Veiligheidskenmerken van uw voertuig
ISOFIX Lagere
Bevestigingspositie
Indicator
ISOFIX Lagere Bevestigingspunten
De ISOFIX lagere bevestigingspositie
indicatorsymbolen bevinden zich links en
rechts van de zitting voor het identifi-
ceren van de juiste positie voor de onder-
ste ISOFIX bevestigingen in uw voertuig
(zie de pijlen in de illustratie).
3
30
Beide buitenste achterstoelen zijn uitge-
rust met een paar ISOFIX-Lagere Beves-
tigingspunten en met een overeenkom-
stige bovenste bevestigingspunten op de
achterzijde van de achterbanken.
(CRS met universele goedkeuring vol-
gens ECE-R44 moet bijkomend vastge-
maakt worden met een riem bovenaan
die verbonden is met het overeenkomsti-
ge het ankerpunt op de achterzijde van
de achterbanken.)
De ISOFIX onderste bevestigingen be-
vinden zich tussen de rugleuning en het
OIA0330022
stoelkussen de linker en rechter buiten
van achterzitplaats posities.
Het vastzetten van een kinderzitje
met "ISOFIX bevestigingssystemen"
Installeren van een ISOFIX compatibele
CRS in een van de posities op de achter-
bank:
1. Verplaats de gesp van de veiligheid-
sriem altijd weg van de onderste
ISOFIX bevestigingen.
2. Verplaats objecten weg van de beves-
tigingen indien deze een veilige aan-
sluiting tussen de CRS en de onder-
ste ISOFIX bevestigingen voorkomen.
3. Plaats de CRS op de achterbank, be-
vestig de zitting vervolgens aan de on-
derste ISOFIX bevestigingen volgens
de instructies van de fabrikant van het
CRS.
4. Volg de instructies van de fabrikant
van het CRS altijd op voor correcte
afstelling en zet de onderste beves-
tigingen van het CRS vast aan de on-
derste ISOFIX bevestigingen.