Onderhoud
MOTOROLIE
Het controleren van het
motorolieniveau
1. Wees er zeker van dat het voertuig op
effen grond staat.
2. Start de motor en laat het normale
werktemperatuur bereiken.
3. Zet de motor af en wacht (ongeveer 5
minuten) zodat de olie kan terugkeren
naar de carter.
4. Trek de peilstok uit de motor, veeg het
schoon en steek het opnieuw volledig
in.
WAARSCHUWING -
Radiatorslang
Wees bij het bijvullen van motorolie
i.v.m. de temperatuur van de radia-
teurslang.
7
12
5. Trek de peilstok opnieuw uit de motor
en controleer het niveau. Het niveau
moet tussen F en L liggen.
VOORZICHTIG
Doe niet te veel motorolie. Dit kan
de motor beschadigen.
OIA073002
Indien het dichter bij L is dan bij F voeg
dan voldoende olie toe. Vul het niet te-
veel.
Gebruik een trechter om te helpen
voorkomen dat olie wordt gemorst op
motorcomponenten.
Gebruik alleen de geadviseerde motor-
olie (Raadpleeg "Aanbevolen smeermid-
delen en inhouden" in sectie 8.).
OBA073003