4.14.7 Optie I/O-uitbreidingskaart type XIA11A
AANWIJZING
Informatie over de in de volgende aansluitschema's gebruikte massa-aanduidingen
vindt u in het hoofdstuk "Klembezetting" op de volgende pagina.
Voeding
•
•
•
•
Modulegedrag
Kortsluiting binaire
Bij kortsluiting van een binaire uitgang schakelt de driver om naar pulserend bedrijf,
uitgangen
waardoor deze zichzelf beveiligt. De toestand van de binaire uitgang blijft behouden.
Als de kortsluiting is verholpen, heeft de binaire uitgang de toestand die MOVIAXIS
aangeeft.
Kortsluiting
De analoge uitgangen zijn permanent kortsluitvast.
analoge uitgangen
Bij een kortsluiting wordt de uitgangsstroom begrensd tot een waarde van max. 30 mA.
De kortsluitstroom is niet pulserend.
Zodra de kortsluiting is verholpen, wordt de gewenste uitgangsspanning weer afge-
geven, d.w.z. de uitgang schakelt niet uit.
Schakelen
•
van inductieve
belastingen
•
•
•
Parallel schakelen
Een parallelschakeling van twee binaire uitgangen is mogelijk; hierdoor wordt de nomi-
van binaire
nale stroom verdubbeld.
uitgangen
Kabellengte
•
•
Technische handleiding – Meerassige servoversterkers MOVIAXIS
De logica van de module wordt gevoed door de MOVIAXIS
Analoge in- en uitgangen worden eveneens gevoed door de MOVIAXIS
Binaire in- en uitgangen worden via de DCOM- en 24V-klemmen aan de voorzijde
gevoed. De voedingsspanning moet met 4 A worden beveiligd, zie hiervoor het
hoofdstuk "UL-conforme installatie".
De binaire in- en uitgangen zijn galvanisch gescheiden van de logicavoeding.
De module is niet voorzien van een interne vrijloopdiode voor de opname van de
inductieve energie bij het uitschakelen van inductieve belastingen.
De inductieve belastbaarheid bedraagt per uitgang 100 mJ bij een frequentie van
1 Hz.
De inductieve energie wordt in de schakeltransistor omgezet in warmte-energie.
Er wordt een spanning van -47 V gegenereerd. Hierdoor kan de energie sneller
worden teruggebracht dan bij gebruik van een vrijloopdiode mogelijk is.
De belastbaarheid van de uitgangen door inductieve belastingen kan worden ver-
hoogd door een externe vrijloopdiode bij te schakelen. De uitschakeltijd wordt hier-
door echter duidelijk verlengd.
De maximale kabellengte van de aansluitingen op in- en uitgangen bedraagt 30 m
buiten en 10 m in de schakelkast.
Als de kabels buiten de schakelkast worden gelegd, moeten deze, ongeacht de
lengte, worden afgeschermd.
Installatie
Aansluiting van de optiekaarten
®
®
.
®
.
®
4
117