Wat te doen in een noodgeval
Het
reservewiel
(indien
toepassing) is niet voorzien van een
bandenspanningssensor. Wanneer
de
band
met
de
bandenspanning of de lekke band
door het reservewiel is vervangen,
blijft het waarschuwingslampjes lage
bandenspanning branden.
Ook gaat het controlelampje storing
TPMS branden na gedurende 1
minuut
te
hebben
geknipperd
wanneer er gedurende ongeveer 10
minuten met de auto wordt gereden
bij een snelheid van ten minste 25
km/h.
Als de oorspronkelijke band met een
bandenspanningssensor eenmaal
weer
op
de
voorgeschreven
spanning is gebracht en onder de
auto is gemonteerd, doven het
waarschuwingslampje
bandenspanning
en
controlelampje storing TPMS na een
paar minuten rijden.
Ga naar een officiële HYUNDAI-
dealer als de lampjes na een paar
minuten niet doven.
6-20
van
Elk wiel is uitgerust met een
bandenspanningssensor achter het
ventiel in het wiel (behalve het
lage
reservewiel). Gebruik wielen die
speciaal geschikt zijn voor TPMS. Wij
raden u aan uw banden altijd door
een officiële HYUNDAI-dealer te
laten nakijken.
U kunt de bandenspanning niet
beoordelen door alleen naar de
banden te kijken.
Gebruik
bandenspanningsmeter van een
goede
kwaliteit
bandenspanning te meten. Een band
die warm is (door het rijden), heeft
een hogere bandenspanning dan
een band die koud is.
Een koude band houdt in dat de auto
gedurende 3 uur heeft stilgestaan of
lage
niet meer dan 1,6 km heeft gereden
het
gedurende deze periode.
Laat de band afkoelen alvorens de
bandenspanning te meten. Zorg er
altijd voor dat de band koud is
alvorens deze op de aanbevolen
spanning te brengen.
•
Het TPMS waarschuwt niet
voor ernstige en plotselinge
schade
veroorzaakt
factoren, zoals spijkers of
straatvuil.
•
Als de auto instabiel aanvoelt,
haal dan onmiddellijk uw voet
van het gaspedaal, trap het
altijd
een
rempedaal licht in en breng
uw auto op een veilige plaats
om
de
tot stilstand.
WAARSCHUWING
aan
de
banden
door
externe