Waarschuwingssymbolen op
bestuurdersdisplay
De waarschuwingssymbolen attenderen u
erop dat belangrijke functies zijn ingescha-
keld of dat er ernstige storingen of gebreken
zijn opgetreden.
Symbool
Betekenis
Waarschuwing
Het rode waarschuwingssym-
bool gaat branden, wanneer er
een storing is geregistreerd die
van invloed kan zijn op de vei-
ligheid of de rijeigenschappen
van de auto. Er verschijnt tege-
lijkertijd een verklarende tekst-
melding op het bestuurdersdis-
play. Het waarschuwingssym-
bool kan ook gaan branden in
combinatie met andere symbo-
len.
Gordelwaarschuwing
Het symbool brandt of knippert
als u of de voorpassagier geen
veiligheidsgordel draagt of als
iemand op de achterbank de
gordel heeft losgenomen.
Symbool
Betekenis
Airbags
Als het symbool tijdens het rij-
den oplicht of blijft branden, is
er een storing geregistreerd in
een van de veiligheidssystemen
van de auto. Lees de melding
op het bestuurdersdisplay.
Volvo adviseert u contact op te
nemen met een erkende Volvo-
werkplaats.
Storing in remsysteem
Als het lampje oplicht, is het
remvloeistofpeil mogelijk te
laag. Bezoek de dichtstbijzijnde
erkende werkplaats om het
remvloeistofpeil te laten contro-
leren en aanpassen.
Parkeerrem aangezet
Het lampje brandt continu,
wanneer u de parkeerrem hebt
aangezet.
Een knipperend symbool houdt
in dat er een storing is opgetre-
den. Lees de melding op het
bestuurdersdisplay.
DISPLAYS EN STEMBEDIENING
Symbool
Betekenis
Lage oliedruk
Als het lampje tijdens het rijden
oplicht, is de druk van de
motorolie te laag. Zet de motor
onmiddellijk af en controleer
het motoroliepeil. Vul zo nodig
olie bij. Als het lampje oplicht
terwijl het oliepeil in orde is,
moet u contact opnemen met
een werkplaats. Volvo adviseert
u contact op te nemen met een
erkende Volvo-werkplaats.
Dynamo laadt niet bij
Het lampje gaat tijdens het rij-
den branden, als er sprake is
van een storing in het elektrisch
systeem. Bezoek een werk-
plaats. Volvo adviseert u con-
tact op te nemen met een
erkende Volvo-werkplaats.
}}
91