5. Maak de encoder [220] los van de encoderaanbouwvoorziening [A] resp. de tus-
senflens [225].
6. Om de encoderaanbouwvoorziening [A] los te halen, draait u de schroeven [1458]
en [936] los. De koppelsteun [935] en schroeven [1463] kunnen op de encoder-
aanbouwvoorziening [A] blijven zitten.
ð Als de encoderaanbouwvoorziening erg vast zit: Schroef een draadpen M6
(lengte 20 – 35 mm) handvast in de rotorboring. Schroef een draadpen M8
(lengte >10 mm) in dezelfde boring en druk de encoderaanbouwvoorziening [A]
van de rotor [1] af. Verwijder de draadpen M6 uit de rotorboring.
Voorbereiding voor het onderhoud van motor en rem
Technische handleiding – Draaistroommotoren
Inspectie/onderhoud
7
151