Inhoudsopgave
Advertenties
Display-
Beschrijving
sequentie
LO - GAS Gasconcentratie te
laag om goede
kalibratie uit te
voeren
PLS -
Geldigheid van de
CAL-
nulkalibratie is ver-
ZERO
lopen.
De maximumtijd
tussen een gel-
dige nulkalibratie
en de gevelig-
heidskalibratie
bedraagt 24 h.
9.1
Testgassen
Informatie over het testgas vindt u op het betreffende
datasheet van de sensor.
Nulgas
Het nulgas is een testgas dat wordt gebruikt om de nulwaarde
in te stellen. Het nulgas bestaat meestal uit synthetische lucht
of omgevingslucht.
De omgevingslucht kan als nulgas worden gebruikt als deze
geen sporen bevat van
– meetgas of
– gassen waarvoor de sensor kruisgevoeligheden heeft (zie
de informatie op het datasheet van de sensor).
Voor O
-sensors wordt stikstof (N
2
Meetgas
Het meetgas is een testgas dat wordt gebruikt om de
gevoeligheid van de sensor aan te passen tijdens een
gevoeligheidskalibratie.
9.2
Voorbereiding van de kalibratie
WAARSCHUWING
Gezondheidsrisico door het testgas
Het inhaleren van testgas kan een gezondheidsrisico vormen
of de dood tot gevolg hebben.
► Inhaleer geen testgas.
► Neem de risico's en de veiligheidsinformatie met
betrekking tot het testgas in acht (Raadpleeg de
gegevensbladen en de op de kalibratie-instrumenten
aangebrachte instructies).
VOORZICHTIG
Valse alarmen activeren door testgas
Het gebruikte testgas kan alarmen activeren.
► Zie erop toe dat het testgas na kalibratie niet opnieuw
wordt gebruikt.
Voorwaarden:
– De sensor heeft de opwarmfase beëindigd (7 Het
instrument in bedrijf stellen).
Dräger Polytron
Actie
Gebruik hogere gascon-
centratie of druk op de
omhoog-toets
Voer een nulkalibratie uit
) gebruikt.
2
®
5000-serie
9.2.1 Voorbereiding van de kalibratie-instelling
Voor alle transmitters, uitgezonderd Polytron
Zie afbeelding B op de uitvouwpagina.
Kalibratie-uitrusting:
– Dräger drukregelaar (1), gebruik voor reactieve gassen
een roestvrijstalen (RVS) drukregelaar
– Dräger kalibratie-adapter (2) (onderdeelnummer
6810536).
– Leiding (3)
– Dräger kalibratiegascilinder (4)
Voorbereiding van de kalibratie
1. Sluit de drukregelaar aan op de kalibratiegascilinder.
2. Sluit de kalibratieadapter aan op de sensor.
3. Sluit de leiding aan op de fitting van de adapter.
4. Ga naar het menu, zie 8.3.3 Toegang krijgen tot het menu
®
Voor Polytron
57x0 IR
zie afbeelding B op de uitvouwpagina.
Kalibratie-uitrusting:
– Dräger drukregelaar (1), gebruik voor reactieve gassen
een roestvrijstalen (RVS) drukregelaar
– Dräger kalibratie-adapter (5) (onderdeelnummer
6811610).
– Leiding (3)
– Dräger kalibratiegascilinder (4)
Voorbereiding van de kalibratie:
1. Sluit de drukregelaar aan op de kalibratiegascilinder.
2. Sluit de kalibratieadapter aan op de spatbescherming tot
deze vastklikt.
Dit geldt niet voor montagetoepassingen in leidingen of
indien de procesadapter wordt gebruikt (zie installatie-
gebruiksaanwijzing voor PIR 7x00 accessoires).
3. Zorg ervoor dat de afdichtende oppervlakken rondom de
openingen van de spatbeschermingskap schoon zijn. Het
insectenscherm hoeft niet verwijderd te worden.
4. Sluit de leiding aan op de fitting van de adapter.
5. Ga naar het menu, zie 8.3.3 Toegang krijgen tot het menu
9.2.2 Gasflow voor kalibraties
De gasflow varieert afhankelijk van de sensor.
EC-sensor
Alle overige sensoren
De gasflow dient te zijn afgestemd op de omgevingscondities
tijdens het gebruik (bijv. meting in de leiding bij flows hoger
dan 2 l/min)
9.3
Nulkalibratie
In plaats van stikstof of synthetische lucht kan ook de
omgevingslucht worden gebruikt om de sensor op nul in te
stellen, maar wel alleen, indien van het gebied bekend is dat
het doelgas of andere gassen waarvoor de sensor wellicht
Kalibratie
®
57x0 IR
0,5 l/min ± 10%
0,5 l/min - 2 l/min
nl
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
