AANWIJZING
Als van de fabrieksinstelling moet worden afgeweken, moet de slijtagepuntinstelling
worden gewijzigd. Zie het hoofdstuk "Analyse-eenheid" (→ 2 216).
Aansluiting van de sensor
[1] Sensor rem
De aansluitingsdoorsnede van de sensor bedraagt 0.14 mm
orkabels moeten met adereindhulzen zijn uitgerust. De kabelbeveiliging moet met een
krimpkous tegen andere potentialen geïsoleerd zijn. De draden kunnen zonder ge-
reedschap in de klemmen worden gedrukt. Leg de sensorkabels in de daarvoor be-
stemde kabelklem, zie de afbeelding in het hoofdstuk "Oneindig-waarde kalibre-
ren" (→ 2 221). Voor het verwijderen van de sensorkabels gebruikt u de elektronica-
schroevendraaier voor het ontgrendelen van de klemmen.
Inspectie-/onderhoudswerkzaamheden diagnose-eenheid /DUE
[1]
BN
WH
BK
4k 5k 6k 7k 8k 9k 10k 11k
4s 5s6s
1
DUE-1K-00
Technische handleiding – Draaistroommotoren
Inspectie/onderhoud
21195609
9007214229800843
2
. De draden van de sens-
7
219