•
•
•
16. Dicht de as opnieuw af:
•
•
•
•
17. Dicht de wrijvingsring van de rem [550] op het remlagerschild [42] opnieuw af:
•
•
•
•
18. Rem [550] weer monteren: Bij het aanbrengen de remkabel in de klemmenkast ge-
•
•
•
•
•
Motoren
DR..90 – 100
Aanhaalmoment
19. Remaansluiting verbinden.
•
•
20. Motoren DR..63 – 315: afdichtingsring [95] met geschikt vet insmeren, zie hoofd-
Inspectie-/onderhoudswerkzaamheden remmotoren DR..56 – 315
Schroef de stator [16] en de flens [7] met schroeven [15] vast.
Let op: bescherm de wikkelkop tegen beschadiging!
Draai alvorens het remlagerschild te monteren eerst een madeschroef M8 (ca.
200 mm) lang in de afdichtingsringflens [21].
Monteer het remlagerschild [42] en steek daarbij een madeschroef door een
gat voor een schroef [25]. Draai het remlagerschild en de stator [16] met cilin-
derschroeven [19] en zeskantmoeren [17] vast. Afdichtingsringflens [21] met
madeschroef optillen en met twee schroeven [25] bevestigen. De madeschroef
verwijderen en overige schroeven [25] erin draaien.
Aan A-kant askeerring [106] vervangen.
Motoren DR..315 met optie /FG: Aan A-kant askeerring [250] vervangen.
Motoren DR..225 – 315 met optie /NS: Aan B-kant askeerring [30] vervangen
Afdichtingslip met geschikt vet insmeren, zie het hoofdstuk "Bestelgegevens
voor
smeermiddelen,
len" (→ 2 251).
Motoren DR..63 – 71 met BE03: vlakke afdichting [901] vervangen.
Motoren DR..90 – 132S: afdichting [901] vervangen
Motoren DR..132M – 280: O-ring [901] resp. [1607] vervangen.
Motoren DR..315: afdichtingsvlak afdichten met een afdichtingsmiddel van du-
roplastic (gebruikstemperatuur -40 °C tot +180 °C) bijv. "SEW L-Spezial".
leiden. Rem aanbrengen, let daarbij op de uitlijning van de rem. (Nok op het lager-
schild, positie van de handremlichter).
Rem BE03: De zelftappende bouten moeten rondom gelijkvormig tegen de rem
worden geplaatst en aangedraaid, ter voorkoming van een scheef gemonteer-
de rem.
Motoren DR..63/BE03: Schroef [19] M5x35 (zelftappend) met aanhaalmoment
5 Nm aandraaien. De bouten kunnen opnieuw worden gebruikt.
Motoren DR..71/BE03: Schroef [900] M5x20 (zelftappend) met aanhaalmo-
ment 5 Nm aandraaien. Bij elke hermontage moeten nieuwe bouten worden
gebruikt.
Motoren DR..56 – 80: cilinderschroeven [13] monteren. Aanhaalmoment: 5 Nm
Motoren DR..90 – 315: cilinderschroeven [900] monteren
DR..112 – 132
10.3 Nm
25.5 Nm
BE02 – 11: remleiding weer overeenkomstig het schema aansluiten.
BE20 – 122: remconnector [698] weer insteken. Bevestigingsschroeven weer
vastdraaien (aanhaalmoment: 3 Nm)
stuk "Bestelgegevens voor smeermiddelen, corrosiewerende middelen en afdicht-
middelen" (→ 2 251).
Inspectie/onderhoud
corrosiewerende
middelen
DR..160 – 180
DR..200 – 225
50 Nm
87.3 Nm
Technische handleiding – Draaistroommotoren
7
en
afdichtmidde-
DR..250 – 315
230 Nm
191