar mappen verzenden Scan-to-folder bestemmingen specificeren In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u scan-to-folder bestemmingen opgeeft. U kunt op de volgende manieren een bestand verzenden met scan-to-folder: • Een bestemming selecteren die is geregistreerd in het adresboek van het ap- paraat;...
Pagina 55
Scan-to-folder bestemmingen specificeren Een bestemming selecteren die is geregistreerd in de bestemmingslijst Selecteer de bestemming uit de bestemmingslijst. Druk in de bestemmingslijst op de toets die de bestemmingsnaam weergeeft. De toets van de geselecteerde bestemming wordt gemarkeerd en de bestemming wordt weergegeven in het bestemmingsveld boven in het scherm.
Pagina 56
Scanbestanden naar mappen verzenden Druk op [OK]. U kunt de geselecteerde bestemming wijzigen door op [Wijzigen] te drukken. De bestemming zoeken en selecteren in het adresboek van het apparaat In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u de bestemming kunt zoeken en selec- teren in het adresboek van het apparaat.
Pagina 57
Scan-to-folder bestemmingen specificeren Druk indien nodig op [Geavanceerd zoeken] en specificeer vervolgens de ge- detailleerde zoekcriteria. Als u op [Geavanceerd zoeken] drukt, kunt u zoekcriteria opgeven zoals [Naam], [E-mailadres] en [Mapnaam]. U kunt ook zoeken op een combinatie van de criteria [Eerste woord] of [Laatste woord] met de andere criteria.
Scanbestanden naar mappen verzenden • [Incl. één woord]: De namen die het opgegeven teken (of de opgegeven te- kens) bevatten, worden weergegeven. Als u bijvoorbeeld wilt zoeken naar “ABC”, typt u “A”, “B” of “C”. • [Woorden uitsl.]: De namen die niet een opgegeven teken (of opgegeven te- kens) bevatten, worden weergegeven.
Pagina 59
Scan-to-folder bestemmingen specificeren Voer het pad voor de map in. Hieronder is een voorbeeld opgenomen van een pad met mapnaam “gebrui- ker” en computernaam “werkplek01”: \\werkplek01\gebruiker. U kunt van een bestemming niet alleen het pad, maar ook het IPv4-adres specificeren. Druk op [OK].
Pagina 60
Scanbestanden naar mappen verzenden Het pad opgeven door in het netwerk te bladeren naar de bestemming. U kunt in computers op het netwerk bladeren naar de bestemmingsmap en ver- volgens het pad opgeven. Druk op [Handm. inv.]. Druk op [SMB]. Druk op [Blad.
Scan-to-folder bestemmingen specificeren Druk tweemaal op [OK]. Opmerking ❒ Als verificatie is vereist om toegang te krijgen tot de geselecteerde map, wordt een log-in scherm weergegeven. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in. ❒ Als u het protocol wijzigt nadat u de padnaam, de gebruikersnaam of het wachtwoord hebt ingevoerd, wordt een bevestigingsbericht weergegeven.
Pagina 62
Scanbestanden naar mappen verzenden Voer een servernaam in. U kunt van een bestemming niet alleen het pad, maar ook het IPv4-adres specificeren. Druk op [Handm. inv.] rechts van het padveld. Voer het pad voor de map in. Hieronder is een voorbeeld opgenomen van een pad met mapnaam “gebrui- ker”...
Scan-to-folder bestemmingen specificeren Bestanden verzenden naar een NDS-structuur of NetWare-server In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u bestemmingen opgeeft wanneer u be- standen naar een NDS-structuur of een NetWare-server verzendt. U kunt op de volgende manieren een bestand naar een NDS-structuur of een NetWare-server verzenden: •...
Pagina 64
Scanbestanden naar mappen verzenden Voer het pad voor de map in. Als u het verbindingstype instelt op [NDS], is “structuur” de naam van de NDS-structuur, “context” de naam van de context waarin het volume zich be- vindt, “volume” de volumenaam, “map” de mapnaam, en is het pad dus ge- lijk aan “\\structuur\volume.context\map”.
Pagina 65
Scan-to-folder bestemmingen specificeren ❒ Zelfs als de verbindingstest is geslaagd, is het mogelijk dat het apparaat het bestand niet kan versturen als u geen leesrechten hebt voor het bestand of als er onvoldoende ruimte beschikbaar is op de harde schijf. ❒...
Pagina 66
Scanbestanden naar mappen verzenden Druk tweemaal op [OK]. Opmerking ❒ Als u het protocol wijzigt nadat u de padnaam, de gebruikersnaam of het wachtwoord heeft ingevoerd, wordt een bevestigingsbericht weergegeven. ❒ Er worden alleen mappen weergegeven waarvoor u leesbevoegdheid heeft. ❒...
Scan-to-folder bestemmingen specificeren Het pad naar de geselecteerde bestemming registreren in het adresboek. In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u in het adresboek mappaden registreert die u handmatig heeft ingevoerd of die u heeft gespecificeerd door te bladeren in het netwerk. Specificeer de bestemming die u wilt registreren in het bestemmingsveld.
Scanbestanden naar mappen verzenden Gelijktijdige opslag en verzending met scan-to-folder In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u een bestand gelijktijdig kunt opslaan en met scan-to-folder kunt verzenden. Druk op [Bestand opslaan]. Zorg ervoor dat [Verzenden & Opslaan] is geselecteerd. Geef indien nodig gegevens op zoals [Gebruikersnaam], [Bestandsnaam] en [Wachtwoord].
3. Bestanden opslaan via de scannerfunctie Met de scannerfunctie kunt u scanfiles opslaan op het apparaat en de opgesla- gen bestanden verzenden per e-mail of met scan-to-folder. Voordat u bestanden opslaat In deze paragraaf wordt een samenvatting gegeven van het opslaan van bestan- den onder de scannerfunctie en worden relevante waarschuwingen gegeven.
Pagina 70
Bestanden opslaan via de scannerfunctie Clientcomputer Met DeskTopBinder kunt u bestanden die op het apparaat zijn opgeslagen, via het netwerk bekijken, kopiëren of verwijderen. Met Web Image Monitor kunt u bestanden die op het apparaat zijn opgeslagen, via het netwerk bekijken, downloaden of verwij- deren.
Basisbewerking voor het opslaan van scanbestanden Basisbewerking voor het opslaan van scanbestanden In deze paragraaf wordt de basisbewerking uitgelegd voor het opslaan van scanbestanden. Zorg ervoor dat alle oude instellingen verwijderd worden. Als de voorgaande instelling van toepassing blijft, drukt u op {Instellingen verwijderen}. Plaats de originelen.
Pagina 72
Bestanden opslaan via de scannerfunctie Geef indien nodig bestandsinformatie op zoals [Gebruikersnaam], [Bestandsnaam] en [Wachtwoord]. Zie “Bestandsinformatie van een opgeslagen bestand opgeven” voor meer in- formatie. Druk op [OK]. Druk op {Start}. Als u batches aan het scannen bent, plaatst u de volgende originelen. Opmerking ❒...
Bestandsinformatie van een opgeslagen bestand opgeven Bestandsinformatie van een opgeslagen bestand opgeven U kunt gegevens zoals een gebruikersnaam, bestandsnaam en wachtwoord op- geven voor een opgeslagen bestand. Door gegevens te specificeren voor een opgeslagen bestand kunt u het bestand zoeken op gebruikersnaam of bestandsnaam. Ook kunt u het bestand met een wachtwoord beveiligen om te voorkomen dat onbevoegde gebruikers het be- stand openen.
Bestanden opslaan via de scannerfunctie Een bestandsnaam opgeven In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u de naam van een opgeslagen bestand kunt wijzigen. De naam van een opgeslagen bestand begint met “SCAN”, gevolgd door vier cij- fers. • Voorbeeld: SCAN0001 U kunt deze bestandsnaam wijzigen.
Bestandsinformatie van een opgeslagen bestand opgeven Een wachtwoord opgeven U kunt voor het opgeslagen bestand een wachtwoord opgeven. Belangrijk ❒ Vergeet het wachtwoord niet. Raadpleeg de beheerder van het apparaat in- dien u het vergeten bent. Door een wachtwoord op te geven, kunt u ervoor zorgen dat alleen een persoon die het wachtwoord kent het bestand kan bekijken.
Bestanden opslaan via de scannerfunctie Het overzicht van opgeslagen bestanden weergeven In deze paragraaf wordt het overzicht van opgeslagen bestanden beschreven. Via het overzicht van opgeslagen bestanden kunt u opgeslagen bestanden ver- wijderen of bestandsinformatie wijzigen. Overzicht van opgeslagen bestanden In deze paragraaf wordt beschreven hoe het overzicht van opgeslagen bestan- den wordt weergegeven.
Het overzicht van opgeslagen bestanden weergeven Toetsen voor het sorteren van be- [Voorvertoning] standen Druk op deze toets om een voorbeeld van het geselecteerde bestand weer te geven. Zie “Een Met deze toetsen kunt u de bestanden opgeslagen bestand controleren dat is gese- sorteren op basis van het geselecteerde lecteerd uit de lijst”...
Pagina 78
Bestanden opslaan via de scannerfunctie Druk op [Gebruikersnaam]. Selecteer de gebruikersnaam die u wilt gebruiken voor het zoeken. De hier getoonde gebruikersnamen zijn geregistreerd op het tabblad [Beheer- dertoepas.] in [Systeeminstellingen]. Als u een gebruikersnaam wilt wijzigen die hier niet wordt vermeld, drukt u op [Handm. inv.] en voert u vervolgens de ge- bruikersnaam in.
Opgeslagen bestanden controleren Opgeslagen bestanden controleren U kunt het scherm Voorbeeld openen en een opgeslagen bestand op het appa- raat of vanaf de clientcomputer controleren. Een opgeslagen bestand controleren dat is geselecteerd uit de lijst In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u een opgeslagen bestand kunt controle- ren dat is geselecteerd uit het overzicht van opgeslagen bestanden.
Bestanden opslaan via de scannerfunctie Voorbeeldscherm van een opgeslagen bestand NL AMR013S Bestand weergeven [Uitzoomen], [Inzoomen] Wanneer u een voorbeeld bekijkt, kunt u De naam en grootte van het geselecteerde de bestandsafbeelding verkleinen of ver- bestand worden weergegeven. groten. Pagina weergeven [←] [→] [↑] [↓] Het paginanummer van de voorbeeldpa- U kunt in het voorbeeldscherm bladeren.
Pagina 81
Opgeslagen bestanden controleren Het overzicht van opgeslagen bestanden weergeven met DeskTopBinder Lite Met DeskTopBinder Lite kunt u het overzicht van bestanden die zijn opgeslagen op het apparaat ook bekijken op een clientcomputer. Opmerking ❒ U kunt de opgeslagen bestanden ook overbrengen naar de clientcomputer. ❒...
Bestanden opslaan via de scannerfunctie Een opgeslagen bestand verzenden U kunt het geselecteerde bestand of de URL van de bestandslocatie verzenden. In deze paragraaf wordt hoofdzakelijk uitgelegd hoe u bestanden selecteert die u via e-mail of scan-to-folder wilt verzenden of via de netwerkbezorgingsscan- ner wilt bezorgen.
Pagina 83
Een opgeslagen bestand verzenden Druk op {Start}. De geselecteerde bestanden worden verzonden via e-mail, scan-to-folder of de netwerkbezorgingsscanner. Opmerking ❒ Als u een bestand met wachtwoordbeveiliging selecteert, wordt het scherm voor het invoeren van een wachtwoord weergegeven. Voer het juiste wacht- woord in en druk vervolgens op [OK] om het bestand te selecteren.
Bestanden opslaan via de scannerfunctie Opgeslagen bestanden beheren In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u opgeslagen bestanden kunt verwijderen en hoe u bestandsinformatie voor opgeslagen bestanden kunt wijzigen. Een opgeslagen bestand verwijderen In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u een opgeslagen bestand verwijdert. Druk op [Sel.
Opgeslagen bestanden beheren Gegevens voor een opgeslagen bestand wijzigen U kunt gegevens van een opgeslagen bestand, zoals [Gebruikersnaam], [Bestandsnaam] en [Wachtwoord], wijzigen. Opmerking ❒ Informatie over bestanden die wachten op bezorging kan niet worden gewijzigd. Een gebruikersnaam wijzigen U kunt van een opgeslagen bestand de gebruikersnaam wijzigen. Druk op [Sel.
Pagina 86
Bestanden opslaan via de scannerfunctie Selecteer het bestand dat de bestandsinformatie bevat die u wilt wijzigen. Wanneer u een bestand met wachtwoordbeveiliging selecteert, wordt het scherm voor het invoeren van een wachtwoord weergegeven. Voer het wachtwoord in en druk vervolgens op [OK]. Druk op [Gebruikersnaam wijzigen].
Pagina 87
Opgeslagen bestanden beheren Een bestandsnaam wijzigen U kunt van een opgeslagen bestand de bestandsnaam wijzigen. Druk op [Sel. opgesl. best.]. Het overzicht van opgeslagen bestanden wordt weergegeven. Druk op [Best. beh./verw.]. Selecteer het bestand dat de bestandsinformatie bevat die u wilt wijzigen. Wanneer u een bestand met wachtwoordbeveiliging selecteert, wordt het scherm voor het invoeren van een wachtwoord weergegeven.
Pagina 88
Bestanden opslaan via de scannerfunctie Een wachtwoord wijzigen Voer het wachtwoord in om het opgeslagen bestand te openen. Belangrijk ❒ U mag het wachtwoord niet vergeten. Raadpleeg de beheerder van het appa- raat indien u het vergeten bent. Druk op [Sel. opgesl. best.]. Het overzicht van opgeslagen bestanden wordt weergegeven.
4. Scanbestanden bezorgen Met de ScanRouter-software kunt u op verschillende manieren scanbestanden bezorgen die door het apparaat zijn gegenereerd. Voordat u bestanden bezorgt In deze paragraaf worden de vereiste voorbereidingen en de procedure voor het gebruik van de netwerkbezorgingsscanner beschreven. Belangrijk ❒...
Scanbestanden bezorgen Voorbereiding voor het bezorgen van een bestand In deze paragraaf worden de voorbereidingen en instellingen voor de bezorging van scanbestanden beschreven. Belangrijk ❒ Als u de netwerkbezorgingsscanner wilt gebruiken, heeft u een bezorgings- server nodig waarop de optionele ScanRouter-software is geïnstalleerd. Zie de handleidingen die zijn meegeleverd met de ScanRouter-software voor meer informatie over de ScanRouter-software.
Voordat u bestanden bezorgt DeskTopBinder Lite installeren vanaf de meegeleverde CD-rom In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u DeskTopBinder Lite op een clientcom- ® puter installeert vanaf de “Scanner/PostScript Drivers and Utilities”-CD-rom. Als u bestanden wilt bekijken of ontvangen die in de in-laden zijn bezorgd, moet u DeskTopBinder Lite op de clientcomputer installeren.
Scanbestanden bezorgen Scherm voor netwerkbezorgingsscanner In deze paragraaf wordt de schermindeling beschreven bij gebruik van de net- werkbezorgingsscanner. De weergegeven functieonderdelen fungeren als selectietoetsen. U kunt een on- derdeel selecteren of specificeren door erop te drukken. Wanneer u een onderdeel op het displaypaneel selecteert of opgeeft, wordt het als volgt gemarkeerd: ].
Basisbewerking voor het bezorgen van bestanden Basisbewerking voor het bezorgen van bestanden In deze paragraaf wordt de basisbewerking uitgelegd voor het bezorgen van scanbestanden via de netwerkbezorgingsscanner. Belangrijk ❒ U moet bestemmingen en afzenders vooraf registreren met de ScanRouter- software die is geïnstalleerd op de bezorgingsserver. Zorg ervoor dat alle oude instellingen verwijderd worden.
Pagina 94
Scanbestanden bezorgen Druk indien nodig op [Originele invoertype] om instellingen zoals origineel- zijde en -richting op te geven. Zie “Origineel invoertype instellen” voor meer informatie. Specificeer de bestemming. U kunt meerdere bestemmingen opgeven. Zie “Bezorgingsbestemmingen specificeren” voor meer informatie. Druk indien nodig op [Onderwerp] om het e-mailonderwerp te specificeren. Zie “Het onderwerp specificeren van de e-mail die wordt bezorgd via de be- zorgingsserver”...
Pagina 95
Basisbewerking voor het bezorgen van bestanden ❒ U moet het e-mailadres van de afzender vooraf registreren met de Scan- Router-software. ❒ U kunt de instellingen controleren door op {Instellingen controleren} te drukken, waardoor u overschakelt van het beginscherm van de scanner naar het scherm Modi controleren.
Scanbestanden bezorgen Overschakelen naar het scherm voor de netwerkbezorgingsscanner In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u overschakelt naar het scherm voor de netwerkbezorgingsscanner. Als het e-mail- of het scan-to-folder scherm wordt weergegeven, schakelt u over naar het scherm voor de netwerkbezorgingsscanner. Druk op [Bez.bestem.].
Bezorgingsbestemmingen specificeren Bezorgingsbestemmingen specificeren In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u bezorgingsbestemmingen specificeert. Bestemmingen selecteren die zijn geregistreerd in het adresboek van de bezorgingsserver In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u bestemmingen selecteert die zijn gere- gistreerd in het adresboek van de bezorgingsserver. U kunt op de volgende manieren een bezorgingsbestemming selecteren die is geregistreerd in de Bestemmingslijst van de bezorgingsserver: •...
Pagina 98
Scanbestanden bezorgen Een bestemming selecteren door het registratienummer in te voeren Selecteer een bestemming door het verkorte ID-nummer in te voeren (deze wordt geregistreerd via de ScanRouter-software). Zie de ScanRouter-handlei- dingen voor meer informatie over het instellen van verkorte ID-nummers. Druk op [Reg.nr.].
Pagina 99
Bezorgingsbestemmingen specificeren Bestemmingen selecteren via een zoekactie in de Bestemmingslijst van de bezorgingsserver In de Bestemmingslijst kunt u naar bestemmingen zoeken en deze selecteren. Druk op [Zkbest.]. Als u wilt zoeken op naam, drukt u op [Naam]. Als u wilt zoeken op een opmerking, drukt u op [Notitie]. Het soft-toetsenbord wordt weergegeven zodat u de naam of opmerking kunt invoeren.
Pagina 100
Scanbestanden bezorgen Selecteer de bestemming. Druk op [OK]. Opmerking ❒ Bij het zoeken op opmerking worden bestemmingen gezocht die de opge- geven opmerkinggegevens bevatten. Deze worden geregistreerd door de ScanRouter-software. ❒ U kunt details van de geselecteerde bestemmingen bekijken door op [Details] te drukken.
De afzender specificeren De afzender specificeren In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u de e-mailafzender opgeeft wanneer u een bestand per e-mail verzendt via de bezorgingsserver. U kunt op de volgende manieren de afzender specificeren: • de afzender selecteren uit de afzenderlijst in de Bestemmingslijst van de be- zorgingsserver;...
Scanbestanden bezorgen De afzender selecteren door het registratienummer in te voeren. U kunt de afzender selecteren door het registratienummer in te voeren. Druk op [Naam afzender]. Druk op [Registratienr.]. Gebruik de cijfertoetsen om het 3-cijferige registratienummer in te voeren dat aan de vereiste bestemmingsmap is toegekend. Als het ingevoerde nummer korter is dan 5 cijfers, druk dan na het laatste cijfer op {q}.
De afzender specificeren Een afzender selecteren via een zoekactie in de Bestemmingslijst van de bezorgingsserver. In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u een afzender selecteert via een zoekac- tie in de Bestemmingslijst van de bezorgingsserver. Druk op [Naam afzender]. Druk op [Zoeken]. Als u wilt zoeken op naam, drukt u op [Naam].
Pagina 104
Scanbestanden bezorgen Druk indien nodig op [Geavanceerd zoeken] en specificeer vervolgens de ge- detailleerde zoekcriteria. Als u op [Geavanceerd zoeken] drukt, kunt u zoeken op [Naam] en [Notitie]. U kunt ook zoeken op een combinatie van de criteria [Eerste woord] of [Laatste woord] met de andere criteria.
Het onderwerp specificeren van de e-mail die wordt bezorgd via de bezorgingsserver Het onderwerp specificeren van de e-mail die wordt bezorgd via de bezorgingsserver In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u het e-mailonderwerp opgeeft wanneer u een bestand per e-mail verzendt via de bezorgingsserver. Druk op [Onderwerp].
Scanbestanden bezorgen Gelijktijdige opslag en bezorging In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u een bestand gelijktijdig kunt opslaan en bezorgen. Druk op [Bestand opslaan]. Zorg ervoor dat [Verzenden & Opslaan] is geselecteerd. Geef indien nodig gegevens op zoals [Gebruikersnaam], [Bestandsnaam] en [Wachtwoord].
5. Originelen scannen met de TWAIN-netwerkscanner Met dit apparaat kunt u originelen via het netwerk scannen naar een clientcom- puter. Voordat u de TWAIN-netwerkscanner gebruikt In deze paragraaf worden de voorbereidingen en de procedure voor het gebruik van de TWAIN-netwerkscanner beschreven. Belangrijk ❒...
Originelen scannen met de TWAIN-netwerkscanner TWAIN-netwerkscanner: samenvatting Deze paragraaf bevat een samenvatting van de functionaliteit van de TWAIN- netwerkscanner. In de TWAIN-scannermodus kunt u dit apparaat delen met meerdere compu- ters. U hebt dan voor de scanner geen aparte computer nodig en hoeft de scan- ner ook niet bij ieder gebruik aan te sluiten op de computer.
Voordat u de TWAIN-netwerkscanner gebruikt Voorbereidingen voor het gebruik van de TWAIN-netwerkscanner In deze paragraaf worden de voorbereidingen en de instellingen beschreven voor het gebruik van het apparaat als TWAIN-netwerkscanner. Belangrijk ❒ Als u de TWAIN-netwerkscanner wilt gebruiken, moet een toepassing op de clientcomputer zijn geïnstalleerd die de scanner ondersteunt (zoals DeskTop- Binder Lite).
Originelen scannen met de TWAIN-netwerkscanner Het TWAIN-stuurprogramma installeren vanaf de meegeleverde CD-rom In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u het TWAIN-stuurprogramma op een ® clientcomputer installeert vanaf de “Scanner/PostScript Drivers and Utilities”- CD-rom. Als u de TWAIN-netwerkscanner wilt gebruiken, moet u het TWAIN-stuurpro- gramma installeren op een clientcomputer.
Basisbewerking voor de TWAIN-netwerkscanner Basisbewerking voor de TWAIN-netwerkscanner In deze paragraaf wordt de basisbewerking uitgelegd voor het scannen met de TWAIN-netwerkscanner. Belangrijk ❒ Als u de TWAIN-netwerkscanner wilt gebruiken, moeten een TWAIN-com- patibele toepassing (zoals DeskTopBinder) en het TWAIN-stuurprogramma op de clientcomputer zijn geïnstalleerd. In de volgende voorbeeld worden Windows XP en DeskTopBinder Lite gebruikt.
Pagina 112
Originelen scannen met de TWAIN-netwerkscanner Voer de bestandsnaam in en klik op [OK]. De DeskTopBinder-viewer wordt gesloten en de afbeelding wordt opgesla- gen in DeskTopBinder Lite. Opmerking ❒ Als u al een scanner heeft geselecteerd, hoeft u deze alleen te selecteren als u deze wilt wijzigen.
6. Diverse scaninstellingen In deze paragraaf worden diverse scaninstellingen beschreven. Scaninstellingen In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u scaninstellingen opgeeft. Druk op [Scaninstellingen]. Specificeer resolutie, scanformaat en andere vereiste instellingen. Druk op [OK].
Diverse scaninstellingen Items voor het opgeven van scaninstellingen In deze paragraaf worden de scan-instellingsitems beschreven. Scantype Selecteer het scantype dat van toepassing is op het origineel. ❖ [Zwart/Wit:Tekst] Wordt gebruikt om de OCR-leesbaarheid te vergroten via een OCR-compati- bele toepassing. •...
Items voor het opgeven van scaninstellingen Opmerking ❒ [Drop-out kleur] kan worden ingesteld wanneer [Zwart/Wit:Tekst] is geselecteerd voor [Scantype]. ❒ Als [Autom. kl.sel] is geselecteerd, is het mogelijk dat het apparaat de kleuren niet goed kan bepalen. Dit is afhankelijk van de scankwaliteit en de inhoud van de originelen.
Pagina 116
Diverse scaninstellingen Opmerking ❒ Als [Aangepast formaat] is geselecteerd, kunt u de afmetingen (lengte en breed- te) van het scangebied in mm opgeven. ❒ Wanneer u gelijktijdig originelen scant die dezelfde breedte en verschillende lengte hebben, moet u ze plaatsen zoals in onderstaand schema is aangegeven. ALQ021S Relatie tussen originelen van gemengd formaat en scanformaat In deze paragraaf wordt uitgelegd met welke verschillen u rekening moet hou-...
Pagina 117
Items voor het opgeven van scaninstellingen Procedure voor instelling van een aangepast formaat bij het scannen van een compleet origineel In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u een aangepast formaat instelt voor het scannen van een compleet origineel. Als u een compleet origineel wilt scannen, geeft u de afmetingen van het origi- neel op bij Origineelformaat (X1 en Y1) en Scangebied (X3 en Y3).
Pagina 118
Diverse scaninstellingen Stel Origineelformaat (X1 en Y1) in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op de toets {q}. Stel X1 bijvoorbeeld in op 300 mm en Y1 op 200 mm. Stel Beginpositie (X2 en Y2) in op 0 mm en druk vervolgens op de toets {q}. Stel X2 en Y2 bijvoorbeeld in op 0 mm en druk vervolgens op de toets {q}.
Pagina 119
Items voor het opgeven van scaninstellingen Procedure voor instelling van een aangepast formaat bij het scannen van een gedeelte van een origineel In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u een aangepast formaat instelt voor het scannen van een gebied binnen een origineel. Als u een gedeelte (X1 and Y1) van het origineel wilt scannen, moet u Origineel formaat (X1 en Y1), Beginpositie (X2 en Y2) en Scangebied (X3 and Y3) opgeven.
Pagina 120
Diverse scaninstellingen Druk op [Scaninstellingen]. Druk op [Scanformaat]. Druk op [Aangepast formaat]. Stel Origineelformaat (X1 en Y1) in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op de toets {q}. Stel X1 bijvoorbeeld in op 300 mm en Y1 op 200 mm. Stel Beginpositie (X2 en Y2) in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op de toets {q}.
Pagina 121
Items voor het opgeven van scaninstellingen Originelen instellen voor scannen met aangepast formaat In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u originelen plaatst die moeten worden gescand met aangepast formaat. ❖ Instelling voor origineelrichting Selecteer een invoerrichting op basis van de richting van het geplaatste origi- neel.
Diverse scaninstellingen ❖ Orig. richting is [ ] (Omgedraaide richting: AAN) Een origineel in de ADF plaatsen AMR005S Een origineel op de glasplaat plaatsen Lijn het origineel uit, draai het rechts- of links- om en plaats het op de glasplaat met de be- drukte zijde naar beneden.
Belichting aanpassen Belichting aanpassen In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u de belichting aanpast. Als u de belichting wilt aanpassen, drukt u op [ W ] of [ V ] links en rechts van [Autom. Bel.]. Met deze knoppen kunt u de belichting stapsgewijs verhogen of verlagen tot een maximum van 7.
Diverse scaninstellingen Origineel invoertype instellen In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u voor Origineel invoertype definieert, zoals invoerrichting en scanzijden van originelen. Orig. invoerrichting In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u de boven/onder-richting van gescande originelen correct weergeeft op een clientcomputerscherm. Druk op [Originele invoertype].
Pagina 125
Origineel invoertype instellen Originelen plaatsen Voor het correct weergeven van de boven/onder-richting van het gescande ori- gineel op een clientcomputer moeten de plaatsing van het origineel en de instel- lingen op het bedieningspaneel overeenkomen. Plaats de originelen op basis van de onderstaande tabel: ❖...
Pagina 126
Diverse scaninstellingen ❖ ADF Orig. invoerrichting Toets op bedieningspaneel bovenrand eerst geplaatst bovenrand raakt achterzijde van ADF onderrand eerst geplaatst onderrand raakt achterzijde van ADF Opmerking ❒ Originelen hebben meestal een rechthoekige vorm in staande ( ) of liggende richting ( ). In de bovenstaande tabel is echter een vierkant origineel ge- bruikt om de richting van het origineel te verduidelijken.
Origineel invoertype instellen Originele instelling In deze paragraaf worden de instellingen uitgelegd voor het scannen van de ori- gineelzijden. 1-zijdig origineel In deze paragraaf worden de instellingen uitgelegd voor het scannen van één zij- de van originelen. Druk op [Originele invoertype]. Selecteer [1-zijdig origineel] in [Originele instel.].
Pagina 128
Diverse scaninstellingen 2-zijdig origineel In deze paragraaf worden de instellingen uitgelegd voor het scannen van beide zijden van originelen. Druk op [Originele invoertype]. Selecteer [2-zijdig orig.] in [Originele instel.]. Selecteer [Boven/boven afdr.] of [Boven/onder afdr.] in [Richting pagina opening], op basis van de bindrichting van de originelen. Boven/boven Boven/onder Als de laatste pagina van het laatste origineel blanco is, selecteert u [1-zijdig]...
Origineel invoertype instellen Druk op [OK]. Opmerking ❒ Als u [Delen] heeft geselecteerd, wordt deze instelling toegepast op de laat- ste pagina van iedere batch gesplitste originelen. Meerdere originelen bestaande uit 1- en 2-zijdige pagina’s In deze paragraaf worden de instellingen uitgelegd voor het wisselen tussen [1-zijdig origineel] en [2-zijdig orig.] wanneer u meerdere originelen wilt scannen die uit 1- en 2-zijdige pagina’s bestaan.
Diverse scaninstellingen Dun papier In deze paragraaf worden de instellingen uitgelegd waarmee u kunt voorkomen dat dunne scanoriginelen beschadigd raken wanneer ze worden ingevoerd van- uit de ADF. Druk op [Originele invoertype]. Druk op [Dun papier]. Druk op [OK].
Origineel invoertype instellen Batch, SADF In deze paragraaf worden de instellingen beschreven voor het meerdere keren scannen van meerdere originelen. Als u meerdere originelen wilt scannen als een enkel bestand, selecteert u [Batch]. Als u meerdere originelen afzonderlijk vanuit de ADF wilt laten scannen, selec- teert u [SADF].
Diverse scaninstellingen Druk op [OK]. Opmerking ❒ Als u [SADF] heeft geselecteerd, wordt begonnen met scannen zodra u extra originelen in de ADF hebt geplaatst. In de volgende gevallen moet u op {Start} drukken om het scannen van extra originelen te laten beginnen. •...
Pagina 133
Origineel invoertype instellen Druk op [Wijzigen] en geef met de cijfertoetsen het aantal pagina’s per set op waarin u het document wilt laten opsplitsen. Druk op {q}. Druk indien nodig op [Deling controleren]. Wanneer u [Deling controleren] selecteert en de originelen niet op volgorde zijn gescand vanwege een papierstoring of invoer van meerdere vellen tegelijk, wordt aan het einde van de scanbewerking een scherm weergegeven voor het stoppen van of doorgaan met de scanbewerking.
Diverse scaninstellingen Meerdere pagina’s van originelen scannen als één bestand In deze paragraaf wordt de procedure uitgelegd waarmee u meerdere origine- len kunt verzenden als een bestand met meerdere pagina’s of kunt opslaan als een enkel bestand. Belangrijk ❒ Als u meerdere originelen wilt verzenden als een bestand met meerdere pagi- na’s, selecteert u een bestandstype met meerdere pagina’s in [Bestandnaam / Type].
Pagina 135
Meerdere pagina’s van originelen scannen als één bestand Druk op {Start} om de originelen te scannen. Als [Batch] is geselecteerd, plaatst u extra originelen en drukt u vervolgens op {Start}. Als [SADF] is geselecteerd, wordt automatisch begonnen met scannen zodra u extra originelen plaatst.
Diverse scaninstellingen Bestandstype en bestandsnaam instellen In deze paragraaf wordt de procedure uitgelegd voor het instellen van bestands- type, bestandsnaam en beveiliging voor PDF-bestanden. Bestandstype instellen In deze paragraaf wordt de procedure uitgelegd voor het instellen van het be- standstype van een te verzenden bestand. U kunt bestandstypen opgeven wan- neer u (al dan niet opgeslagen) bestanden verzendt via e-mail of scan-to-folder.
Pagina 137
Bestandstype en bestandsnaam instellen Selecteer een bestandstype. Druk op [OK]. Opmerking ❒ Conversie van een bestandstype naar Hoge compressie PDF verkleint het gegevensvolume van het bestand zonder dat de leesbaarheid verloren gaat. ❒ U kunt Hoge compressie PDF selecteren wanneer u bestanden verzendt via e-mail of scan-to-folder.
Diverse scaninstellingen Bestandsnaam instellen In deze paragraaf wordt de procedure voor het instellen van een bestandsnaam uitgelegd. Aan een scanbestand wordt een bestandsnaam toegewezen die bestaat uit de scantijd en -datum, het 4-cijferige paginanummer, enzovoort. • Aan bestanden met een enkele pagina en gesplitste bestanden met meerdere pagina’s wordt een bestandsnaam toegewezen die bestaat uit de scandatum en -tijd en een 4-cijferig paginanummer.
Pagina 139
Bestandstype en bestandsnaam instellen Het begincijfer van serienummers voor bestandsnamen wijzigen Aan bestanden met een enkele pagina wordt achter de bestandsnaam een serie- nummer toegewezen. Het begincijfer van dit serienummer kan als volgt worden gewijzigd: Druk op [Bestandnaam / Type]. Druk op [Wijzigen] rechts van het invoerveld.
Diverse scaninstellingen Beveiligingsinstellingen voor PDF-bestanden In deze paragraaf worden beveiligingsinstellingen voor PDF-bestanden uitge- legd. Met beveiliginginstellingen kunt ongeoorloofde toegang tot PDF-bestanden voorkomen. Belangrijk ❒ U kunt alleen beveiligingsinstellingen definiëren voor PDF- en Hoge com- pressie PDF-bestanden. PDF-bestanden coderen Met een wachtwoord kunt u een PDF-bestand beveiligen en coderen. Alleen ge- bruikers die het wachtwoord kennen, kunnen het PDF-bestand openen en deco- deren.
Pagina 141
Bestandstype en bestandsnaam instellen Selecteer [Aan] in [Document coderen]. Druk op [Invoeren] in [Wachtwoord]. Voer een wachtwoord in en druk vervolgens op [OK]. Het hier ingevoerde wachtwoord is vereist om het PDF-bestand te kunnen openen. Voer het wachtwoord opnieuw in en druk op [OK]. Selecteer [40 bit] of [128 bit] in [Coderingsniveau].
Pagina 142
Diverse scaninstellingen Beveiligingsmachtigingen voor PDF-bestanden wijzigen Met een Master wachtwoord kunt u het ongeoorloofd afdrukken, wijzigen, ko- piëren of uitpakken van de inhoud van een PDF-bestand beperken. Alleen ge- bruikers die het Master wachtwoord kennen, kunnen deze beperkingen resetten of wijzigen. Belangrijk ❒...
Pagina 143
Bestandstype en bestandsnaam instellen Druk op [Invoeren] in [Wachtwoord]. Voer een wachtwoord in en druk vervolgens op [OK]. Het hier ingevoerde wachtwoord is vereist om de beveiligingsinstellingen van het PDF-bestand te kunnen wijzigen. Voer het wachtwoord opnieuw in en druk op [OK]. Selecteer de beveiligingsinstelling.
Diverse scaninstellingen Programma’s U kunt regelmatig gebruikte instellingen registreren in het geheugen van het ap- paraat en deze later weer oproepen. Opmerking ❒ U kunt maximaal 25 programma’s registreren voor de scannermodus. ❒ Programma’s worden niet gewist als het apparaat uit wordt gezet of als er op de {Instellingen verwijderen}-toets wordt gedrukt, tenzij de inhoud ervan is ver- wijderd of onlangs is geregistreerd.
Programma’s Selecteer het programmanummer waarin u de instellingen wilt registreren. Programmanummers met m hebben al instellingen. Voer de programmanaam in. Druk op [OK]. Het scherm Programma wordt opnieuw weergegeven. Als de instellingen zijn geregistreerd, verschijnt m aan de linkerzijde van het geregistreerde pro- grammanummer en de programmanaam aan de rechterzijde.
Diverse scaninstellingen Een geregistreerd programma wijzigen U kunt als volgt de in een programma geregistreerde instellingen wijzigen: Druk op {Programmeren}. Druk op [Oproepen]. Druk op het nummer van het programma dat u wilt oproepen. Wijzig de instellingen van het programma. Druk op het nummer van het programma dat u wilt oproepen.
Programma’s Een programma wissen U kunt als volgt een geregistreerd programma verwijderen: Druk op {Programmeren}. Druk op [Verwijderen]. Druk op het nummer van het programma dat u wilt wissen. Druk op [Ja]. Het programma wordt verwijderd waarna het beginscherm weer wordt weergegeven.
Diverse scaninstellingen Standaardwaarden voor beginscherm registreren In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u standaardwaarden voor het begin- scherm kunt instellen. Dit scherm wordt weergegeven zodra het apparaat wordt aangezet of wanneer instellingen worden gewist of gereset. De volgende instellingen kunnen als standaard worden geregistreerd: Scanin- stellingen, 1-zijdig/2-zijdig origineel, 1- en 2-zijdig mengen, Boven/boven of / Boven/onder, scannen van achterkant van laatste pagina overslaan, Splitsen, Origineelrichting, Bestandstype, Batch/SADF, Dun papier, Bestand opslaan,...
Scaninstellingen bij gebruik van TWAIN-scanner Scaninstellingen bij gebruik van TWAIN- scanner In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u de origineelrichting en scaninstellingen voor een reeks originelen van gemengd formaat kunt specificeren wanneer u de TWAIN-scanner gebruikt. Origineelrichting instellen voor TWAIN-scanner Voor het correct weergeven van de boven/onder-richting van het gescande ori- gineel op een clientcomputer moet de plaatsing van het origineel overeenkomen met de instellingen in het dialoogvenster Scannerbesturing.
Pagina 150
Diverse scaninstellingen Originelen plaatsen In de volgende tabel wordt de relatie weergegeven tussen de origineelrichting en de instellingen in het dialoogvenster Scannereigenschappen: ❖ Glasplaat Orig. invoerrichting Toets in TWAIN-dialoogvenster Scannerbes- turing bovenrand raakt linkerbovenhoek van glasplaat Deze papierrichting is de standaardinstelling voor het TWAIN-stuurprogramma.
Scaninstellingen bij gebruik van TWAIN-scanner Originelen van gemengd formaat scannen met de TWAIN-scanner In deze paragraaf worden de verschillen uitgelegd tussen het gebruik van de TWAIN-scanner en een normale scanner voor het scannen van originelen van gemengd formaat. • Als [Auto det.(versch.form.)] is geselecteerd in de lijst [Oorspronk. form.:], wordt van originelen met dezelfde breedte de lengte automatisch gedetecteerd, en worden de originelen gescand.
7. Appendix De appendix bevat details over instellingen van de scannerfunctie en uitleg over aanvullende instellingen. Het verband tussen de resolutie en de bestandsomvang In deze paragraaf wordt de relatie tussen resolutie en origineelformaat uitgelegd. De resolutie en het origineelformaat zijn omgekeerd evenredig aan elkaar. Hoe hoger de resolutie (dpi), des te kleiner het gebied dat kan worden gescand.
Appendix 100 dpi 150 dpi 200 dpi 300 dpi 400 dpi 600 dpi 11 × 17 Legal (8 × 14) × 13 Legal (8 × 11) × 8 Opmerking ❒ U moet B6-, A6- en A7-formaten rechtstreeks invoeren. Bij gebruik als een TWAIN-scanner In deze paragraaf wordt de relatie tussen resolutie en scanformaat uitgelegd wanneer u het apparaat als TWAIN-scanner gebruikt.
Pagina 155
Het verband tussen de resolutie en de bestandsomvang ❖ Als [16770K kleuren] is geselecteerd in [Kleur/verloop:] De originelen kunnen worden gescand met combinaties die gemarkeerd zijn in de tabel als de origineelrichting L is. 1000 1100 1200 11 × 17 Legal (8 ×...
Appendix Verband tussen Opgegeven bestandstype voor scannen en Opgegeven bestandstype voor verzending via e-mail. In deze paragraaf wordt de relatie uitgelegd tussen het opgegeven bestandstype voor het scannen van originelen en het bestandstype waarnaar bestanden wor- den geconverteerd wanneer ze worden verstuurd via e-mail of scan-to-folder. ❖...
Software meegeleverd op cd-rom Software meegeleverd op cd-rom In deze paragraaf worden de toepassingen beschreven die zijn meegeleverd op CD-rom. Quick Install In deze paragraaf wordt het programma voor automatisch uitvoeren (Auto Run) uitgelegd. Wanneer de CD-rom wordt geplaatst in een clientcomputer waarop Windows 95/98/ME/2000/XP, Windows Server 2003 of Windows NT 4.0 wordt uitge- voerd, begint het installatieprogramma automatisch (Auto Run) met het instal- leren van de diverse software.
Appendix TWAIN-stuurprogramma In deze paragraaf wordt uitleg gegeven over het bestandspad en de systeemver- eisten voor het TWAIN-stuurprogramma. U moet dit stuurprogramma installeren als u originelen wilt scannen of het ap- paraat als TWAIN-netwerkscanner wilt gebruiken. ❖ Bestandspad Het TWAIN-stuurprogramma is opgeslagen in de volgende map op de cd-rom: \DRIVERS\TWAIN ❖...
Pagina 159
Software meegeleverd op cd-rom ❖ Systeemvereisten • Computerhardware PC/AT-compatibele apparaten die de volgende besturingssystemen cor- rect ondersteunen • Besturingssysteem Wanneer u alle functies installeert van DeskTopBinder Microsoft Windows 98SE/ME/2000 Professional SP1 of hoger/2000 Server SP1 of hoger/ 2000 Advanced Server SP1 of hoger/XP Professional/XP Home Edition Micro- soft Windows Server 2003 Standard Edition/Enterprise Edition Wanneer u alleen SmartDeviceMonitor for Client installeert Microsoft Windows 95 SP1/98/98SE/ME/2000 Professional SP1 of ho-...
Appendix Diverse instellingswaarden voor verzending/opslag/bezorging In deze paragraaf worden de waarden van een aantal instellingen voor verzen- ding/opslag/bezorging uitgelegd. Opmerking ❒ Afhankelijk van het soort bestand of origineel of de instellingen kunt u mis- schien de bestemming niet opgeven of het maximum aantal tekens niet invoe- ren dat hieronder wordt aangegeven.
Pagina 161
Diverse instellingswaarden voor verzending/opslag/bezorging Mapverzending De volgende tabel bevat een overzicht van de maximale instellingswaarden voor de scan-to-folder-verzendfunctie. Item Maximumwaarde Opmerkingen Aantal tekens in SMB-padnamen 128 alfanumerieke tekens Aantal tekens in SMB-gebrui- 64 alfanumerieke tekens kersnamen Aantal tekens in SMB-wacht- 64 alfanumerieke tekens woorden Aantal tekens in FTP-servernamen 64 alfanumerieke tekens...
Appendix Opslagfunctie De volgende tabel bevat een overzicht van de maximumwaarden van de instel- lingen voor de opslagfunctie. Item Maximumwaarde Opmerkingen Aantal tekens in bestandsnamen 64 alfanumerieke tekens De eerste zestien tekens worden in het bedieningspaneel weer- gegeven. Wanneer u de opge- slagen bestanden bekijkt van een client computer met Desk- TopBinder, kunt u alle inge-...
Diverse instellingswaarden voor verzending/opslag/bezorging Netwerkbezorgingsfunctie De volgende tabel bevat een overzicht van de instellingswaarden voor de func- tie van de netwerkbezorgingsscanner. Item Maximumwaarde Opmerkingen Aantal tekens in onderwerpregel 128 alfanumerieke tekens Dit is het totale aantal tekens dat in de lijst is geselecteerd en het aantal tekens dat recht- streeks is ingevoerd.
Appendix Specificaties De volgende tabel bevat een overzicht van de scannerspecificaties. Scanmethode Flatbed scannen Scansnelheid Bij gebruik van de functie E-mail/Scan-to-fol- der/Netwerkbezorgingsscanner: Zwart/wit: 80 pag./min. (Origineelformaat: A4K, Scantype: Tekst, Re- solutie: 200 dpi, Compressie (Zwart/Wit): Aan, ITU-T Nr.1 diagram, 1-zijdig scannen) Bij gebruik van de functie E-mail/Scan-to-fol- der/Netwerkbezorgingsscanner: Kleur 80 pag./min.
Pagina 165
Specificaties Beeldcompressietype voor grijstint/kleur JPEG Netwerkprotocol IPv4, IPX Protocol voor het versturen van e-mail SMTP, POP3 Protocol voor scan-to-folder SMB, FTP, NCP...
Pagina 169
Conform IEC 60417 gebruikt dit toestel de volgende symbolen voor de hoofdschakelaar: a betekent STROOM AAN. c betekent STAND-BY. Verklaring van conformiteit “Dit product voldoet aan de vereisten van de EMC-richtlijn 89/336/EEC inclusief de bijbehorende wijzi- gingen en de laagspanningsrichtlijn 73/23/EEC inclusief de bijbehorende wijzigingen.” Handelsmerken ®...