Installatie
4
Installatievoorschriften PROFIBUS-DP-interface (MC_41A)
4.2
Installatievoorschriften PROFIBUS-DP-interface (MC_41A)
Stekerbezetting
Buskabels
afschermen
en leggen
22
De aansluiting op het PROFIBUS-netwerk vindt plaats met een 9-polige Sub-D-
connector conform IEC 61158 (Æ volgende afbeelding). De T-Bus-verbinding moet met
de overeenkomstig uitgevoerde steker worden gerealiseerd.
9-polige Sub-D-
connector (male)
De applicatieregelaar MOVIDRIVE
systeem gekoppeld met een getwiste, afgeschermde tweeaderige kabel. Let bij de
selectie van de bussteker op de maximaal ondersteunde overdrachtssnelheid.
De tweedradige leiding wordt via pin 3 (RxD/TxD-P) en pin 8 (RxD/TxD-N) aangesloten
op de PROFIBUS-steker. De communicatie vindt plaats via deze beide contacten.
De RS485-signalen RxD/TxD-P en RxD/TxD-N moeten bij alle PROFIBUS-deelnemers
op dezelfde contacten worden aangesloten. Anders kan er niet via de bus worden
gecommuniceerd. Via pin 4 (CNTR-P) levert de PROFIBUS-interface een TTL-bestu-
ringssignaal voor een repeater of een adapter voor de optische kabel (referentie = pin 9).
De PROFIBUS-interface ondersteunt de RS485-overdrachtstechniek en vereist de voor
PROFIBUS gespecificeerde kabel type A volgens IEC 61158, een afgeschermde paars-
gewijs getwiste tweeaderige kabel.
Een vakkundige afscherming van de buskabels dempt de elektrische beïnvloeding die
in een industriële omgeving kan optreden. Met de volgende maatregelen bereikt u een
optimale afscherming:
•
Draai de bevestigingsschroeven van stekers, modules en potentiaalvereffenings-
leidingen stevig vast.
•
Gebruik uitsluitend stekers met een metalen of gemetalliseerde behuizing.
•
Sluit de afscherming in de steker aan op een groot contactoppervlak.
•
Aard de afscherming van de buskabel aan beide zijden.
•
Leg de signaal- en buskabels niet parallel aan de vermogenskabels (motor-
leidingen), maar indien mogelijk in gescheiden kabelgoten.
•
Gebruik in industriële omgevingen metalen, geaarde kabelgoten.
•
Leid de signaalkabels en de bijbehorende potentiaalvereffeningsleiding op geringe
afstand van elkaar via de kortste weg.
•
Vermijd verlenging van buskabels met behulp van stekerverbindingen.
•
Leid de buskabels vlak langs de aanwezige aardingsvlakken.
AANWIJZING
Bij schommelingen van het aardpotentiaal kan via de aan beide zijden aangesloten en
met het aardpotentiaal (PE) verbonden afscherming een vereffeningsstroom vloeien.
Zorg in dit geval voor een toereikende potentiaalvereffening conform de desbetref-
fende VDE-bepalingen.
Technische handleiding – MOVIDRIVE
Signaalleidingen
getwist!
Geleidende, vlakke verbinding tussen
connectorbehuizing en afscherming!
®
compact wordt in de regel aan het PROFIBUS-
02893ANL
®
compact MCF/MCV/MCS4_A