10. Plaats het onderste gedeelte van de onderbouw van de klemmenkast.
11. Haal de schroeven [119] van de onderbouw klemmenkast aan met het overeen-
komstige aanhaalmoment.
12. Raadpleeg het hoofdstuk "Bijlage" (→ 2 274) voor de volgorde van de hulpklem-
men
13. Bevestig de aansluitklem [b] met schroeven [629]/[632].
14. Let op de juiste aansluiting van de afdichting [131].
15. Plaats het klemmenkastdeksel op de onderbouw van de klemmenkast.
16. Haal de schroeven [123] van het klemmenkastdeksel aan met het overeenkomsti-
ge aanhaalmoment.
17. Om er zeker van te zijn dat de leidingen niet beschadigd zijn, dient u na de monta-
ge een isolatietest uit te voeren, zie het hoofdstuk "Voorbereiding na een langere
opslag" (→ 2 37).
Aanhaalmomenten onderbouw klemmenkast
Motor
DR..71 – 132S
DR..132M – 225
DR..250 – 315
Aanhaalmomenten klemmenkastdeksel
Motor
DR..56
DR..63 – 132S
Aluminium
DR..132M – 225
Gietijzer
DR..132M – 225
DR..250 – 315
Mechanische installatie
Schroef
Aanhaalmoment
[119]
[119]
[119]
Schroef
Aanhaalmoment
[123]
[123]
[123]
[123]
[123]
Technische handleiding – Draaistroommotoren
4
Klemmenkast
Nm
5
27.3
54
Nm
3
4
11.3
27.3
54
49