Inbedrijfstelling van de regelaar met PROFIBUS-DP (MC_41A)
Schrijven van een
Voor het uitvoeren van een WRITE-instructie via het parameterkanaal mag op grond
parameter via
van de cyclische overdracht van het parameterkanaal de handshakebit pas dan uitge-
PROFIBUS-DP
wisseld worden, als het gehele parameterkanaal overeenkomstig de instructie gereed
(Write)
werd gemaakt. Houd daarom voor het schrijven van een parameter de onderstaande
volgorde aan:
1. Voer de index van de te schrijven parameter in byte 2 (Index High) en byte 3
2. voer de te schrijven data in byte 4 ... 7 in;
3. voer de service-identificatie en de datalengte voor de Write-instructie in de
4. geef door de handshakebit te wijzigen de Write-instructie door aan de regelaar.
De regelaar bewerkt nu de Write-instructie en levert door de handshakebit te
wijzigen de instructiebevestiging terug.
0/1 = bitwaarde wordt gewijzigd
De datalengte bedraagt voor alle parameters van de SEW-applicatieregelaars 4 bytes.
Bij het wijzigen van de handshakebit wordt deze instructie nu aan de applicatieregelaar
overgedragen. Bijgevolg heeft een Write-instructie op de SEW-regelaar in het algemeen
de managementbytecodering 32
Technische handleiding – MOVIDRIVE
(Index Low) in;
managementbyte in (byte 0);
Byte 0: management
7
6
5
4
3
0
0/1
1
1
0
®
compact MCF/MCV/MCS4_A
Inbedrijfstelling
2
1
0
0
1
0
Service-identificatie:
010 = Write
Gereserveerd
Datalengte:
11 = 4 bytes
Handshakebit:
Moet bij elke nieuwe opdracht worden
omgezet
Statusbit:
0 = geen fout bij instructie-uitvoering
1 = fout bij instructie-uitvoering
of 72
.
hex
hex
I
5
0 0
87