BESTUURDERSONDERSTEUNING
Beperkingen van de stuurhulp bij
een dreigende botsing
Het systeem kent mogelijk beperkingen in de
volgende situaties, zodat bijv. niet wordt
ingegrepen in de volgende gevallen:
bij kleinere voertuigen zoals motorfietsen
•
als uw eigen auto voor het merendeel in
•
de aangrenzende rijbaan is belandt
op wegen/rijstroken met onduidelijke of
•
ontbrekende zijmarkeringen
buiten het snelheidsbereik 60–140 km/h
•
(37–87 mph)
als de stuurbekrachtiging met een beperkt
•
vermogen werkt – zoals bij koeling op
grond van oververhitting.
Voorbeelden van andere lastige omstandighe-
den:
wegwerkzaamheden
•
winterse wegomstandigheden
•
smalle wegen
•
slecht wegdek
•
zeer sportief rijgedrag
•
slecht weer met beperkt zicht.
•
In deze veeleisende situaties kan het systeem
u moeilijk op de juiste manier helpen – het
wordt dan geadviseerd om het systeem uit te
schakelen.
378
N.B.
De functie maakt gebruik van de gecombi-
neerde camera en radarsensor van de auto
die enkele algemene beperkingen heeft.
Gerelateerde informatie
Stuurhulp bij botsgevaar (p. 374)
•
Stuurhulp bij dreigende bermongelukken
•
(p. 375)
Stuurhulp bij dreigende tegenliggerbot-
•
sing (p. 376)
Stuurhulp bij dreigende staartbotsing*
•
(p. 377)
* Optie/accessoire.