Download Print deze pagina

Sew Eurodrive DR 56 Series Technische Handleiding pagina 130

Draaistroommotoren

Advertenties

Inspectie/onderhoud
7
Inspectie- en onderhoudsintervallen
7.1
Inspectie- en onderhoudsintervallen
Apparaat/onder-
deel
Rem BE02
Rem BE03
Rem BE05 – BE122 •
Motor
Aandrijving
Aansluitkabel
1) Standtijden worden door vele factoren beïnvloed en kunnen kort zijn. De vereiste inspectie-/onderhoudsintervallen dienen individueel
volgens de configuratiedocumenten door de fabrikant van de installatie te worden berekend.
2) Bij motoren DR../DRN225 – 315 met nasmeervoorziening moet rekening worden gehouden met de kortere nasmeerintervallen in het
hoofdstuk "Lagersmering".
3) Het tijdsinterval is afhankelijk van externe invloeden en kan zeer kort zijn, bijv. bij een hoog stofgehalte in de omgeving.
130
Technische handleiding – Draaistroommotoren
De onderstaande tabel geeft de inspectie- en onderhoudsintervallen weer:
Tijdsinterval
Bij gebruik als stoprem:
Minimaal alle 3.000 bedrijfsuren
Bij gebruik als houdrem:
Afhankelijk van de belasting om de
1)
0.5 tot 4 jaar
Bij gebruik als stoprem:
Minstens om de 3.000 bedrijfsuren
Bij gebruik als houdrem:
Afhankelijk van de belasting om de
1)
0.5 tot 4 jaar
Bij gebruik als stoprem:
Minimaal alle 3.000 bedrijfsuren
Bij gebruik als houdrem:
Afhankelijk van de belasting om de
1)
0.5 tot 4 jaar
Om de 10.000 bedrijfsuren
3)
Verschillend
Regelmatige afstanden
Vereiste actie?
Rem inspecteren
1)
Dikte van de remschijf meten
Schakelcontacten inspecteren en evt.
vervangen (bijv. bij afbrand)
Rem inspecteren
1)
Luchtspleet meten
Schakelcontacten inspecteren en evt.
vervangen (bijv. bij afbrand)
Rem inspecteren:
1)
Dikte van de remschijf meten
Remschijf, remvoering
Luchtspleet meten en instellen
Ankerschijf
Meenemer/vertanding
Drukringen
Zuig het slijpsel op
Schakelcontacten inspecteren en evt.
vervangen (bijv. bij afbrand)
2)3)
Motor inspecteren:
Wentellagers controleren, evt. vervan-
gen
Askeerringen vervangen
Koelluchtkanalen reinigen
Aflak-/corrosiewerende verf bijwerken
of opnieuw aanbrengen
Luchtfilter controleren en zo nodig reini-
gen
Indien aanwezig, condenswaterboring
op het diepste punt van de ventilator-
kap reinigen
Afgesloten gaten reinigen
Kabel inspecteren
Controleren op beschadigingen, indien
nodig aansluitkabel vervangen.

Advertenties

loading