REMSYSTEEM
Rembekrachtiging
Uw
auto
is
voorzien
bekrachtigde
remmen
normaal
gebruik
automatisch
afgesteld worden.
Als de auto niet in de Ready-modus
(
) staat of uitgeschakeld wordt
tijdens
het
rijden,
rembekrachtiging niet. U kunt uw
auto wel tot stilstand brengen door
een grotere pedaalkracht uit te
oefenen dan normaal. De remweg
zonder rembekrachtiging zal echter
langer dan gewoonlijk zijn.
Als de auto niet in de READY-modus
(
) staat, wordt de mate van
bekrachtiging
steeds
naarmate u vaker het rempedaal
intrapt. Als de rembekrachtiging
uitvalt, probeer dan niet "pompend"
te remmen.
Rem alleen "pompend" als de wielen
dreigen te blokkeren.
WAARSCHUWING
van
die
bij
Neem
voorzorgsmaatregelen:
•
Laat tijdens het rijden uw voet
niet op het rempedaal rusten.
Hierdoor kan de temperatuur
werkt
de
van de remmen abnormaal
hoog worden, kunnen de
remblokken en -voeringen
overmatig slijten en kan de
remweg vergroot worden.
•
Als u een lange of steile
helling afrijdt, zet dan de
selectiehendel in de modus
voor handmatig schakelen en
minder
schakel terug om uw snelheid
onder controle te houden
zonder
overmatig te gebruiken. Door
langdurig achter elkaar te
remmen, zullen de remmen
oververhit raken en kan een
tijdelijk
remvermogen het gevolg zijn.
de
volgende
het
rempedaal
verlies
van
(Vervolg)
(Vervolg)
•
Als de remmen nat zijn, remt
de auto mogelijk minder dan
normaal en kan de auto naar
één kant trekken tijdens het
remmen. Door het rempedaal
licht in te trappen, kunt u
controleren
of
remvermogen door het nat
worden
is
verminderd.
Controleer uw remmen altijd
op deze manier nadat u door
plassen bent gereden. Druk
voor het drogen van de
remmen het rempedaal licht in
om de remmen op te warmen
terwijl u met een veilige
snelheid
rijdt,
totdat
remvermogen weer op het
normale niveau is. Vermijd het
rijden met hoge snelheid
totdat de remmen weer goed
functioneren.
het
5
het
5-29