Download Print deze pagina

Hyundai i10 IA 2014 Gebruikershandleiding pagina 403

Advertenties

EMISSIE CONTROLESYSTEEM
Het emissiecontrolestysteem van de
auto zorgt ervoor dat de auto voldoet aan
de strenste eisen van de overheid. Ge-
detailleerde garantie-informatie wordt
verstrekt in uw Service en Garantiebo-
ekje.
Ook uw voertuig is uitgerust met een
emissie controlesysteem om aan alle
voorschriften te kunnen.
Er zijn drie emissie controlesystemen, bij
uw auto toegepast deze zijn als volgt.
(1) Carteremissie controlesysteem
(2) Verdampingsemissie controlesyteem
(3) Uitlaat emissie controlesysteem
Om het juiste functioneren van de emis-
sie controlesystemen te verzekeren,
wordt aangeraden uw auto te laten on-
derhouden en repareren door een Er-
kend HYUNDAI Reparateur in overeen-
stemming met het onderhoudsschema in
deze handleiding.
• Om te voorkomen dat het voertuig
schade oploopt tijdens het testen
op de rollentester moet het (Elektro-
nische Stabiliteit Controle (ESC) uit-
geschakeld worden.
1. Carteremissie controlesysteem
Het positieve carter ventilatiesysteem
wordt gebruikt om luchtvervuiling te vo-
orkomen, veroorzaakt door de (olie)
dampen die uitgestoten worden uit de
motor. Dit systeem zorgt voor vers gefil-
terde lucht naar de carter door de luchtin-
nameslang. In het carter mengt de verse
lucht met blow-by gassen, die dan door
de PVC ventiel gaan naar de verbrand-
ingsruimte van de motor.
Onderhoud
2. Verdampingsemissie
controlesyteem
Het Verdampingsemissie Controle sys-
teem is ontworpen om te voorkomen dat
brandstofdampen in de atmosfeer ko-
men.
Filter
Brandstofdampen die ontstaan in de
brandstoftank worden geabsorbeerd en
opgeslagen in de filter. Wanneer de mo-
tor draait, worden de geabsorbeerde
dampen vanuit de filter naar de verbran-
dingsruimte geleid via een dampafzuig-
solenoïdeklep.
Dampafzuigsolenoïdeklep (PCSV)
De dampafzuigsolenoïdeklep, via elek-
tromagetisch ventiel wordt gestuurd door
de Motor Controle Module (ECM); als de
wanneer de motortermperatuur laag is
tijdens het stationair draaien, gaat de
PCSV dicht zodat de verdampte brand-
stof niet in de motor wordt opgenomen.
Zodra de motor warm is opent, tijdens
normaal rijden, de PCSV om de ver-
dampte brandstof door te laten naar de
verbrandingsruimte van motor.
7 73

Advertenties

loading