Installatie
4
Aansluiting motorencoder en externe encoder
4.12 Aansluiting motorencoder en externe encoder
Algemene
installatie-
voorschriften
Afscherming
aarden
Bij de regelaar
42
AANWIJZING
De aansluitschema's laten niet het kabeleinde zien, maar de aansluiting op de motor
®
of MOVIDRIVE
.
De in de aansluitschema's aangegeven aderkleuren op basis van kleurcodes volgens
IEC 757 komen overeen met de aderkleuren van de geprefabriceerde kabels van
SEW.
Uitvoerige informatie vindt u in het handboek "SEW-encodersystemen", dat bij Vector
Aandrijftechniek verkrijgbaar is.
•
Max. kabellengte regelaar – encoder: 100 m bij een kabelcapaciteit van
 120 nF/km.
•
aderdoorsnede 0,20 ... 0,5 mm
•
Als u een ader van de encoderkabel afsnijdt, moet het afgesneden aderuiteinde
worden geïsoleerd.
•
Gebruik afgeschermde kabels met paarsgewijs getwiste aders en aard de afscher-
ming aan beide zijden met een groot contactoppervlak:
– bij de encoder in de kabelwartel of in de encoderconnector;
– bij de regelaar in de behuizing van de Sub-D-steker en op de elektronica-scherm-
klem van de regelaar.
•
Gebruik encoderconnectoren en Sub-D-stekers met metalen behuizingen.
•
Leg de encoderkabel ruimtelijk gescheiden van de vermogenskabels.
•
Encoder met kabelwartel: let op de toelaatbare diameter van de encoderkabel voor
een correcte werking van de kabelwartel.
Aard de afscherming van de encoder- / resolverkabel met een groot contactoppervlak.
Aard de afscherming aan de regelaarzijde in de behuizing van de sub-D-connector
(Æ onderstaande afbeelding).
Technische handleiding – MOVIDRIVE
2
(AWG 24 ... 20)
®
01939BXX
compact MCF/MCV/MCS4_A