Rijden met uw auto
• Er wordt een object gesignaleerd
dat een vergelijkbare vorm heeft
als het menselijk lichaam
• De voetganger is klein
• De
voetganger
is
gehandicapt
• De herkenning door de sensor is
beperkt
• De radarsensor of camera wordt
geblokkeerd door een vreemd
voorwerp o.i.d.
• Slecht weer, zoals hevige regen of
sneeuw, hinderen het blikveld van
de radarsensor of camera
• De buitenverlichting is te fel
(bijvoorbeeld bij het rijden in fel
zonlicht of de schittering van de
zon) of te donker (bijvoorbeeld 's
nachts op het platteland)
5-66
• Wanneer
straatlantaarn
tegemoetkomende auto op een nat
wegdek of een plas op de weg
wordt gereflecteerd.
lichamelijk
• Het blikveld voor wordt gehinderd
door de schittering van de zon.
• De voorruit is beslagen; een helder
zicht op de weg is niet mogelijk.
• Slechte
zorgen voor overmatige trillingen
tijdens het rijden.
licht
van
een
of
wegomstandigheden
WAARSCHUWING
•
Gebruik
het
Autonomous
Emergency Braking-systeem
niet tijdens het slepen van een
auto. Het gebruik van het
AEB-systeem
tijdens
slepen kan de veiligheid van
uw auto of de auto die wordt
getrokken
negatief
beïnvloeden
•
Wees uiterst voorzichtig als
uw voorligger een grote, naar
achteren uitstekende lading
heeft
of
een
bodemvrijheid heeft dan uw
auto.
(Vervolg)
het
grotere