Als de veiligheidsgordel van de
bestuurder wordt losgemaakt nadat
het contact in stand ON is gezet,
brandt het waarschuwingslampje
van de veiligheidsgordel totdat de
veiligheidsgordel wordt vastgemaakt.
Als u gaat rijden terwijl u de
veiligheidsgordel
niet
vastgemaakt,
blijft
waarschuwingslampje
totdat
u
de
veiligheidsgordel
vastmaakt.
Als u de veiligheidsgordel vervolgens
nog niet vastmaakt en u gaat sneller
rijden
dan
20
km/h,
waarschuwingszoemer gedurende
ongeveer 100 seconden klinken en
gaat het waarschuwingslampje van
de desbetreffende veiligheidsgordel
knipperen (indien van toepassing).
hebt
het
branden
Waarschuwing voorpassagiersgordel
(indien van toepassing)
zal
de
Als herinnering voor de bestuurder
gaat telkens als het contact in de
stand
ON
waarschuwingslampje
veiligheidsgordels branden en klinkt
de zoemer gedurende ongeveer 6
seconden, ongeacht of de gordels
zijn vastgemaakt.
Als de voorpassagiersgordel niet
wordt vastgemaakt nadat het contact
in stand ON is gezet of als hij wordt
losgemaakt nadat het contact in
stand ON is gezet, gaat het
waarschuwingslampje
desbetreffende
branden totdat de veiligheidsgordel
wordt vastgemaakt.
Als u de veiligheidsgordel vervolgens
niet vastmaakt en u gaat sneller rijden
dan 9 km/h, gaat het reeds brandende
waarschuwingslampje knipperen tot u
langzamer dan 6 km/h gaat rijden.
Als u de veiligheidsgordel vervolgens
nog niet vastmaakt en u gaat sneller
rijden
waarschuwingszoemer
ongeveer 100 seconden klinken en
gaat het waarschuwingslampje van de
desbetreffende
OTLE035082
knipperen
wordt
gezet
het
van
de
voor
de
veiligheidsgordel
dan
20
km/h,
gedurende
veiligheidsgordel
WAARSCHUWING
Het rijden in een verkeerde
zitpositie heeft een nadelige
invloed op de werking van de
waarschuwingsfunctie voor de
voorpassagiersgordel. Het is
belangrijk dat de bestuurder de
passagier instrueert goed te
gaan
zitten,
voorgeschreven
in
instructieboekje.
2
zal
de
zoals
dit
2-27