5.13.8
Diagnose-eenheid /DUE voor de functie- en slijtagebewaking aansluiten
De diagnose-eenheid /DUE (Diagnostic Unit Eddy Current) is een contactloos meet-
systeem voor de functie- en slijtagebewaking van de rem en de continue meting van
de actuele luchtspleet.
Het meetsysteem bestaat uit:
•
•
Als de diagnose-eenheid /DUE besteld is, is de functie- en slijtagebewaking af fabriek
geïnstalleerd en gekalibreerd. Alleen de aansluiting ter plaatse moet nog worden uit-
gevoerd, zie schema. Het schema van de slijtagebewaking is af fabriek op de maxi-
maal toegestane waarde vooringesteld. Volgens de tabel in hoofdstuk "Analyse-een-
heid" (→ 2 216) kan ook een gereduceerde waarde worden ingesteld.
De status van de analyse-eenheid vindt u in het hoofdstuk "Achteraf inbouwen van de
diagnose-eenheid /DUE voor de functie- en slijtagebewaking" (→ 2 216).
Informatie over het achteraf inbouwen van de diagnose-eenheid /DUE vindt u in het
hoofdstuk "Achteraf inbouwen van de diagnose-eenheid /DUE voor de functie- en slij-
tagebewaking" (→ 2 216).
Aansluiting van de analyse-eenheid
De maximaal toegestane kabeldoorsnede bij de klemmen "k" van de analyse-eenheid
bedraagt 1.5 mm
kraag. De aanbevolen kabeldoorsnede bij klem "k" bedraagt 0.5 mm
huls met kunststof kraag.
AANWIJZING
Gebruik bij de bedrading van de analyse-eenheid afgeschermde kabels. Sluit het
scherm aan op het GND-potentiaal c.q. gebruik daarvoor de afschermingsplaat van
de signaalverwerking.
SEW‑EURODRIVE adviseert om de vermogenskabel van de aandrijving en de kabel
voor de analyse-eenheid gescheiden te leggen.
•
•
Belangrijke eigenschappen van de te gebruiken kabel zijn:
•
•
•
Het benodigde aantal aders is afhankelijk van de soort functies/signalen die worden
overgedragen aan de overkoepelende besturing en die verder moeten worden ver-
werkt.
Sensor, geïntegreerd in het spoelhuis van de rem
Analyse-eenheid in de klemmenkast van de motor die met DC-24-V-gelijkspanning
wordt gevoed.
2
met adereindhuls zonder kunststof kraag, 0.75 mm
Sensorleidingen moeten altijd gescheiden van andere geschakelde vermogenska-
bels worden aangelegd, als deze niet zijn afgeschermd.
Zorg voor een geschikte potentiaalvereffening tussen de aandrijving en schakel-
kast.
Totale afscherming (buitenmantel) van de leiding
Maximale lengte 100 m bij vaste aanleg
Maximale lengte 50 m bij aanleg in kabelrups
Elektrische installatie
Technische handleiding – Draaistroommotoren
5
Rem aansluiten
2
met kunststof
2
met adereind-
103