Parkeer
Stop altijd volledig en blijf op het rem-
pedaal drukken. Schakel de versnel-
lingspook in P (parkeren) staat; stel de
parkeerrem en plaats de ontsteking in de
VERGRENDELD/UIT stand. Neem de
sleutel mee als u het voertuig verlaat.
WAARSCHUWING
Wanneer je verblijf in het voertuig
met draaiende motor, zorg er dan
voor dat het gaspedaal niet lang-
durig wordt ingetrapt. Hierdoor kan
de motor of het uitlaatsysteem
oververhit raken, waardoor brand
kan ontstaan.
Uitlaatgassen en het uitlaatsysteem
zijn erg heet. Blijf uit de buurt van
de onderdelen van het uitlaatsys-
teem.
Stop of parkeer niet over ontvlam-
bare materialen, zoals droog gras,
papier of bladeren. Deze kunnen
ontbranden en brand veroorzaken.
Goede rijpraktijken
• Schakel de versnellingspook nooit van
P (parkeren) of N (neutraal) naar enig
andere positie zonder dat het rempe-
daal is ingetrapt.
• Schakel de versnellingspook nooit in P
(parkeren) wanneer het voertuig in be-
weging is.
• De auto moet volledig stilstaan voordat
u probeert te schakelen naar naar R
(achteruit) of D (vooruit).
• Verplaats de versnellingspook tijdens
het rijden niet in de N (Neutraal) stand.
Dit kan resulteren in een ongeval om-
dat de motor niet meer kan remmen en
de transas beschadigd kan worden.
• Rijdt niet met de voet rustend op het
rempedaal. Zelfs lichte, constante druk
op het rempedaal kan ertoe leiden dat
de remmen oververhit raken, de rem-
men slijten en mogelijk zelfs uitvallen.
• Verminder snelheid voor het schakelen
naar een lagere versnelling. Ook kan
de lagere versnelling niet gekoppeld
zijn als het toerental van de motor
buiten het toegestane bereik valt.
• Trek de handrem van het voertuig alti-
jd aan als u het voertuig verlaat. Nooit
alleen de versnellingbak in de P (park-
eren) positie zetten tijdens het park-
eren van de auto.
Het besturen van uw voertuig
• Wees vooral voorzichtig met remmen,
versnellen of schakelen op gladde
wegen. Pas de rijstijl aan aan de rijom-
standigheden.
• Optimale
voertuigprestaties
zuinigheid kan verkregen worden door
het gaspedaal geleidelijk in te drukken
en los te laten.
en
5 19