Rijden met uw auto
In werking
Wanneer
de
werking is, knippert het
controlelampje ESC:
• Als u het rempedaal intrapt onder
omstandigheden waarbij de wielen
kunnen blokkeren kunt u geluiden
horen van het remsysteem en kan
het rempedaal gaan trillen. Dit is
normaal. Het betekent dat de ESC
in werking is getreden.
• Als
de
ESC
geactiveerd
reageert de auto mogelijk niet zo
op
het
gaspedaal
normale omstandigheden.
5-36
• Als de cruise control ingeschakeld
is op het moment dat de ESC
ESC
in
geactiveerd wordt, wordt de cruise
control automatisch uitgeschakeld.
De cruise control kan weer worden
ingeschakeld op het moment dat
de wegcondities dat toestaan. Zie
"Cruise
verderop in dit hoofdstuk. (indien
van toepassing)
• Bij
het
modderige ondergrond of tijdens
is,
het rijden op een gladde weg loopt
het motortoerental (omwentelingen
als
onder
per minuut) mogelijk niet op, zelfs
niet als u het gaspedaal ver intrapt.
Dit dient om de stabiliteit en tractie
van de auto te behouden en duidt
niet op een probleem.
control-systeem"
wegrijden
vanaf
een
ESC uitgeschakeld
Uitschakelen
van
systeem:
• Status 1
■ Type A
■ Type B
OLF054101N/OAE056018L
Druk kort op de toets ESC OFF. Het
controlelampje
ESC
OFF
branden en de melding "Tractie
controle
uitgeschakeld"
weergegeven. In deze status wordt
de antidoorslipregelingsfunctie van
de
ESC
(motormanagement)
uitgeschakeld,
maar
remregelfunctie
van
(remmanagement) nog in werking.
ESC-
gaat
wordt
is
de
de
ESC