Veiligheids-
De applicatieregelaars MOVIDRIVE
functies
heidssystemen geen veiligheidsfuncties uitvoeren. Gebruik overkoepelende veiligheids-
systemen om de veiligheid van machines en personen te waarborgen.
2.4
Transport, opslag
Houd u aan de aanwijzingen voor transport, opslag en deskundige bediening. De
klimaatvoorwaarden dienen volgens het hoofdstuk "Algemene technische gegevens" in
acht te worden genomen.
2.5
Opstelling
De opstelling en koeling van de apparaten moet volgens de voorschriften in de bijbeho-
rende documentatie worden uitgevoerd.
De applicatieregelaars dienen tegen ontoelaatbare belasting beveiligd te worden.
Vooral tijdens transport en bediening mogen er geen componenten worden verbogen
en/of isolatieafstanden worden veranderd. Raak elektronische componenten en
contacten niet aan.
Applicatieregelaars bevatten componenten die gevoelig zijn voor elektrostatische
energie, die snel beschadigd kunnen worden door ondeskundig gebruik. Voorkom
mechanische beschadiging of vernietiging van elektrische componenten (gezondheids-
risico!).
Als er niet uitdrukkelijk in is voorzien, zijn de volgende toepassingen verboden:
•
•
•
2.6
Elektrische aansluiting
Neem de geldende nationale veiligheidsvoorschriften (bijv. BGV A3) in acht tijdens
werkzaamheden aan onder spanning staande applicatieregelaars.
De elektrische installatie moet volgens de desbetreffende voorschriften worden uitge-
voerd (bijv. leidingdoorsneden, beveiligingen, aardverbinding). Verdere aanwijzingen
over dit onderwerp zijn opgenomen in de documentatie.
Aanwijzingen voor de EMC-genormeerde installatie zoals afscherming, aarding, plaat-
sing van filters en leggen van de leidingen, zijn te vinden in de documentatie van de
applicatieregelaar. Deze aanwijzingen moeten ook bij CE-gemarkeerde applicatierege-
laars in acht worden genomen. De installateur/machinebouwer is verantwoordelijk voor
de inachtneming van de in de EMC-wetgeving gehanteerde grenswaarden.
Veiligheidsmaatregelen en beveiligingsvoorzieningen moeten aan de geldende voor-
schriften voldoen (bijv. EN 60204 of EN 61800-5-1).
Noodzakelijke veiligheidsmaatregel: aarding van het apparaat.
2.7
Veilige scheiding
Het apparaat voldoet aan alle vereisten voor een veilige scheiding van vermogens- en
elektronica-aansluitingen volgens EN 61800-5-1. Alle aangesloten stroomcircuits
moeten eveneens aan de vereisten voor een veilige scheiding voldoen.
Technische handleiding – MOVIDRIVE
de toepassing in explosiegevaarlijke omgevingen;
de toepassing in omgevingen met schadelijke oliën, zuren, gassen, dampen, stof,
straling, enz.;
het gebruik in niet-stationaire toepassingen, waarbij mechanische slinger- en stoot-
belastingen optreden die de eisen van de EN 50178 te boven gaan.
®
compact MCF/MCV/MCS4_A
Veiligheidsaanwijzingen
Transport, opslag
®
compact mogen zonder overkoepelende veilig-
2
7