Inspectie/onderhoud
7
Inspectie-/onderhoudswerkzaamheden remmotoren DR..56 – 315
7.6.22
Remmen vervangen BE05 – 62 bij motoren DR..90 – 225
210
Technische handleiding – Draaistroommotoren
ü De motor en alle aangesloten opties zijn stroomloos geschakeld.
ü De motor is beveiligd tegen ongewenst inschakelen.
1. Demonteer de volgende onderdelen:
ð demonteer, indien aanwezig, de onafhankelijk aangedreven ventilator en de
encoder, zie het hoofdstuk "Voorbereiding voor het onderhoud van motor en
rem" (→ 2 134).
ð Flenskap [212] of ventilatorkap [35], borgring [32/62] en ventilator [36] demon-
teren
2. Maak de remkabel los.
ð BE05 – 11: demonteer de klemmenkastdeksel en maak de remkabel van de re-
maansturing/aansluitklemmen los.
ð BE20 – 62: draai de borgbouten van de remconnector [698] los en trek de con-
nectoren eraf.
3. Draai de schroeven uit en neem de rem, eventueel met remlagerschild, van de
stator.
4. Vervang de afdichting [901]. Let eventueel op de uitlijning van de afdichting.
5. Indien nodig meenemer [70], spie [71] en borgring [62] vervangen, zie hoofdstuk
Stappen inspectie remmotoren DR..71 – 315, DRN63 – 315, DR2..63 – 80.
6. BE05 – 11: Remkabel van de nieuwe rem in de klemmenkast voeren.
7. Plaats de nieuwe rem. Let daarbij op de juiste uitlijning van de kabelaansluiting en
de vertanding van de remschijven.
ð BE20 – 62 met optie handremlichter: Let op de correcte positie van de hand-
remlichter.
8. Bevestig de rem weer met de schroeven.
ð Cilinderschroeven [900]
ð Aanhaalmoment DR..90 – 100: 10.3 Nm
ð Aanhaalmoment DR..112 – 132: 25.5 Nm
ð Aanhaalmoment DR..160 – 180: 50 Nm
ð Aanhaalmoment DR..200 – 225: 87.3 Nm
ð Tolerantie ±10 %
9. Maak de as dicht.
10. Vervang de afdichtingsring [95].
11. Smeer de afdichtingslip in met vet, zie het hoofdstuk "Bestelgegevens voor smeer-
middelen, corrosiewerende middelen en afdichtmiddelen" (→ 2 251).
12. BE20 – 62: connector [698] van de rem insteken en met schroeven bevestigen.
ð Aanhaalmoment 3 Nm
13. Bij uitvoeringen met corrosiewering /KS en/of IP56/66 moeten de bandklemmen
van de gedemonteerde rem op de nieuwe rem [550] worden gemonteerd. Dicht de
tapeinden af met SEW-L-Spezial, zie hoofdstuk "Bestelgegevens voor smeermid-
delen, corrosiewerende middelen en afdichtmiddelen" (→ 2 251).