i
Informatie
• Als
de
airconditioning
ingeschakeld door het automatische
ontwasemingssysteem en u de
airconditioning probeert uit te
schakelen, knippert de indicator 3
keer en zal de airconditioning niet
worden uitgeschakeld.
• Schakel voor een optimale werking
niet de stand RECIRCULATIE in
als
het
automatische
ontwasemingssysteem in werking is.
AANWIJZING
Verwijder de behuizing van de
sensor boven aan de voorruit niet.
Eventuele schade aan onderdelen
die hierdoor kan ontstaan, valt
niet onder de fabrieksgarantie.
Achterruitverwarming
is
AANWIJZING
Gebruik om beschadiging van de
verwarmingsdraden te voorkomen
nooit scherpe voorwerpen of
reinigingsmiddelen
schurende bestanddelen om de
achterruit te reinigen.
i
Informatie
Zie
"Voorruit
ontwasemen" in dit hoofdstuk als u
condens en ijs van de voorruit wilt
verwijderen.
Achterruitverwarming
met
ontdooien
en
De achterruitverwarming ontdoet de
achterruit
buitenzijde van rijp, condens en ijs
als de motor is gestart.
• Druk
achterruitverwarming
middenconsole
achterruitverwarming
schakelen. Het controlelampje in
de toets gaat branden wanneer de
achterruitverwarming
ingeschakeld.
• Druk de toets opnieuw in om de
achterruitverwarming
schakelen.
OAE046301
aan
de
binnen-
en
op
de
toets
van
de
in
de
om
de
in
te
wordt
uit
te
3-165
3