AANWIJZING
Om
beschadiging
stoelverwarming en stoelen te
voorkomen:
• Gebruik voor het reinigen van de
stoelen geen oplosmiddel, zoals
thinner, benzeen, alcohol of
wasbenzine.
• Plaats geen zware of scherpe
voorwerpen op stoelen die zijn
voorzien van stoelverwarming.
• Wijzig de bekleding van de stoel
niet. Dit kan de stoelverwarming
beschadigen.
van
de
De stoelverwarming kan worden
ingeschakeld door op de toets te
drukken voor de bestuurdersstoel
en/of de voorpassagiersstoel terwijl
de motor draait.
Laat de toetsen in stand UIT staan als
de stoelverwarming niet gebruikt
hoeft te worden.
• Iedere keer als u op de toets drukt,
verandert de temperatuurinstelling
voor de stoel als volgt:
→
UIT
LAAG (
)
• Door
bij
stoelverwarming langer dan 1,5
seconden op de toets te drukken,
wordt
de
OAE036015
uitgeschakeld.
• De standaardinstelling voor de
stoelverwarming is UIT als het
contact in stand ON wordt gezet.
i
Informatie
Als
de
stoelverwarming in stand AAN staan,
wordt
de
automatisch in- of uitgeschakeld,
afhankelijk van de temperatuur van
de stoel.
HOOG (
)
MIDDEN (
)
ingeschakelde
stoelverwarming
toetsen
voor
de
stoelverwarming
2-21
2