nl
Sensorinstellingen Polytron
Voorbeeld: Benodigd bereik 0 tot 500 ppm CO (bijv.
onderdeelnr. 6809605 standaard 300 ppm bereik min/max =
50/1000 ppm).Selecteer 500 ppm als volledige schaaluitslag.
De analoge uitgang zal lineair zijn en liggen tussen 4 mA = 0
ppm en 20 mA = 500 ppm.
13.1.2 Onderhoudssignaal instellen
Configuratie van het onderhoudssignaal.
Het onderhoudssignaal wordt naar de analoge uitvoer
gezonden, telkens wanneer het menu wordt bezocht.
Stationair
een stationair 3.4 mA uitvoersignaal
(Stdy)
Dynamisch (3-
een oscilllerend 3 tot 5 mA signaal met een
5)
frequentie van 1 Hz
1. Selecteer CAL - set
Het display wisselt tussen de actuele waarde en de
menu-optie.
2. Tik op [OK].
De waarde knippert (gegevensinvoermodus).
3. Stel de bevestigingsmodus in.
● Selecteer [OMHOOG] voor dynamisch (3-5)
● Selecteer [OMLAAG] voor stationair (Stdy)
4. Bevestig met [OK].
De waarde is ingesteld en het instrument keert terug naar
het menu.
13.1.3 4-20 mA offset
Het configureren van de 4-20 mA offset is een 2-staps
procedure. Eerst wordt de offset voor de 4 mA uitgang (Adj -
4 ) ingesteld, daarna volgt de instelling van de 20 mA (Adj -
20) uitgang.
4 mA uitgang
Deze functie voegt een offset toe aan de
(Adj - 4 )
analoge uitgang op 4 mA.
De grenswaarden zijn instelbaar tussen
3,8 mA en 4,2 mA.
20 mA uitgang
Deze functie voegt een offset toe aan de
(Adj - 20)
20 mA analoge uitgang.
De grenswaarden zijn instelbaar tussen
19,5 mA en 20,5 mA.
1. Stel de actuele uitgang in overeenkomstig de aflezing op
de centrale.
Om de actuele uitgang op de transmitter af te stellen:
2. Selecteer Adj - 4
3. Tik op [OK].
De waarde knippert (gegevensinvoermodus).
4. Wijzig de waarde met behulp van [OMHOOG] en
[OMLAAG].
5. Bevestig met [OK].
Adj - 20 wordt weergegeven.
6. Tik op [OK].
De waarde knippert (gegevensinvoermodus).
®
5xx0
7. Wijzig de waarde met behulp van [OMHOOG] en
[OMLAAG].
8. Bevestig met [OK].
De waarde is ingesteld en het instrument keert terug naar
het menu.
Polytron 57x0 (IR)-specifiek
De transmitter toont 4 - Adj - OK of 4 - Adj - FAIL na het
wijzigen van de waarde voor Adj - 4 en bevestiging met [OK].
Hetzelfde geldt voor de 20 mA uitgang.
Indien 4 - Adj - FAIL wordt weergegeven, kon de PIR 7x00
sensor zijn uitgang niet afregelen op de ingevoerde waarde.
Probeer opnieuw om de uitgang af te regelen.
13.1.4 Analoge interface testen
Deze functies wijzigen de stroom van de analoge interface
voor testdoeleinden (bijv. om de programmering van de
centrale te controleren). Het kan noodzakelijk zijn om de
alarmen op de centrale te onderdrukken, om te voorkomen
dat een vals alarm gegeven wordt.
1. Selecteer 4-20 - test
2. Tik op [OK]
De waarde knippert (gegevensinvoermodus).
3. Wijzig de waarde met behulp van [UP] en [DOWN]
De actuele uitgang wordt dienovereenkomstig
afgesteld.
4. Om de test te beëindigen, tikt u op [OK].
De stroom keert automatisch terug naar het
onderhoudssignaal en het instrument keert terug naar het
menu
14
Sensorinstellingen Polytron
14.1 Instellen van de volledige
schaaluitslag
®
Alleen Polytron
5100 EC en Polytron
Configuratie van de Full Scale Deflection (volledige
schaaluitslag), of het bereik, van het instrument. Dit zijn
voorgeconfigureerde, discrete waarden, corresponderend
met de 20 mA uitgang.
1. Selecteer FSD - set
Het display wisselt tussen de actuele waarde en de
menu-optie.
2. Tik op [OK].
De waarde knippert (gegevensinvoermodus).
3. Tik op [OMHOOG] / [OMLAAG] om de gewenste waarde
in te stellen.
● Bij sommige gaseenheidconfiguraties is mogelijk
slechts één waarde selecteerbaar. [OMHOOG] /
[OMLAAG] wijzigen de waarde dan niet.
● Als de pictogrammen voor bereiksoverschrijding of -
onderschrijding worden weergegeven, is de
ingevoerde waarde ongeldig. Gebruik [OMHOOG] /
[OMLAAG] om een correcte waarde in te stellen.
®
5xx0
®
57x0 IR
®
Dräger Polytron
5000-serie