SPECIALE RIJCONDITIES
Gevaarlijke rijomstandigheden
Wanneer gevaarlijke rijcondities ontstaan
door omstandigheden zoals water, snee-
uw, ijs, modder of zand:
Rij voorzichtig en laat neem voldoende
afstand van de voorganger.
Vermijdt plotseling remmen of sturen.
Als de auto vast staat in sneeuw, modder
of zand maak dan gebruik van de tweede
versnelling. Geef langzaam gas om het
spinnen van de wielen te voorkomen.
WAARSCHUWING
Terugschakelen met een automa-
tische versnellingsbak tijdens het
rijden op gladde wegen kan een
ongeval veroorzaken. De plotselin-
ge verandering in wielsnelheid kan
slip veroorzaken.
Gebruik eventueel zand, zout, sneeuw-
kettingen.
Schommelen het voertuig
Indien het nodig is om het voertuig vrij te
rijden uit sneeuw, zand of modder, draai
eerst het stuurwiel rechts en links om het
gebied rond uw voorwielen vrij te maken.
Schakel dan heen en weer tussen 1e en
R (Achteruit, bij voertuigen met manuele
transas) of R (Achteruit) en voorwaartse
versnelling (voor automaten). Rijd niet te
snel als voorkom dat de wielen spinnen.
Om te voorkomen dat de transas slijt,
wacht u totdat de wielen niet meer draa-
ien voordat u van versnelling verandert.
Laat het gaspedaal los tijdens schakelen,
en druk licht op het gaspedaal totdat de
transas gekoppeld is. Laat de wielen
langzaam naar voren en naar achteren
rollen, dit veroorzaakt een schommelen-
de beweging die het voertuig weer vrij
kan geven.
Het besturen van uw voertuig
WAARSCHUWING
Als de banden op hoge snelheid
draaien, dan kunnen de banden
ontploffen, en u of anderen kunnen
gewond raken. Let op als er men-
sen of obstakels in de buurt zijn.
Het voertuig kan oververhit raken
waardoor een motorafdeling brand
kan vatten of andere schade kan
ontstaan. Laat de wielen zo min
mogelijk draaien en voorkom dat
de wielen spinnen bij snelheden
hoger dan 56 km/uur (35 mph),
zoals aangegeven op de snelhei-
dsmeter.
VOORZICHTIG
Als dit na meerdere pogingen niet
lukt na schommelen het voertuig,
laat dan het voertuig eruit trekken
door een sleepvoertuig om overver-
hitting van de motor te voorkomen
en mogelijke schade aan de aandri-
jving en schade aan banden. Zie
"Slepen" in sectie 6.
Om schade aan de transas te
voorkomen, schakelt u ESC (indien
hiermee uitgerust) uit voordat u het
voertuig laat schommelen.
5 47