Rijden met uw auto
Wanneer zich in uw rijstrook een auto voor u bevindt:
■ Type A
Afstand 4
Afstand 3
Afstand 2
Afstand 1
OAD055059/OAD055060/OAD055061/OAD055062
• Uw rijsnelheid wordt verlaagd of verhoogd om de ingestelde afstand aan
te houden.
• Wanneer de voorligger versnelt, zal uw auto eerst tot de ingestelde
snelheid accelereren en daarna een constante rijsnelheid aanhouden.
5-94
■ Type B
Afstand 4
Afstand 3
Afstand 2
Afstand 1
OAEE056136/OAEE056137/OAEE056138/OAEE056139
WARNING
Bij gebruik van het Smart
Cruise Control-systeem:
•
De
waarschuwingszoemer
klinkt en de afstandsindicator
knippert als de auto de
ingestelde afstand tot de
voorligger
niet
aanhouden.
•
Als de waarschuwingszoemer
klinkt, trap dan het rempedaal
in
of
gebruik
tuimelschakelaar
aan
stuurwiel om de rijsnelheid en
de afstand tot de voorligger
actief te regelen.
(Vervolg)
OAD055063
kan
de
het