START/RUN
(STARTEN/WERKEN)
Met handmatig schakelen
Om de motor te starten, drukt u het kop-
pelingspedaal en het rempedaal in en
drukt u vervolgens op de start-/stopknop
van de motor terwijl de schakelpook in de
stand N (Neutraal) staat.
Met automatische schakeling
Om de motor te starten, moet u het
rempedaal indrukken en de start-/stop-
knop van de motor indrukken terwijl de
schakelpook in de stand P (Parkeren) of
N (Neutraal) staat. Voor uw eigen veilig-
heid mag u de motor niet starten met de
schakelpook in de stand P (Parkeren).
] AANDACHT
Als u de start-/stopknop van de motor
indrukt zonder het koppelingspedaal in
te drukken voor manueel geschakelde
wagens of zonder het rempedaal in te
drukken voor automatisch geschakelde
wagens, zal de motor niet starten en
verandert de start-/stopknop van de mo-
tor als volgt:
OFF ÔACC Ô ON Ô OFF of ACC
Het besturen van uw voertuig
WAARSCHUWING
• Druk de start-stopknop van de
motor nooit in als de wagen in
beweging is behalve in een nood-
situatie. Hierdoor wordt de motor
uitgeschakeld en verliezen stuur-
en remsystemen hun voeding. Dit
zou resulteren in verlies van de
stuurcontrole en de remfunctie,
wat een ongeval zou kunnen vero-
orzaken.
• Voordat u de bestuurdersstoel
verlaat, moet u controleren of de
schakelpook in P (parkeren) staat;
stel de parkeerrem volledig in,
druk de start-/stop knop van de
motor in de positie van de UIT, en
zorg ervoor dat u de intelligente
sleutel bij hebt. Er kunnen zich
onverwachte wagenbewegingen
voordoen als deze voorzorgen niet
worden genomen.
• Probeer NOOIT de start-/stopknop
van de motor te bedienen of han-
delingen te doen door het stuur-
wiel terwijl het voertuig rijdt. De
aanwezigheid van uw hand of arm
in de zone zou verlies van controle
over de wagen kunnen veroorzak-
en, of zou tot een ongeval of ern-
stige lichamelijke verwondingen
en zelfs tot de dood kunnen lei-
den.
5 9