7.6.15
Remschijf van de remmen BE05 – 122 vervangen
Controleer bij het vervangen van de remschijf naast de in de kolom "Rem BE" ge-
noemde
len" (→ 2 130), ook de zeskantmoeren [61] op slijtage. De zeskantmoeren [61] moe-
ten bij het vervangen van de remschijf altijd worden vervangen.
AANWIJZING
•
1. Maak vóór aanvang van de werkzaamheden de motor en alle aangesloten opties
2. Demonteren:
3. Remkabel losmaken
4. Afdichtband [66] verwijderen
5. Indien nodig de handremlichter demonteren.
6. Draai zeskantmoeren [61] los, verwijder spoelhuis [54] voorzichtig (remkabel!),
7. BE05 – 11: Dempingsplaat [718], ankerschijf [49] en remschoen [68] demonteren
8. Reinig de remonderdelen.
9. Monteer de nieuwe remschijf/remschijven.
10. Remonderdelen weer monteren zoals beschreven in het hoofdstuk "Stappen in-
11. Bij handremlichter: via de stelmoeren de lengtespeling "s" tussen conische veren
Inspectie-/onderhoudswerkzaamheden remmotoren DR..56 – 315
remelementen,
Bij de motoren DR..71 – 80 met BE05 – 2 kan de rem niet van de motor worden
gedemonteerd, omdat de rem BE direct op het remlagerschild van de motor is ge-
monteerd.
spanningsloos en borg de motor tegen onbedoeld inschakelen.
•
demonteer, indien aanwezig, de onafhankelijk aangedreven ventilator en de
encoder, zie het hoofdstuk "Voorbereiding voor het onderhoud van motor en
rem" (→ 2 134).
•
flens- of ventilatorkap [35], borgring [32/62] en ventilator [36] demonteren
•
BE05 – 11: demonteer de klemmenkastdeksel en maak de remkabel van de
gelijkrichter los.
•
BE20 – 122: draai de borgbouten van de remconnector [698] los en trek de
connectoren eraf.
•
Stelmoeren [58], conische veren [57], tapeinden [56], ontgrendelingshendel
[53], conische pan [255], kogelschijf [256]
verwijder remveren [50]/[276]/[1312].
BE20, BE30, BE60, BE120: demonteer de ankerschijf [49], de poolplaat [63] en
de remschijf [68]
BE32, BE62, BE122: demonteer de ankerschijf [49], de remschijven [68a] en [68b]
en remlamel [52]
spectie remmotoren DR..63 – 315" (→ 2 189).
•
Met uitzondering van de ventilator en de ventilatorkap, omdat eerst de luchts-
pleet moet worden ingesteld, zie het hoofdstuk "Luchtspleet van de remmen
BE05 – 122 instellen" (→ 2 201).
(platgedrukt) en de stelmoeren instellen (zie het hoofdstuk "De handremlichter /
HR, /HF achteraf monteren" (→ 2 213)).
zie
hoofdstuk
"Inspectie-
Technische handleiding – Draaistroommotoren
Inspectie/onderhoud
en
onderhoudsinterval-
7
203