Controleer na het vervangen van een
of meerdere banden of velgen het
controlelampje storing TPMS om
ervoor te zorgen dat het TPMS ook
na het vervangen goed werkt.
AANWIJZING
In de volgende situaties dient u
het systeem te laten controleren
door
een
officiële
dealer.
1. Het waarschuwingslampje lage
bandenspanning/controlelampj
e
storing TPMS
gaat
gedurende 3 seconden branden
nadat het contact in stand ON is
gezet of de motor is gestart.
2. Het
controlelampje
TPMS blijft branden nadat het
gedurende ongeveer 1 minuut
geknipperd heeft.
3. Het
waarschuwingslampje
positie lage bandenspanning
blijft branden.
Waarschuwingslampje positie
lage bandenspanning en
bandenspanning
■
Type A
HYUNDAI-
niet
storing
Wanneer de waarschuwingslampjes
van
bandenspanningscontrolesysteem
branden
waarschuwingsmelding
weergegeven op het LCD-display in
het
instrumentenpaneel,
bandenspanning
meerdere banden te laag.
Waarschuwingslampje
lage bandenspanning
■
Type B
OAE046114L/OAE046115L
het
en
een
wordt
is
de
van
een
of
Het waarschuwingslampje positie
lage bandenspanning geeft aan
welke
band
een
bandenspanning heeft doordat het
desbetreffende lampje gaat branden.
Wanneer
een
van
waarschuwingslampjes
branden, verminder dan onmiddellijk
snelheid, vermijd scherp aansnijden
van bochten en anticipeer op een
langere remweg. Zet de auto zo snel
mogelijk
stil
en
controleer
banden.
Breng de banden op de juiste
spanning zoals aangegeven op het
voertuigplaatje
of
bandenspanningslabel
middenstijl aan bestuurderszijde.
Vervang de band met een te lage
bandenspanning
door
reservewiel als u geen tankstation
kunt bereiken of als de band lek is.
te
lage
deze
gaat
de
het
op
de
6
het
6-17