Encoder EV8./AV8. met koppeling en optie onafhankelijk aangedreven ventilator monteren
1. Verwijder de centrale afsluitschroef [A].
2. Als de afsluitplaat [646] beschikbaar is: Draai de schroeven [232] uit en neem de
3. Reinig de conus van de rotor [1], van de encoder [220] en van koppeling [233].
4. Steek de koppeling [233] in de conische boring van de rotor.
5. Draai de centrale bevestigingsschroef [F] in om de koppeling [233] te bevestigen.
6. Schroef de schroeven [1888] los om de koppelsteun [1889] van de encoder te ver-
7. Verwijder de centrale afsluitschroef [A].
8. Steek de encoder [220] in de koppelingshelft met de conische opening [233].
9. Draai de centrale bevestigingsschroef aan om de encoder [220] te bevestigen.
10. Draai de centrale sluitschroef [A] in om de encoder [220] te sluiten.
11. Om de spanschijf [251] te bevestigen, legt u de schroeven [232] aan.
12. Draai de schroeven [232] vast en draai de excentrische schijven [251] rechtsom in
13.
14. Draai de draadpen [1927] los om de kabelhouder [1900] te draaien.
15. Draai de draadpen [1927] aan om de kabelhouder [1900] vast te zetten.
16. Plaats de onafhankelijk aangedreven ventilator [170] op de flenskap [212].
17. Schuif de aansluitadapter [1164] in de uitsparing van de onafhankelijk aangedre-
afsluitplaat [646] eraf.
ð Aanhaalmoment 3.3 Nm
ð Houd tegen op de boring Ø 4.1 mm van de achterste koppelingshelft.
wijderen.
ð Bij bouwgrootte DR..132M/L: Leg de tussenring [225] tussen encoder [220] en
flenskap [212].
ð Aanhaalmoment 3.3 Nm
ð Houd tegen op de boring Ø 4.1 mm van de achterste koppelingshelft.
ð Aanhaalmoment 1.8 Nm
de rondom lopende groef van de encoder [220] vast.
ð Aanhaalmoment 2.25 Nm
ð Let op dat de signaalkabel lang genoeg is zodat de aansluitadapter [1164] in de
uitsparing van de onafhankelijk aangedreven ventilator [170] kan worden inge-
schoven.
VOORZICHTIG!
Materiële schade door onvakkundige montage. Beschadiging van de signaalkabel.
Leg de signaalkabel van de encoder [220] zodanig in het bochtstuk van de kabel-
houder [1900] dat de signaalkabel de draaiende onafhankelijk aangedreven venti-
lator niet aanraakt.
ð Aanhaalmoment 1.8 Nm
ven ventilator [170]. De standaarduitlijning van de uitsparing wijst in de richting van
de klemmenkast.
ð De ingegoten pijl in onderdeel [C] van de aansluitadapter [1164] geeft de rich-
ting aan van de latere kabeluitvoer van het aansluitdeksel [619].
ð Als u de richting van de kabeluitvoer wilt veranderen: Draai de schroeven [D]
eruit. Verdraai het onderdeel [C] tegen montagemoer [B]. Draai de schroe-
ven [D] in. Draai de schroeven [D] daarbij slechts licht aan.
Voorbereiding voor het onderhoud van motor en rem
Technische handleiding – Draaistroommotoren
Inspectie/onderhoud
7
169