2.7
Elektrische werkzaamheden
2.7.1
Elektrische werkzaamheden veilig uitvoeren
Om in het kader van installatie of onderhoud elektrische werkzaamheden veilig uit te
voeren, moet u op de volgende aanwijzingen letten:
•
•
•
2.7.2
Elektrische aansluiting
Het overschrijden van de vermelde tolerantiegrenzen in EN 60034-1 (VDE 0530, deel
1), spanning ±5%, frequentie ±2%, curvevorm, symmetrie, zorgt voor meer warmte en
is van invloed op de elektromagnetische compatibiliteit. Houd tevens norm EN 50110
aan. Neem eventuele nationale bijzonderheden in acht, bijv. DIN VDE 0105 voor
Duitsland.
Neem afwijkende opgaven voor de schakeling op het typeplaatje en het meegeleverde
schema in acht.
Bij de aansluiting moet voor een duurzaam veilige, elektrische verbinding worden ge-
zorgd (geen uitstekende draadeinden). Gebruik de juiste kabeleinddoppen. Breng een
veilige aardingsverbinding tot stand. In aangesloten toestand mogen de afstanden tot
niet-geïsoleerde en spanningvoerende delen niet onder de minimumwaarden volgens
IEC 60664 en volgens de nationale voorschriften komen. Overeenkomstig IEC 60664
moeten de afstanden bij laagspanning minimaal onderstaande waarde hebben:
In de klemmenkast mogen zich geen vreemde voorwerpen, vuil of vocht bevinden.
Sluit kabeldoorvoeren die niet worden gebruikt en de kast zelf stof- en waterdicht af.
Borg de spie(ën) voor het proefdraaien zonder uitgaande elementen.
Controleer in geval van laagspanningsmachines met rem voor de inbedrijfstelling of de
rem foutloos werkt.
Let op de aanwijzingen in het hoofdstuk "Elektrische installatie".
Elektrische werkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd door elektri-
ciens.
Houd bij alle werkzaamheden aan elektrische componenten de 5 veiligheidsmaat-
regelen aan:
– Vrijschakelen
– Tegen opnieuw inschakelen beveiligen
– Controleren of de installatie spanningsvrij is
– Aarden en kortsluiten
– Naburige, onder spanning staande onderdelen afdekken of afbakenen
In ingeschakelde toestand staan op alle vermogensaansluitingen en de hierop
aangesloten kabels en klemmen gevaarlijke spanningen. Dit is ook het geval als
het product geblokkeerd is en de motor stilstaat.
Nominale spanning U
≤ 500 V
≤ 690 V
Veiligheidsaanwijzingen
nom
Technische handleiding – Draaistroommotoren
Elektrische werkzaamheden
Afstand
3 mm
5.5 mm
2
13