Het besturen van uw voertuig
RIJDEN TIJDENS DE WINTER
Sneeuwachtige of ijzige
omstandigheden
Houdt voldoende afstand tussen het
voertuig voor u en uw voertuig, voorkom
noodstops.
Gebruik de remmen voorzichtig. Boven-
dien kan door te hard rijden, abrupt sc-
hakelen of remmen enz. een gevaarlijke
situatie ontstaan. Gebruik altijd indien
mogelijk het af remmen op de motor tij-
dens snelheidsvermindering. Plotselinge
remmen op sneeuwachtige, gladde of
ijzige wegen kan slip veroorzaken.
5
50
Om uw voertuig in diepe verse sneeuw te
kunnen rijden kan het nodig zijn om win-
terbanden te gebruiken of sneeuwkettin-
gen te monteren.
Nooduitrusting. Ook kan het nodig zijn te
beschikken over extra hulpmiddelen
zoals sneeuwkettingen, lantaarn, nood-
fakkels, zand, een schop, doorverbind-
ingskabels, een raamschrapper, handsc-
hoenen, grondkleed, coveralls, een de-
ken enz. Zorg er voor dat dit in geval van
nood beschikbaar is.
OLMB053045
Winterbanden
WAARSCHUWING
Winterbanden moeten equivalent in
maat en soort zijn aan de standa-
ardbanden van het voertuig. An-
ders kan de veiligheid en het stuur-
comfort van uw voertuig negatief
aangetast worden.
Indien u winterbanden monteert op uw
voertuig, verzeker u ervan dat de banden
van dezelfde maat en laadvermogen zijn
als de orginele banden. Monteer winter-
banden altijd op alle vier wielen om de
bestuurbaarheid van het voertuig zo go-
ed mogelijk te houden alle weersom-
standigheden. Let op, winterbanden vol-
doen minder op droge wegen, droge we-
gen en hoge buitentemperaturen. Pas al-
tijd de rijstijl aan aan de rijomstandighe-
den.
] AANDACHT
Installeer geen spijkerbanden zonder
eerst de lokale wetgeving te raadplegen
in verband met mogelijke beperkingen.