(Vervolg)
•
Houd de accu tijdens het
laden in de gaten; beëindig
het
laden
of
wijzig
laadstroom
wanneer
elektrolyt in de cellen begint
te borrelen.
•
Neem de minkabel van de
accu altijd eerst los en sluit de
minkabel van de accu altijd
als laatste weer aan. Neem de
acculader in de onderstaande
volgorde los:
(1) Zet de hoofdschakelaar van
de acculader uit.
(2) Neem de klem los van de
minpool.
(3) Neem de klem los van de
pluspool.
•
Gebruik voor het vervangen
altijd
een
originele,
HYUNDAI goedgekeurde accu.
Met een hulpaccu
Rijd na het starten met behulp van
een hulpaccu gedurende 20 - 30
minuten met de auto alvorens hem
de
uit te zetten. De auto kan mogelijk
de
niet opnieuw gestart worden als u
hem uitzet voordat de accu de kans
gehad heeft om goed op te laden.
Zie "Starten met hulpaccu" in
hoofdstuk 6 voor meer informatie
over procedures voor het starten met
een hulpaccu.
i
Informatie
Een onjuist afgevoerde accu
kan schadelijk zijn voor het
milieu
gezondheid. Voer de accu
volgens
voorschriften af.
door
Te resetten onderdelen
De volgende onderdelen moeten
mogelijk worden gereset nadat de
accu is ontladen of na het weer
aansluiten van de accukabels.
Zie hoofdstuk 3 en 4 voor:
• Elektrisch bedienbare ruiten
• Tripcomputer
• Verwarmings- en ventilatiesysteem
• Klok
• Audiosysteem
• Schuifdak
• Geheugen bestuurdersstoel
en
voor
de
de
wettelijke
7
7-31