Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Configuratiemogelijkheden; Interfaces; Explosieveiligheid; Beoogd Gebruik - Dräger Polytron 5000 Series Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

®
Polytron
5100 EC is inzetbaar in een 2-draads of 3-draads
configuratie.
Deze functie wijzigt de gebruiksmodus door opties uit te
schakelen die te veel stroom verbruiken (bijv.
stroombronmodus).
3.3

Configuratiemogelijkheden

3.3.1 Interfaces

● 4 tot 20 mA analoog (conform NAMUR-aanbeveling
NE43)
● Relaisboard

3.3.2 Explosieveiligheid

®
De Polytron
5xx0 instrumenten zijn leverbaar in twee typen
explosieveiligheid.
● Explosieveilig instrument (Ex d)
De vuurvaste / explosieveilige behuizing bevat drie ¾"
NPT-openingen, die gebruikt kunnen worden voor
veldbedrading, directe aansluiting van een sensor of een
op afstand geplaatste sensor.
● Instrument met verhoogde veiligheid (Ex e)
Het instrument wordt uitgebreid met een klemmenkast
voor verhoogde veiligheid (Docking Station), dat beschikt
over max. vier 20-mm aansluitingen die voor de
veldbedrading of de bedrading van een externe sensor
kunnen worden gebruikt. De toegestane kabeldoorsnede
bedraagt 7 - 12 mm.
3.4

Beoogd gebruik

De instrumenten van de Polytron
middel van een verzegelde leiding of een goedgekeurde
kabelwartel worden aangesloten op een Dräger
bewakingssysteem of een Programmeerbare Logische
Controller (PLC). Met de optionele geïntegreerde
relaismodule kan het instrument worden bediend zonder
centrale (met aanvullende plaatselijke alarmsignalering).
Voor een veilig gebruik overeenkomstig TÜV 19 ATEX 8435
X, is een verbinding met de centrale noodzakelijk.
Dit geldt tevens, indien alle relais zijn aangesloten omdat het
storingsrelais tijdens onderhoud niet wordt geactiveerd. In elk
geval dient de analoge uitgang te worden bewaakt, omdat
deze een speciale status kan aangeven met een stroom
tussen de 0 en 3,5 mA.
Het instrument is ontworpen voor installatie op een
permanente locatie en is goedgekeurd voor gebruik in
omgevingen die als gevaarlijk zijn geclassificeerd.
®
Polytron
5100 EC-specifiek:
®
– De Polytron
5100 EC is een gecombineerd intrinsiek
veilig / explosievast instrument voor continue detectie van
giftige gassen of zuurstof in de omgevingslucht.
®
Polytron
5200 CAT-specifiek:
®
– Polytron
5200 CAT met katalytische DrägerSensor DQ of
LC is een explosieveilig instrument voor permanente
bewaking van ontvlambare gassen en dampen met
koolwaterstoffen en niet-koolwaterstoffen (bijv. waterstof
of ammoniak) in de omgevingslucht.
Dräger Polytron
®
5xx0 familie kunnen door
®
5000-serie

Explosieveilige (Ex d) installatie - zonder Docking Station

®
Polytron
5310 IR-specifiek:
®
– De Polytron
5310 IR met infrarood DrägerSensor IR is
een explosieveilig instrument voor continue detectie van
ontvlambare gassen en dampen met koolwaterstoffen in
de omgevingslucht.
®
Polytron
57x0 IR-specifiek:
®
– De Polytron
5700 IR met PIR 7000 is een explosieveilig
instrument voor continue detectie van ontvlambare
gassen en dampen met koolwaterstoffen.
®
– De Polytron
5720 IR met PIR 7200 is een explosieveilig
instrument voor continue detectie van koolstofdioxide.
3.5

Toelatingen

3.5.1 ATEX, IECEx, UL, CSA

Een voorbeeld van het goedkeuringsetiket vindt u op de
uitvouwpagina. Zie tevens de uitdraai van het
goedkeuringsetiket in de transportdoos van het instrument.

3.5.2 Markering

De markering wordt weergegeven op een apart vel papier dat
is meegestuurd met het instrument.
Code serienummer: De derde letter van het serienummer
specificeert het fabricagejaar: M = 2019, N = 2020, P = 2021,
R = 2022, S = 2023, T = 2024, U = 2025, W = 2026, X = 2027,
Y = 2028, Z = 2029 etc. (de letters G, I, O, Q ontbreken)
Voorbeeld: Serienummer ARMB-0001: de derde letter is M,
wat betekent dat de eenheid in 2019 is geproduceerd.
4
Explosieveilige (Ex d) installatie -
zonder Docking Station
Leef de veiligheidsinformatie na, zoals vermeld in
1 Veiligheidsgerelateerde informatie!
4.1
Mechanische installatie zonder
Docking Station
Het instrument kan worden gemonteerd voor het meten van
gassen in de omgevingslucht of in een leiding/buis.
1. Gebruik M6 bouten (1/4" bouten) met inbusdoppen voor
montage van de behuizing op basis van een van de
volgende opties.
Optie
Montage op een vlak opper-
vlak
Bevestiging op een stang
Montage op een kanaal/buis
Accessoire
Boormal: 4544299
®
Extra voor Polytron
57x0 IR:
Afstandsstuk 6812617
Stangmontageset: 4544198
Kanaalmontageset: 6812725
®
Voor Polytron
57x0 IR:
6812300
nl

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave