7.7
Inspectie-/onderhoudswerkzaamheden diagnose-eenheid /DUE
7.7.1
Schematische opbouw van de diagnose-eenheid /DUE
[49]
[54]
[112]
[378]
[379]
[718]
7.7.2
Diagnose-eenheid /DUE demonteren
1. Demonteer, indien aanwezig, de onafhankelijk aangedreven ventilator en de enco-
2. Demonteer de ventilatorkap [35]/flenskap [212] c.q. de onafhankelijk aangedreven
3. Indien aanwezig: borgring [32] verwijderen en ventilatorwiel [36] met geschikt ge-
4. Draai de schroef [1154] voor de kabelbevestigingsveer [1153] los.
5. Draai eerst de dopmoer van de sensorschroefverbinding los zodat de sensorkabel
6. Draai de sensor [1151] op de bevestigingsflens los. Verwijder de sensor.
Inspectie-/onderhoudswerkzaamheden diagnose-eenheid /DUE
Ankerschijf voor /DUE (vanaf BE20) [1151] Afstandssensor
Spoelhuis compleet voor /DUE
Onderbouw klemmenkast
Afsluitplug (DRN200 – 315)
Wartel (DRN200 – 315)
Dempingsplaat (BE1 – 11)
der, zie het hoofdstuk "Voorbereiding voor het onderhoud van motor en
rem" (→ 2 134).
ventilator [170] door de bevestigingsschroeven [22] los te draaien.
reedschap eraf halen.
vrij is.
Inspectie/onderhoud
[1757]
[1758]
[49] [718]
[1153] Veer (BE20 – 122)
[1154] Platkopschroef (BE20 – 122)
[1757] Analyse-eenheid
[1758] Schroef
[1727] Tule (DRN80 – 180)
Technische handleiding – Draaistroommotoren
7
[378]
[379]
[112]
[1727]
[54]
[1153] [1154] [1151]
18014412787670027
215