Kenmerken van uw voertuig
WAARSCHUWINGSIGNAAL
OIA043027
De alarmverlichting moet gebruikt wor-
den iedere keer dat het het noodzakelijk
is om het voertuig te stoppen op een
gevaarlijke locatie. Wanneer u zo een
noodstop moet maken, ga altijd zover
weg van de weg af als mogelijk.
De alarmverlichting gaan aan door de
schakelaar van de alarmverlichting in te
drukken. Hierdoor zullen alle richtingaan-
wijzerlampen
gaan
knipperen.
De
waarschuwingsknipperlichten
werken
zelfs als de sleutel niet in het contactslot
steekt.
De alarmverlichting werkt zonder con-
tactsleutel.
4 65