Inhoudsopgave
Advertenties
nl
Kalibratie
Toets
Functie
Bevestigt de invoer.
OK
Selecteert menu's en functies.
8.3.2 Wachtwoord
Het gebruik van een wachtwoord is optioneel. Een
wachtwoord bestaat uit een 4-cijferig nummer van 0000 tot
9999. De waarde 0000 heft de wachtwoordbeveiliging op en
geeft iedereen toegang tot het menu.
Polytron 57x0 (IR)-specifiek
Indien de PIR LOCK van de PIR 7x00 is geactiveerd,
vervangt deze het wachtwoord.
Zie voor het wijzigen van wachtwoorden 12.5.
8.3.3 Toegang krijgen tot het menu
● Indien het wachtwoord is gedeactiveerd
a. Tik op [OMLAAG] en scrol naar de gewenste menu-
optie.
● Als het wachtwoord is geactiveerd
a. Tik op [OMLAAG].
Het 4-cijferige LCD toont '0000', met de eerste nul
links knipperend.
b. Tik op [OMHOOG] / [OMLAAG] om dit cijfer te
verhogen of verlagen, en tik op [OK].
Het tweede cijfer knippert.
c. Herhaal deze procedure voor de overige cijfers en tik
op [OK].
Wanneer een onjuist wachtwoord wordt ingetoetst,
schakelt het instrument terug naar normaal bedrijf.
8.3.4 Wijzigen van parameterwaarden / status
1. Selecteer de gewenste menu-optie en tik op [OK].
De actuele waarde of status wordt flitsend getoond om
de overschakeling naar de gegevensinvoermodus te
signaleren.
2. Met [OMHOOG] / [OMLAAG] kunt u de waarde van een
numerieke parameter aanpassen of door de
vooringestelde keuzen scrollen.
3. Zodra het display de gewenste waarde of keuze toont, tikt
u op [OK] om de nieuwe parameter te valideren en terug
te keren naar het hoofdmenu.
8.3.5 Het menu verlaten
● Om naar de meetmodus terug te gaan, tikt u op
[OMHOOG] tot het menu is afgesloten.
8.3.6 Weergave van de firmwareversie
● Om de actuele firmwareversie weer te geven, scrolt u naar
VERS.
Het display wisselt tussen VERS en de actuele
firmwareversie.
9
Kalibratie
Met een kalibratie wordt de meetnauwkeurigheid op basis van
een bekende testgasconcentratie gecontroleerd en bijgesteld.
Eerst wordt het nulpunt van de sensor gekalibreerd en
vervolgens de sensorgevoeligheid. Kalibraties dienen op
periodieke basis te worden uitgevoerd. De lengte van de
kalibratie-intervallen is afhankelijk van de omgevingscondities
waaronder de sensor wordt ingezet.
Omgevingscondities en veroudering veroorzaken
sensorafwijkingen (drift). Sensorafwijkingen hebben een
negatieve uitwerking op de meetnauwkeurigheid. Kalibraties
herstellen de nauwkeurigheid. Afhankelijk van de ernst van de
afwijking moeten kortere kalibratie-intervallen worden
ingesteld.
Om de omgevingscondities van een nieuwe installatie te
kunnen beoordelen, moeten kortere kalibratie-intervallen
worden ingesteld, met documentatie van de afwijking. De
exploitant van de installatie dient op basis van de verkregen
gegevens aangepaste intervallen in te stellen.
Voor normale condities adviseert Dräger de volgende
1)
kalibratie-intervallen
:
– Elektrochemische sensoren (EC): 6-12 maanden
– Katalytische sensoren (CAT): 4 maanden
– Infraroodsensoren (IR): 6-24 maanden
®
Polytron
5310 IR-specifiek:
Kalibraties kunnen worden uitgevoerd op de sensor zelf.
Deze procedure staat beschreven in de gebruiksaanwijzing
van de DSIR.
Voor kalibreren op de DSIR wordt de menufunctie CAL - at -
DSIR gebruikt. Terwijl u in het menu bent, werkt de Polytron
5000 als weergaveapparaat voor de DSIR.
Meldingen gedurende kalibratie
De volgende displaymeldingen kunnen getoond worden
tijdens nul- en gevoeligheidskalibratie.
Display-
Beschrijving
sequentie
Overschrijding van
de onderste kali-
bratielimiet.
Overschrijding van
de bovenste kali-
bratielimiet.
HI - GAS
Gasconcentratie
overschrijdt sen-
sorbereik gedu-
rende kalibratie
1) Neem het gegevensblad en de gebruiksaanwijzing van de sensor in
acht
2) Bij toepassingen conform EN45544-1 mag het kalibratie-interval niet
meer dan 6 maanden bedragen.
2)
2)
Actie
Tik op de [DOWN] toets
Tik op de [UP] toets
Gebruik lagere gasconcen-
tratie of druk op de omlaag-
toets
®
Dräger Polytron
5000-serie
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
